Op 8 juni 2023 heeft de Rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar, uitspraak gedaan in een zaak betreffende de verlening van een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De officier van justitie had op 25 mei 2023 een verzoek ingediend voor het verlenen van een zorgmachtiging ten aanzien van de betrokkene, die lijdt aan een schizo-affectieve stoornis. De mondelinge behandeling vond plaats op 8 juni 2023, waarbij de rechtbank de betrokkene en haar advocaat heeft gehoord, evenals een arts-assistent en een verpleegkundige. De officier van justitie was niet ter zitting aanwezig.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene ernstig nadeel ondervindt door haar psychische stoornis, wat leidt tot ernstig lichamelijk letsel en ernstige psychische schade. Om dit nadeel af te wenden, heeft de rechtbank geoordeeld dat verplichte zorg noodzakelijk is, waaronder het toedienen van medicatie, het beperken van de bewegingsvrijheid, en opname in een accommodatie. De rechtbank heeft ook overwogen dat er geen minder bezwarende alternatieven zijn die hetzelfde effect zouden hebben.
De advocaat van de betrokkene heeft verweer gevoerd tegen de duur van de zorgmachtiging, maar de rechtbank heeft geoordeeld dat de zorgmachtiging voor een periode van zes maanden kan worden verleend, tot en met 8 december 2023. De rechtbank heeft geconcludeerd dat voldaan is aan de criteria voor verplichte zorg zoals vastgelegd in de Wvggz. De beschikking is openbaar uitgesproken en de schriftelijke uitwerking is vastgesteld op 13 juni 2023. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.