ECLI:NL:RBNHO:2023:5704

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
19 april 2023
Publicatiedatum
21 juni 2023
Zaaknummer
10350818 WM
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursstrafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Matiging van een administratieve boete wegens geslotenverklaring na verkeerssituatie

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 19 april 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie, opgelegd aan betrokkene voor het handelen in strijd met een geslotenverklaring. Betrokkene had een boete ontvangen, maar was het niet eens met de beslissing van de officier van justitie, die het beroep ongegrond had verklaard. Betrokkene heeft vervolgens beroep ingesteld bij de kantonrechter. Tijdens de zitting op 5 april 2023 heeft betrokkene zijn verweer toegelicht, waarbij hij foto’s heeft overgelegd die de situatie verduidelijkten. Hij stelde dat er een opstopping was voor de parkeergarage, waardoor hij niet meer kon keren of achteruit rijden. De vertegenwoordiger van de officier van justitie heeft de foto van de gedraging overgelegd en verzocht om het beroep ongegrond te verklaren.

De kantonrechter heeft de gedraging beoordeeld en vastgesteld dat het verboden is om zonder ontheffing buiten de inrijtijden de geslotenverklaring in te rijden. Echter, de kantonrechter heeft ook de omstandigheden van het geval in overweging genomen. Gezien de uitleg van betrokkene en de overgelegde foto’s, heeft de kantonrechter geoordeeld dat betrokkene voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat hij in redelijkheid heeft kunnen besluiten om via de geslotenverklaring te keren. Daarom heeft de kantonrechter besloten om de boete te matigen tot € 50,00, met handhaving van de administratiekosten. De beslissing van de officier van justitie is gewijzigd en het beroep is gedeeltelijk gegrond verklaard. De uitspraak is openbaar gedaan door mr. I.H. Lips, kantonrechter, en de griffier.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknummer : 10350818 \ WM VERZ 23-103
CJIB-nummer : 246290304
Uitspraakdatum : 19 april 2023
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV)
in de zaak van
[betrokkene]

1.Het verloop van de procedure

1.1.
Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond dan wel niet-ontvankelijk verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
1.2.
De zaak is behandeld op de zitting van 5 april 2023. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. Betrokkene is ook verschenen. De kantonrechter heeft na de zitting uitspraak gedaan.

2.Overwegingen

2.1.
De gedraging
De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: als bestuurder handelen in strijd met een geslotenverklaring in beide richtingen.
2.2.
Het verweer tegen de opgelegde boete
Betrokkene is het niet eens met de beslissing van de officier van justitie en heeft aangevoerd dat er een opstopping was voor de parkeergarage. Betrokkene kon met zijn voertuig niet meer keren of achteruit rijden. Betrokkene heeft toen besloten om rechtdoor te rijden en direct na de geslotenverklaring te keren. Ter zitting heeft betrokkene zijn verweer nader toegelicht en aan de hand van foto’s de situatie ten tijde van de gedraging uitgelegd.
2.3.
Het standpunt van de vertegenwoordiger van de officier van justitie
De vertegenwoordiger van de officier van justitie heeft op de zitting de foto van de gedraging overgelegd. Daarnaast blijft het standpunt van de officier van justitie gehandhaafd en wordt aan de kantonrechter verzocht om het beroep ongegrond te verklaren.
2.4.
De beoordeling van de gedraging waarvoor de boete is opgelegd
De gedraging kan naar het oordeel van de kantonrechter op basis van de ter zitting door de vertegenwoordiger van officier van justitie overgelegde foto worden vastgesteld. Het is verboden om zonder ontheffing buiten de inrijtijden de geslotenverklaring in te rijden.
2.5.
De beoordeling van het beroep op de omstandigheden
De kantonrechter heeft in dit geval aanleiding om de boete te matigen tot € 50,00 (met handhaving van de administratiekosten). Aan de hand van foto’s heeft betrokkene namelijk de situatie nader toegelicht. Hiermee heeft betrokkene voldoende aannemelijk gemaakt dat hij met zijn voertuig op dat moment geen andere kant op kon en daarom in redelijkheid heeft kunnen besluiten om via de geslotenverklaring te keren. Deze omstandigheden maken dat een matiging van de boete op zijn plaats is. Het beroep is daarom gedeeltelijk gegrond. De beslissing van officier van justitie zal worden gewijzigd.
De uitspraak
De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep gedeeltelijk gegrond;
‒ wijzigt de beslissing van de officier van justitie, in die zin dat de boete wordt gematigd tot een bedrag van € 50,00 (met handhaving van de administratiekosten);
‒ bepaalt dat de officier van justitie het bedrag dat betrokkene teveel als zekerheidstelling heeft betaald, aan betrokkene terugbetaalt.
Deze uitspraak is gedaan door mr. I.H. Lips, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 110,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar. De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Datum toezending: