ECLI:NL:RBNHO:2023:5699

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
21 juni 2023
Publicatiedatum
21 juni 2023
Zaaknummer
15.151187.21
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van medewerker vrachtafhandelingsbedrijf in ladingdiefstal van iPhones op Schiphol

Op 21 juni 2023 heeft de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een medewerker van een vrachtafhandelingsbedrijf, die werd verdacht van betrokkenheid bij de diefstal van een grote partij Apple iPhones op Schiphol. De diefstal vond plaats op 14 maart 2020, waarbij een partij iPhones met een waarde van ongeveer 2,9 miljoen USD werd weggenomen. De verdachte was beschuldigd van het medeplegen van deze diefstal, maar de rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was voor zijn betrokkenheid.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat zij bevoegd was om de zaak te behandelen. De officier van justitie had gerekwireerd tot bewezenverklaring van het primair ten laste gelegde feit, terwijl de verdediging pleitte voor integrale vrijspraak. Na beoordeling van het bewijs kwam de rechtbank tot de conclusie dat niet wettig en overtuigend bewezen kon worden dat de verdachte op de hoogte was van de diefstal.

De rechtbank concludeerde dat de verdachte, die op de dag van de diefstal dienst had, de door de medeverdachte aangeboden documenten had gecontroleerd, maar dat er geen bewijs was dat hij daarbij in strijd met de procedures had gehandeld. De telefonische contacten met de medeverdachte gaven weliswaar aanleiding tot verdenking, maar zonder inhoudelijke bewijsvoering kon de rechtbank niet tot een veroordeling komen. Daarom werd de verdachte vrijgesproken van zowel het primair als het subsidiair ten laste gelegde feit.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Team Straf, zittingsplaats Haarlemmermeer
Meervoudige strafkamer
Parketnummer: 15.151187.21
Uitspraakdatum: 21 juni 2023
Tegenspraak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzittingen van 24 mei en 7 juni 2023 (sluiting van het onderzoek) in de zaak tegen:
[verdachte S] ,
geboren op [datum en plaats],
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres [woonadres verdachte].
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie, mr. R. Funke Küpper, en van wat de verdachte en zijn raadsvrouw, mr. K.C. van Hoogmoed, advocaat te Haarlem, naar voren hebben gebracht.

1.Tenlastelegging

Aan de verdachte is, na wijziging van de tenlastelegging op de zitting van 24 mei 2023, ten laste gelegd dat:
primairhij op of omstreeks 14 maart 2020 te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een grote hoeveelheid Apple Iphones (vertegenwoordigende een (winkel)waarde van ongeveer 2.9 miljoen USD), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [transportbedrijf] en/of [vrachtafhandelingsbedrijf] en/of Apple, in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of die weg te nemen goederen onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van een valse sleutel, te weten door een ACN pas (waartoe de (mede)verdachte niet gerechtigd was) en/of door een valse of vervalste NOA/vrachtbrief aan te bieden bij [vrachtafhandelingsbedrijf];
subsidiair[medeverdachte JB] en/of [medeverdachte HB] en/of andere personen op of omstreeks 14 maart 2020 te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een grote hoeveelheid Apple Iphones (vertegenwoordigende een (winkel)waarde van ongeveer 2.9 miljoen USD), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [transportbedrijf] en/of [vrachtafhandelingsbedrijf] en/of Apple, in elk geval aan een ander dan die [medeverdachte JB] en/of [medeverdachte HB] en/of mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl die [medeverdachte JB] en/of [medeverdachte HB] en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of die weg te nemen goederen onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van een valse sleutel, te weten door een ACN pas (waartoe de (mede)verdachte niet gerechtigd was) en/of door een valse of vervalste NOA/vrachtbrief aan te bieden bij [vrachtafhandelingsbedrijf],
bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte op een of meer tijdstippen op of omstreeks 14 maart 2020 te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer, opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft, door
- met een (actie)telefoon(s) met de nummers *0199 en/of *2814 contact te hebben met [medeverdachte HB] over de zending en/of aan [medeverdachte HB] of anderen inlichtingen te verschaffen over de aanwezigheid, afgifte of levering van voornoemde zending, en/of
- na controle van de ACN-pas en/of gegevens van [medeverdachte JB] en/of controle van de valse/vervalste NOA’s/vrachtbrieven en/of de airwaybillnummers daarop, voornoemde zending uit te slaan, zodat [medeverdachte JB] de zending kon ophalen in de vrachtloods.

