ECLI:NL:RBNHO:2023:5397
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Ontzegging van omgang tussen een minderjarige en haar biologische moeder op basis van ernstige bezwaren
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 13 juni 2023 uitspraak gedaan in een verzoek van de biologische moeder van een minderjarige, die sinds 2010 bij pleegouders woont. De biologische moeder verzocht om een omgangsregeling met de minderjarige, die zij als een gefaseerde opbouw tussen haar en haar andere kinderen wilde vaststellen. De pleegouders hebben echter verweer gevoerd tegen dit verzoek en de omgang ontzegd, stellende dat de minderjarige geen behoefte heeft aan contact met haar biologische moeder en zusjes. De rechtbank heeft de procedure op 16 mei 2023 behandeld, waarbij de minderjarige haar mening kenbaar heeft gemaakt aan de kinderrechter. De rechtbank heeft vastgesteld dat de minderjarige ernstige bezwaren heeft tegen omgang met haar biologische moeder, wat blijkt uit haar duidelijke en consistente weigering om contact te hebben. De rechtbank heeft ook overwogen dat de biologische moeder in het verleden onvoldoende inspanningen heeft geleverd om contact te onderhouden, wat heeft geleid tot de huidige situatie. De rechtbank heeft geconcludeerd dat omgang met de biologische moeder niet in het belang van de minderjarige is en heeft het verzoek van de biologische moeder afgewezen. De rechtbank heeft de moeder het recht op omgang ontzegd, met de hoop dat zij dit kan respecteren en de minderjarige de ruimte geeft om haar eigen weg te gaan.