ECLI:NL:RBNHO:2023:5493

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
8 juni 2023
Publicatiedatum
15 juni 2023
Zaaknummer
C/15/339806
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlening van een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 8 juni 2023 heeft de Rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar, uitspraak gedaan in een zaak betreffende de verlening van een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De officier van justitie had op 25 mei 2023 een verzoek ingediend voor het verlenen van een zorgmachtiging ten aanzien van de betrokkene, die lijdt aan een schizo-affectieve stoornis. De mondelinge behandeling vond plaats op 8 juni 2023, waarbij de rechtbank de betrokkene en haar advocaat heeft gehoord, evenals een arts-assistent en een verpleegkundige. De officier van justitie was niet ter zitting aanwezig.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene ernstig nadeel ondervindt door haar psychische stoornis, wat leidt tot ernstig lichamelijk letsel en ernstige psychische schade. Om dit nadeel af te wenden, heeft de rechtbank geoordeeld dat verplichte zorg noodzakelijk is, waaronder het toedienen van medicatie, het beperken van de bewegingsvrijheid, en opname in een accommodatie. De rechtbank heeft ook overwogen dat er geen minder bezwarende alternatieven zijn die hetzelfde effect zouden hebben.

De advocaat van de betrokkene heeft verweer gevoerd tegen de duur van de zorgmachtiging, maar de rechtbank heeft geoordeeld dat de zorgmachtiging voor een periode van zes maanden kan worden verleend, tot en met 8 december 2023. De rechtbank heeft geconcludeerd dat voldaan is aan de criteria voor verplichte zorg zoals vastgelegd in de Wvggz. De beschikking is openbaar uitgesproken en de schriftelijke uitwerking is vastgesteld op 13 juni 2023. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Familie en Jeugd
locatie Alkmaar
Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg
zaak-/rekestnr.: C/15/339806 / FA RK 23-2245
beschikking van de enkelvoudige kamer van 8 juni 2023,
naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg, ten aanzien van:
[betrokkene],
geboren op [geboortedatum] , [plaats] ,
wonende te [adres] ,
thans verblijvende
in [verblijfplaats] ,
hierna: betrokkene,
advocaat mr. E.M. Fortuin, gevestigd te Amstelveen.

1.Procedure

1.1.
Bij het verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 25 mei 2023, heeft de officier van justitie verzocht om afgifte van een zorgmachtiging ten aanzien van betrokkene.
1.2.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • het zorgplan van 8 mei 2023;
  • de medische verklaring van 23 mei 2023;
  • de bevindingen van de geneesheer-directeur van 23 mei 2023;
  • een verklaring niet voorkomen in het curatele- en bewindregister van 25 mei 2023.
1.3.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 8 juni 2023, in het gebouw van voornoemde accommodatie.
1.4.
De rechtbank heeft de volgende personen gehoord:
  • betrokkene, bijgestaan door haar advocaat;
  • [arts-assistent] , arts-assistent;
  • [verpleegkundige] , verpleegkundige.
1.5.
De officier van justitie heeft aangegeven niet ter zitting te zullen verschijnen.