2.Voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

3.Beoordeling van het bewijs

3.1
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van het primair ten laste gelegde feit.
3.2
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft integrale vrijspraak bepleit. Op het verweer van de raadsvrouw zal hierna, voor zover van belang, worden ingegaan.
3.3
Oordeel van de rechtbank
Naar het oordeel van de rechtbank is niet wettig en overtuigend bewezen wat de verdachte primair en subsidiair ten laste is gelegd, zodat hij daarvan moet worden vrijgesproken. De rechtbank overweegt daartoe als volgt.
Op grond van de inhoud van het dossier en wat op de zitting is besproken, stelt de rechtbank het volgende vast. Op 14 maart 2020 is bij vrachtafhandelaar [vrachtafhandelingsbedrijf], gevestigd te Schiphol, een lading Apple iPhones weggenomen. Het gaat om een partij telefoons met een geschatte retailwaarde van ruim 2,9 miljoen US dollar. De lading is tussen 19:10 en 20:10 uur opgehaald door chauffeur, tevens medeverdachte, [medeverdachte JB], die daarbij gebruik heeft gemaakt van een zogeheten ACN-pas waartoe hij op dat moment niet meer gerechtigd was. Ook heeft [medeverdachte JB] bij [vrachtafhandelingsbedrijf] valse vrachtbrieven of zogenoemde Notifications of Arrival (hierna: NOA’s) laten zien. De verdachte, werkzaam bij [vrachtafhandelingsbedrijf], heeft op 14 maart 2020 de door [medeverdachte JB] aangeboden ACN-pas en - naar achteraf is gebleken valse - NOA’s aan de hand van de daarop voorkomende airwaybillnummers gecontroleerd. De verdachte heeft vervolgens een uitslagbon naar de loods verstuurd en aan [medeverdachte JB] een volgnummer meegegeven waarmee hij zich kon melden in de loods om de lading op te halen. Ten aanzien van de verdachte kan op basis van het dossier verder worden aangenomen dat hij de gebruiker is van de telefoonnummers eindigend op *2814 en *0199, met welke nummers op 14 maart 2020 vier keer en op 15 maart 2020 één keer telefonisch contact is geweest met een telefoonnummer dat wordt toegeschreven aan medeverdachte [medeverdachte HB]. Deze telefonische contacten vonden plaats op 14 maart 2020 aan het begin van de middag (drie keer) en laat op de avond en op 15 maart 2020 aan het begin van de middag.
Ook als ervan wordt uitgegaan dat [medeverdachte HB] medepleger is van de op 14 maart 2020 gepleegde ladingdiefstal en daarbij een regisserende rol heeft gehad, zoals de rechtbank in het vonnis van heden in de zaak van [medeverdachte HB] heeft vastgesteld, kan aan de hiervoor gedane vaststellingen niet het wettig en overtuigend bewijs worden ontleend dat de verdachte wetenschap had van die diefstal. De telefonische contacten op 14 maart 2020 geven weliswaar te denken, maar zonder de inhoud daarvan kunnen op basis van die contacten geen conclusies worden getrokken ten aanzien van de wetenschap en daarmee het opzet van de verdachte. De omstandigheid dat de verdachte op 14 maart 2020 dienst had en na controle van de ACN-pas en de NOA's een uitslagbon aan de chauffeur heeft gegeven, maakt dit niet anders. Het dossier bevat geen bewijs dat de verdachte daarbij in strijd met de destijds geldende procedures heeft gehandeld. Daarbij komt dat uit de verklaring van de security-manager van [vrachtafhandelingsbedrijf] kan worden afgeleid dat NOA’s een verschillende opmaak (kunnen) hebben en dat de opmaak en het lettertype van de in dit geval door de chauffeur aan de verdachte getoonde NOA’s op het eerste gezicht overeenkomen met originele documenten.
Bij gebrek aan bewijs voor de wetenschap van de verdachte van de gepleegde ladingdiefstal, kan het voor medeplegen of medeplichtigheid vereiste opzet niet worden bewezen verklaard. Dit betekent dat de verdachte van het primair en het subsidiair aan hem ten laste gelegde feit wordt vrijgesproken.

4.Beslissing

De rechtbank:
Verklaart niet bewezen wat aan de verdachte primair en subsidiair is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij.
Samenstelling rechtbank en uitspraakdatum
Dit vonnis is gewezen door
mr. M. Hoendervoogt, voorzitter,
mr. N. Boots en mr. G.D. Kleijne, rechters,
in tegenwoordigheid van de griffiers, mr. P.H. Boersma en mr. L.L. de Vries,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 21 juni 2023.
De voorzitter, mr. M. Hoendervoogt, is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.