ECLI:NL:RBNHO:2023:5715

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
19 april 2023
Publicatiedatum
21 juni 2023
Zaaknummer
10350925 WM
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursstrafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen opgelegde administratieve sanctie wegens handelen in strijd met geslotenverklaring

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar, op 19 april 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie, opgelegd aan de betrokkene wegens het handelen in strijd met een geslotenverklaring. De betrokkene had beroep ingesteld tegen de beslissing van de officier van justitie, die het beroep ongegrond had verklaard. De zitting vond plaats op 5 april 2023, waarbij de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig was, maar de gemachtigde van de betrokkene, Appjection B.V. (M. Lagas), niet.

De gedraging waarvoor de boete was opgelegd, betrof het negeren van een geslotenverklaring, wat in strijd is met de verkeersregels. De betrokkene voerde aan dat hij na het zien van de geslotenverklaring direct was gekeerd en had gehoopt op enige coulance. De officier van justitie handhaafde echter de beslissing en verzocht de kantonrechter om het beroep ongegrond te verklaren.

De kantonrechter oordeelde dat de gedraging van de betrokkene voldoende was komen vast te staan, aangezien hij de overtreding had erkend. De rechter benadrukte dat de discretionaire bevoegdheid van de verbalisant om een boete op te leggen niet betekent dat in alle gevallen een waarschuwing volstaat. De kantonrechter zag geen reden om de boete te matigen, gezien de omstandigheden van de zaak, en verklaarde het beroep ongegrond. Tevens werden de proceskosten niet toegewezen, omdat het beroep ongegrond was verklaard. De uitspraak werd gedaan door mr. I.H. Lips, kantonrechter, en is openbaar uitgesproken.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Handel, Kanton en Bewind
Locatie Alkmaar
Zaaknummer : 10350925 \ WM VERZ 23-115
CJIB-nummer : 247666772
Uitspraakdatum : 19 april 2023
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV) en proces-verbaal van de zitting
in de zaak van
[betrokkene]
gemachtigde : Appjection B.V. (M. Lagas)

1.Het verloop van de procedure en het proces-verbaal van de zitting

1.1.
Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
1.2.
De zaak is behandeld op de zitting van 5 april 2023. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. Gemachtigde van betrokkene is niet verschenen.
1.3.
De kantonrechter heeft na de zitting uitspraak gedaan.

2.Overwegingen

2.1.
De gedraging
De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: handelen ism geslotenverklaring (Bord C2 van het RVV 1990, eenrichtingverkeer).
2.2.
Het verweer tegen de opgelegde boete
Betrokkene is het niet eens met de beslissing van de officier van justitie en heeft aangevoerd dat betrokkene direct na het zien, danwel betreden van de geslotenverklaring is gekeerd. Betrokkene had enige coulance verwacht.
2.3.
Het standpunt van de officier van justitie
De vertegenwoordiger van de officier van justitie heeft op de zitting meegedeeld de beslissing en het standpunt te handhaven en heeft de kantonrechter verzocht om het beroep ongegrond te verklaren.
2.4.
De beoordeling van de gedraging waarvoor de boete is opgelegd
Betrokkene heeft de gedraging erkend, zodat deze is komen vast te staan. Betrokkene had enige coulance verwacht. Het is de discretionaire bevoegdheid van de verbalisant om in concrete gevallen naar aanleiding van een gebleken gedraging een boete op te leggen of daarvan af te zien. Dat in andere gevallen wellicht zou worden volstaan met een waarschuwing, of alvorens een boete op te leggen, betekent niet dat de betrokkene in dit geval, waarin vaststaat dat de gedraging is verricht, van een boete gevrijwaard zou moeten blijven. Gelet hierop is de boete terecht opgelegd.
2.5.
De beoordeling van het beroep op de omstandigheden
De kantonrechter ziet in hetgeen betrokkene heeft aangevoerd ook geen reden om de boete te matigen, omdat betrokkene zoals hij zelf aangeeft ongeveer 75 meter is doorgereden en toen pas is gekeerd. Het beroep wordt daarom ongegrond verklaard.
2.6.
Proceskosten
De kantonrechter ziet geen aanleiding om proceskosten toe te kennen, omdat het beroep ongegrond wordt verklaard.
De uitspraak
De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep ongegrond;
‒ wijst het verzoek om vergoeding van de proceskosten af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. I.H. Lips, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 110,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar. De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Datum toezending: