ECLI:NL:RBNHO:2023:5701

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
21 juni 2023
Publicatiedatum
21 juni 2023
Zaaknummer
15.313162.20
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplegen van witwassen na ladingdiefstal van grote partij iPhones op Schiphol

Op 21 juni 2023 heeft de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die betrokken was bij de diefstal van een grote partij Apple iPhones op Schiphol. De verdachte werd beschuldigd van het medeplegen van witwassen van deze gestolen goederen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte samen met anderen in de periode van 6 tot en met 15 december 2020 een hoeveelheid van 18.090 iPhones heeft verworven en voorhanden heeft gehad, terwijl hij wist dat deze goederen van misdrijf afkomstig waren. De rechtbank heeft de geldigheid van de dagvaarding en de ontvankelijkheid van de officier van justitie bevestigd en heeft de bewijsvoering beoordeeld. De verdachte heeft een beperkte rol gespeeld in de zaak, maar de ernst van het feit, dat een aanzienlijke waarde vertegenwoordigde, heeft geleid tot een gevangenisstraf van tien maanden. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met de overschrijding van de redelijke termijn in de procedure, wat heeft geleid tot een vermindering van de straf. De rechtbank heeft de teruggave van in beslag genomen telefoons aan de verdachte gelast, omdat er onvoldoende bewijs was voor verbeurdverklaring.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Team Straf, zittingsplaats Haarlemmermeer
Meervoudige strafkamer
Parketnummer: 15.313162.20 (P)
Uitspraakdatum: 21 juni 2023
Tegenspraak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzittingen van 12 mei, 15 mei en 7 juni 2023 (sluiting van het onderzoek) in de zaak tegen:
[verdachte K] ,
geboren op [datum en plaats],
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres [woonadres verdachte].
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie, mr. R. Funke Küpper, en van wat de verdachte en zijn raadsman, mr. C.C. Polat, advocaat te Breukelen, naar voren hebben gebracht.

1.Tenlastelegging

Aan de verdachte is, na nadere omschrijving van de tenlastelegging als bedoeld in artikel 314a van het Wetboek van Strafvordering op de zitting van 12 mei 2023, ten laste gelegd dat:
hij op een of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 6 december 2020 tot en met 15 december 2020 te Almere en/of in Lijnden, gemeente Haarlemmermeer, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (van) een grote hoeveelheid Apple Iphones (te weten: 18.090 stuks, vertegenwoordigende een (winkel)waarde van ongeveer 19 miljoen USD), althans een of meer Apple Iphones,
- heeft verworven, voorhanden heeft gehad, heeft overgedragen, heeft omgezet, en/of
- gebruik heeft gemaakt,
terwijl hij, verdachte en/of zijn mededader(s) wist(en), althans redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat die voorwerp(en) - onmiddellijk of middellijk - (mede) afkomstig was/waren uit enig misdrijf.

2.Voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

3.Beoordeling van het bewijs

3.1
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van het ten laste gelegde feit. Op het standpunt van de officier van justitie zal hierna, voor zover van belang, nader worden ingegaan.
3.2
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft integrale vrijspraak bepleit. Op het verweer van de raadsman zal hierna, voor zover van belang, worden ingegaan.
3.3
Oordeel van de rechtbank
3.3.1
Bewijsmiddelen
De rechtbank komt tot bewezenverklaring het ten laste gelegde feit op grond van de bewijsmiddelen die in de bijlage bij dit vonnis zijn opgenomen.
3.3.2
Bewijsoverweging
Op grond van de inhoud van het dossier en wat op de zitting is besproken stelt de rechtbank de volgende feiten en omstandigheden vast.
Op 6 december 2020 is tussen 4:15 uur en 6:10 uur een grote hoeveelheid Apple iPhones (18.090 stuks) uit de loods van vrachtafhandelaar [vrachtafhandelingsbedrijf] te Schiphol weggenomen. Het gaat om een partij met een geschatte retailwaarde van ongeveer 19 miljoen US dollar. Deze lading gestolen iPhones is door medeverdachte [medeverdachte P] bij [vrachtafhandelingsbedrijf] opgehaald met wat achteraf valse vrachtbrieven of zogenoemde Notifications of Arrival (hierna: NOA’s) bleken te zijn. [Medeverdachte P] heeft de lading vervolgens naar een loods in Almere gebracht, waar deze omstreeks 7:00 uur door hem is gelost in het bijzijn van onder meer de verdachte. De loods, gelegen aan de [adres loods] te Almere, was door de eigenaar op 6 december 2020 ter beschikking gesteld aan de verdachte, die deze loods wel vaker gebruikte voor de opslag van spullen. De verdachte is eigenaar van meerdere ondernemingen die zich bezig houden met de verkoop, reparatie en handel in elektronica, waaronder mobiele telefoons. Hij had de loods voor 6 december 2020 geregeld in verband met het bekijken en mogelijk kopen van een partij telefoons van een persoon die hij Hassan noemt. Het grootste deel van de door [medeverdachte P] geloste lading (19 of 20 pallets) is vanuit de loods in diverse voertuigen door Hassan en daar aanwezige personen weer meegenomen. Twee in de loods achtergebleven pallets met in totaal 213 dozen met telefoons zijn in een bestelbus van de verdachte geladen. De verdachte heeft zich een dag later, op 7 december 2020 met deze pallets met telefoons bij het bedrijf [expeditiebedrijf] te Lijnden gemeld. De verdachte heeft bij [expeditiebedrijf] aangegeven dat de dozen verzekerd naar Hong Kong moesten worden verstuurd en dat hij de daarvoor benodigde factu(u)r(en) nog zou sturen. De facturen voor de zending heeft [expeditiebedrijf] echter niet ontvangen. Op 8 december 2020 heeft de verdachte de zending bij [expeditiebedrijf] weer laten ophalen.
De rechtbank leidt uit de hiervoor opgesomde feiten en omstandigheden af dat de verdachte in de ten laste gelegde periode twee pallets met dozen gestolen iPhones heeft verworven en voorhanden heeft gehad. De rechtbank verwerpt het in dit verband door de raadsman gevoerde verweer dat de verdachte geen betrokkenheid heeft gehad bij de twee pallets met telefoons. Uit de bewijsmiddelen volgt immers dat de verdachte een loods heeft geregeld om een aan hem aangeboden partij telefoons te kunnen inspecteren en mogelijk te kopen. De handelingen die de verdachte vervolgens ten aanzien van de twee in de loods achtergebleven pallets met telefoons heeft verricht kunnen naar het oordeel van de rechtbank niet anders worden geduid dan dat hij over die goederen kon beschikken en daarmee kon handelen. Zo heeft de verdachte niet alleen de twee pallets met telefoons vanuit de loods in zijn bestelbus geladen waarna deze een dag later - met een andere bestelbus - naar [expeditiebedrijf] zijn vervoerd, ook was zijn voornemen deze goederen naar het buitenland te (laten) versturen.
Voor dat oordeel maakt geen verschil dat de verdachte mogelijk niet in de witte Ford Transit (kenteken [xx]) heeft gezeten waarmee de twee pallets op 7 december 2020 bij [expeditiebedrijf] zijn gebracht en evenmin dat de verdachte niet aanwezig is geweest bij het weer ophalen van de pallets bij datzelfde bedrijf een dag later. Uit de camerabeelden, de verklaring van [medewerker C], werknemer van [expeditiebedrijf], en een afgeluisterd gesprek met [eigenaar expeditiebedrijf], eigenaar van [expeditiebedrijf], volgt namelijk dat het de verdachte is geweest die zich bij [expeditiebedrijf] heeft gemeld met de twee pallets en heeft aangegeven dat deze lading verzekerd naar Hong Kong moest worden verstuurd. Ook in het op 8 december 2020 gevoerde en afgeluisterde gesprek tussen de verdachte en [eigenaar expeditiebedrijf] gaat het over de lading die de verdachte heeft geleverd, dat de verdachte het (
de rechtbank begrijpt: die lading) weer gaat ophalen en dat het gaat om een lading die namens ons (
de rechtbank begrijpt: mede namens de verdachte) verstuurd had moeten worden. Bovendien heeft de verdachte tegenover de rechter-commissaris (voorafgaand aan de inbewaringstelling) ook verklaard dat hij zich verantwoordelijk heeft gesteld voor de telefoons.
De rechtbank acht in het licht van deze bewijsmiddelen de op de zitting - ruim twee jaar na dato - afgelegde getuigenverklaring van [getuige S], die er in de kern op neerkomt dat hij verantwoordelijk is voor de telefoons en dat hij daarbij enkel is geholpen door de verdachte die zelf met die telefoons niets te maken zou hebben, niet geloofwaardig.
De vraag die vervolgens moet worden beantwoord is of de verdachte opzet heeft gehad op het van misdrijf afkomstig zijn van die goederen. Die vraag beantwoordt de rechtbank bevestigend. De verdachte heeft zelf in één van zijn verhoren bij de Koninklijke Marechaussee verklaard dat hij schrok en buikpijn kreeg van de omvang van de lading die op 6 december 2020 in de loods in Almere werd gebracht. Zijn verklaring komt er op neer dat hij weet dat niemand zo veel telefoons in één keer kan leveren en dat bedrijven als bijvoorbeeld een Mediamarkt of een Apple Store zulke hoeveelheden ook niet in voorraad hebben. Gelet op deze verklaring als ook de omstandigheid dat de verdachte de partij telefoons, waaronder de twee pallets, zo snel als mogelijk weer weg wilde hebben, duidt erop dat de verdachte wist dat het om een illegale, dat wil zeggen van misdrijf afkomstige partij Apple iPhones ging.
De conclusie luidt dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat de verdachte in de ten laste gelegde periode samen met een ander of anderen twee pallets met Apple iPhones heeft verworven en voorhanden gehad, terwijl hij wist dat deze goederen van misdrijf afkomstig waren.
Anders dan de officier van justitie, is de rechtbank van oordeel dat het dossier onvoldoende bewijs bevat dat de verdachte de gehele zending heeft witgewassen. Er zijn weliswaar aanwijzingen dat de verdachte mogelijk ook betrokken is geweest bij de andere pallets van de gestolen zending afkomstige iPhones die later in Nederland en Duitsland zijn aangetroffen, maar deze zijn van onvoldoende gewicht om het bewijs te leveren dat de verdachte dit deel van de zending heeft witgewassen.
3.4
Bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan, met dien verstande dat:
hij in de periode van 6 december 2020 tot en met 15 december 2020 in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, een hoeveelheid Apple iPhones heeft verworven en voorhanden heeft gehad, terwijl hij, verdachte en zijn mededader(s) wisten dat die voorwerpen - onmiddellijk of middellijk - afkomstig waren uit enig misdrijf.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten zijn in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde op de zitting is de verdachte daardoor niet geschaad in zijn verdediging.
Wat aan de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hier als bewezen is aangenomen, is niet bewezen. De verdachte zal hiervan worden vrijgesproken.

