Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.[eiser1],
[eiser2],
1.De procedure
- het tussenvonnis van 23 november 2022
- de akte houdende vermeerdering eis met producties 78 tot en met 106 van de zijde van [eiser1] c.s.
- de aanvullende producties 27 en 28 van de zijde van de gemeente
- de aanvullende producties 107 en 108 van de zijde van [eiser1] c.s.
- de aanvullende productie 29 van de zijde van de gemeente
- de mondelinge behandeling van 6 april 2023, waarvan de griffier aantekeningen heeft bijgehouden
- de comparitie aantekeningen van mr. Van Schie namens [eiser1] c.s.
- de spreekaantekeningen van mrs. Paternotte en C.J. Loggen-ten Hoopen namens de gemeente.
2.De zaak in het kort
3.Feiten
6.2. Naar het oordeel van de Afdeling is het initiatief van [eiser1] c.s. voldoende concreet en tijdig kenbaar gemaakt bij de raad. In dit verband is van belang dat ter zitting is gebleken dat al in 2011 een bouwplan voor de urban villa is vastgesteld dat sindsdien niet of nauwelijks is gewijzigd. Eveneens zijn al meerdere concept-anterieure overeenkomsten uitgewisseld, waarin de plannen voor de urban villa zijn vastgelegd. Verder is ter zitting duidelijk geworden dat het initiatief zag op een urban villa met 5 bouwlagen inclusief een verdiepte parkeergarage.
4.Het geschil
5.De beoordeling
Opzettelijk tegenwerken
Onrechtmatige besluitvorming
6.De beslissing
19 juli 2023voor het nemen van een akte door beide partijen over: