Uitspraak
1.Het verloop van de procedure en het proces-verbaal van de zitting
2.Overwegingen
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 19 april 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie (boete) opgelegd aan de betrokkene. De betrokkene had beroep ingesteld tegen de beslissing van de officier van justitie, die het beroep ongegrond had verklaard. De zaak werd behandeld op de zitting van 5 april 2023, waar de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig was, maar de gemachtigde van de betrokkene niet. De kantonrechter heeft na de zitting uitspraak gedaan.
De gedraging waarvoor de boete was opgelegd, betrof het handelen in strijd met een geslotenverklaring. De betrokkene voerde aan dat er geen foto in het dossier aanwezig was, waardoor het onduidelijk was of de gedraging was begaan. De vertegenwoordiger van de officier van justitie handhaafde de beslissing en overhandigde ter zitting een foto van de gedraging.
De kantonrechter oordeelde dat de officier van justitie niet had voldaan aan de informatieplicht, omdat de foto van de gedraging niet was verstrekt aan de betrokkene voordat een beslissing werd genomen. Dit leidde tot de conclusie dat het beroep tegen de beslissing van de officier van justitie gegrond was en dat deze beslissing vernietigd moest worden. De kantonrechter beoordeelde vervolgens of de boete terecht was opgelegd en concludeerde dat de boete terecht was opgelegd, omdat de gedraging voldoende kon worden vastgesteld op basis van de overgelegde schouwrapporten en de foto. Het beroep tegen de beschikking waarbij de boete was opgelegd, werd ongegrond verklaard. De kantonrechter wees ook het verzoek om proceskostenvergoeding af.