2.Beoordeling

2.1.
Uit de overgelegde stukken en het behandelde ter zitting is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten een schizo-affectieve stoornis.
2.2.
Uit de overgelegde stukken en het behandelde ter zitting is gebleken dat er door voornoemde stoornis ernstig nadeel voor of van betrokkene of een ander is, te weten:
  • ernstig lichamelijk letsel;
  • ernstige psychische schade.
2.3.
Om het ernstig nadeel af te wenden of de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen of de door de stoornis bedreigde of aangetaste fysieke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen, heeft betrokkene zorg nodig.
2.4.
De rechtbank is van oordeel dat de volgende vormen van verplichte zorg nodig zijn om het nadeel af te wenden, te weten:
- het toedienen van medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
- het beperken van bewegingsvrijheid, telkens maximaal 3 maanden;
- het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten,
- opnemen in een accommodatie, telkens maximaal 3 maanden,
2.5.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
2.6.
De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief.
2.7.1
De advocaat van betrokkene heeft als verweer opgeworpen dat de termijn van de zorgmachtiging moet worden beperkt tot een periode van zes maanden. De officier van justitie heeft aan de rechtbank verzocht een zorgmachtiging te verlenen voor de duur van maximaal twaalf maanden. De advocaat stelt zich op het standpunt dat de officier van justitie te laat is met het indienen van het verzoek en zij beroept zich op artikel 6:5 onder a van de Wvggz. Het verzoek is ingediend op 25 mei 2023, bovendien vindt de mondelinge behandeling van het verzoek plaats na de expiratiedatum van 30 mei 2023, te weten op de zitting van 8 juni 2023.
2.7.2.
De rechtbank stelt vast dat op 9 juli 2021 een zorgmachtiging is verleend voor de duur van zes maanden tot en met 9 januari 2022 en vervolgens op 21 december 2021 een zorgmachtiging is verleend voor de duur van twaalf maanden tot en met 21 december 2022. Op 30 november 2022 is vervolgens een zorgmachtiging verleend, waarbij de rechtbank de termijn van de zorgmachtiging in duur heeft beperkt tot een periode van zes maanden, te weten tot en met 30 mei 2023. Verder stelt de rechtbank vast dat de officier van justitie thans de rechtbank een opvolgende zorgmachtiging verzoekt voor de duur van 12 maanden. Dit verzoek is behandeld op de zitting van 8 juni 2023.
2.7.3.
Uit het voorliggende verzoek (ingediend kort voor de expiratiedatum van de lopende zorgmachtiging) begrijpt de rechtbank dat de officier bedoeld heeft een verzoek in te dienen conform artikel 6:6 lid 2 van de Wvggz waarbij is bepaald dat de maximale termijn van twaalf maanden geldt.
Gelet op het feit dat de laatst geldende machtiging van betrokkene is afgegeven op grond van artikel 6:6 onder a van de Wvggz, (weliswaar door de rechtbank in duur beperkt) is echter sprake van een situatie als bepaald in artikel 6:6 onder a van de Wvggz. In artikel 6:6 onder a van de Wvggz is bepaald dat de zorgmachtiging vervalt indien de geldigheidsduur is verstreken, tenzij de officier van justitie uiterlijk vier weken voordat de geldigheidsduur is verstreken een nieuw verzoekschrift voor een zorgmachtiging heeft ingediend, in welk geval de eerdere zorgmachtiging vervalt als de rechter op het verzoekschrift heeft beslist of door het verstrijken van de termijn, als bedoeld, in artikel 6:2 eerste lid onderdeel e.
De rechtbank is van oordeel dat, nu het verzoek niet binnen de termijn van 4 weken voor de expiratiedatum van 30 mei 2023 is ingediend en op de zitting van 8 juni 2023 is behandeld, artikel 6:5 onder a van de Wvggz van toepassing is.
2.8.
De rechtbank ziet in hetgeen hiervoor is overwogen aanleiding om de zorgmachtiging te verlenen voor een periode van
6 maanden.
2.9.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de duur van
6 maanden, en geldt aldus tot en met 8 december 2023.

3.Beslissing

De rechtbank:
- verleent een zorgmachtiging ten aanzien van [betrokkene] , geboren op [geboortedatum] , [plaats] , met de vormen van verplichte zorg zoals hierboven onder 2.4 is vermeld, alles voor de volledige duur van de zorgmachtiging, tenzij onder 2.4 een kortere duur is vermeld.
- bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met
8 december 2023.
Deze beschikking is gegeven door mr. J.A.C.R.W. VerLoren van Themaat-van der Hoeven, rechter, in tegenwoordigheid van E.B.B.M. van Linden als griffier en in het openbaar uitgesproken op 8 juni 2023.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 13 juni 2023.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.