4.Kwalificatie en strafbaarheid van het feit

Het
bewezenverklaardelevert op:
medeplegen van witwassen.
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden waardoor de wederrechtelijkheid aan het bewezen verklaarde feit zou ontbreken. Het bewezen verklaarde feit is dus strafbaar.

5.Strafbaarheid van de verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.

6.Motivering van de sanctie

6.1
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd de verdachte te veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van dertig maanden, met aftrek van de in voorarrest doorgebrachte tijd.
6.2
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft in het geval de rechtbank tot een veroordeling en strafoplegging komt, verzocht bij de strafmaat rekening te houden met de beperkte rol van de verdachte die hooguit aan twee pallets met goederen is te koppelen. Daarnaast heeft de raadsman verzocht in aanmerking te nemen het blanco strafblad van de verdachte en de overschrijding van de redelijke termijn in de zaak. In de visie van de verdediging doet een andere strafmodaliteit dan een vrijheidsbenemende straf, zoals een taakstraf, meer recht aan de zaak.
6.3
Oordeel van de rechtbank
Bij de beslissing over de sanctie die aan de verdachte moet worden opgelegd, heeft de rechtbank zich laten leiden door de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, alsmede de persoon van de verdachte, zoals van een en ander uit het onderzoek op de zitting is gebleken. De rechtbank heeft daarbij ook acht geslagen op het feit dat de verdachte niet eerder is veroordeeld voor een strafbaar feit. In het bijzonder heeft de rechtbank het volgende in aanmerking genomen.
De verdachte heeft een grote hoeveelheid gestolen Apple iPhones witgewassen. Het gaat om een deel van een partij telefoons die kort daarvoor vanaf het terrein van een vrachtafhandelaar op het beveiligde terrein van Schiphol was weggenomen en naar een loods in Almere was vervoerd. De verdachte heeft twee pallets met deze producten vanuit die loods in Almere naar het bedrijf [expeditiebedrijf] in Lijnden gebracht of laten brengen. Toen bleek dat de voor verzending naar het buitenland benodigde papieren niet geleverd konden worden, heeft de verdachte de pallets weer laten ophalen en vermoedelijk via een andere weg naar het buitenland laten brengen. Witwassen vormt een ernstige bedreiging van de legale economie en tast de integriteit van het financiële en economische verkeer aan. Bovendien houdt het andere vormen van criminaliteit in stand. Het gaat om een aanzienlijk aantal goederen die een eveneens aanzienlijke waarde vertegenwoordigen. De rechtbank heeft rekening gehouden met het feit dat de verdachte in het onderhavig onderzoek een beperktere rol heeft gehad en (slechts) betrokken is geweest bij een gedeelte van de gestolen lading.
De ernst en de omvang van het feit maken dat de rechtbank een gevangenisstraf van twaalf maanden in beginsel een passende straf vindt. De rechtbank ziet geen aanleiding te kiezen voor een andere strafmodaliteit, zoals een taakstraf. Daarvoor is het feit te ernstig.
De rechtbank heeft geconstateerd dat de redelijke termijn als bedoeld in artikel 6, eerste lid van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) met ruim zes maanden is overschreden. De verdachte is op 10 december 2020 in verzekering gesteld en de rechtbank wijst pas nu vonnis. Daarom zal de rechtbank in plaats van een gevangenisstraf van twaalf maanden, een gevangenisstraf van tien maanden opleggen.
Tenuitvoerlegging van deze straf zal volledig plaatsvinden binnen een penitentiaire inrichting, tot het moment dat de verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma als bedoeld in artikel 4 van de Penitentiaire beginselenwet.

7.Beslag

Onder de verdachte zijn in beslag genomen twee telefoons, namelijk een Apple iPhone (nr. 21) en een Samsung (nr. 33). De officier van justitie heeft gevorderd dat de Apple iPhone aan de verdachte wordt teruggegeven en dat de Samsung telefoon verbeurd wordt verklaard, aangezien het een zogeheten actietelefoon betreft. De raadsman heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
De rechtbank is van oordeel dat de onder de verdachte in beslag genomen en niet teruggegeven telefoons moeten worden teruggegeven aan de verdachte. De rechtbank kan ten aanzien van de Samsung telefoon (gebruikt met telefoonnummer eindigend op *7240) op grond van het dossier niet, dan wel in onvoldoende mate, vaststellen dat die telefoon een zogeheten actietelefoon betreft die is gebruikt bij het begaan of de voorbereiding van het bewezen verklaarde feit. Het enkele feit dat dit telefoonnummer op 10 december 2020 contact heeft gehad met een Chinees nummer dat mogelijk door [betrokkene B] in gebruik is geweest en dat het nummer in de bewezen verklaarde periode contact heeft gehad met [betrokkene O] (een werknemer van de verdachte) is daartoe onvoldoende. Bij gebrek aan een wettelijke grondslag voor verbeurdverklaring, zal de rechtbank beslissen dat ook deze telefoon aan de verdachte moet worden teruggegeven.

8.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De wetsartikelen die van toepassing zijn, zijn de wetsartikelen 47 en 420bis van het Wetboek van Strafrecht.

9.Beslissing

De rechtbank:
Verklaart bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan zoals hiervoor onder 3.4 weergegeven.
Verklaart niet bewezen wat aan de verdachte onder dit feit meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt hem daarvan vrij.
Bepaalt dat het bewezen verklaarde feit het hierboven onder 4. vermelde strafbare feit oplevert.
Verklaart de verdachte hiervoor strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot
een gevangenisstraf voor de duur van 10 maanden.
Bepaalt dat de tijd die de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van dit vonnis in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van deze straf in mindering wordt gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Gelast de teruggave aan de verdachte van 1 Apple iPhone (nr. 21) en 1 Samsung (nr. 33).
Samenstelling rechtbank en uitspraakdatum
Dit vonnis is gewezen door
mr. M. Hoendervoogt, voorzitter,
mr. N. Boots en mr. G.D. Kleijne, rechters,
in tegenwoordigheid van de griffiers, mr. P.H. Boersma en mr. L.L. de Vries,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 21 juni 2023.
De voorzitter, mr. M. Hoendervoogt, is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.