In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Noord-Holland op 28 februari 2023, is een kort geding aan de orde waarin [eiser/verweerder] vordert dat [gedaagde/eiseres] medewerking verleent aan de taxatie van een appartement. De partijen zijn voormalige echtgenoten die in gemeenschap van goederen waren gehuwd. Na hun echtscheiding is er onenigheid ontstaan over de verdeling van de ontbonden huwelijksgemeenschap, met name over de eigendomsrechten van het appartement in Marmaris, Turkije. De rechtbank had eerder bepaald dat als partijen geen overeenstemming kunnen bereiken over de waarde van het aandeel van [gedaagde/eiseres] in het appartement, zij een taxatieopdracht moeten geven aan een deskundige makelaar.
Tijdens de procedure hebben partijen geprobeerd overeenstemming te bereiken, maar dit is niet gelukt. [eiser/verweerder] stelt dat er een spoedeisend belang is bij de taxatie, terwijl [gedaagde/eiseres] betwist dat dit belang voldoende is onderbouwd. De voorzieningenrechter oordeelt dat [eiser/verweerder] zijn spoedeisend belang niet voldoende heeft aangetoond, vooral gezien het feit dat er nog een schorsingsincident loopt bij het gerechtshof. De rechtbank concludeert dat de vordering van [eiser/verweerder] moet worden afgewezen, en compenseert de proceskosten tussen partijen, zodat ieder zijn eigen kosten draagt.
De beslissing van de rechtbank is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, maar de vordering tot medewerking aan de taxatieopdracht is afgewezen. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. H.A. Pott Hofstede.