In deze zaak heeft de kinderrechter op 25 mei 2023 uitspraak gedaan over het verzoek van de gecertificeerde instelling De William Schrikker Stichting om de ondertoezichtstelling van de minderjarige, hierna te noemen [de minderjarige], te verlengen. De minderjarige woont bij haar moeder, die de afgelopen jaren aanzienlijke vooruitgang heeft geboekt in haar opvoedingsvaardigheden en de samenwerking met de hulpverlening. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de thuissituatie van [de minderjarige] momenteel voldoende veilig is, ondanks eerdere zorgen over de situatie van haar broer en zussen. De moeder heeft laten zien dat zij in staat is om de zorg voor [de minderjarige] op zich te nemen en heeft positieve feedback ontvangen van de hulpverleners. De kinderrechter heeft de zorgen van de school over het niveau van [de minderjarige] genoteerd, maar deze zijn niet gerelateerd aan de opvoedvaardigheden van de moeder. De vader van [de minderjarige] is niet betrokken bij de hulpverlening en zijn standpunt is onbekend. De kinderrechter heeft uiteindelijk besloten het verzoek tot verlenging van de ondertoezichtstelling af te wijzen, waardoor de ondertoezichtstelling op 3 juni 2023 zal eindigen. De kinderrechter heeft het vertrouwen uitgesproken dat de moeder, indien nodig, hulp zal inschakelen voor [de minderjarige].