Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De procedure
- de dagvaarding
- de incidentele conclusie tot onbevoegdverklaring
- de incidentele conclusie van antwoord.
2.De beoordeling in het incident
3.De beslissing
26 juli 2023voor conclusie van antwoord.
Rechtbank Noord-Holland
Op 14 juni 2023 heeft de Rechtbank Noord-Holland, zittingsplaats Haarlem, een vonnis gewezen in een incident betreffende de bevoegdheid van de rechtbank in een geschil tussen twee vennoten van de voormalige vennootschap onder firma (vof) VKV Bouw Volendam. De eiser in de hoofdzaak, aangeduid als [eiser/verweerder], heeft een vordering ingesteld tegen de gedaagde, aangeduid als [gedaagde/eiser], met betrekking tot de eigendomsoverdracht van een onverdeelde helft van een gemeenschappelijk bedrijfspand. De partijen zijn het echter niet eens over de waarde van deze onverdeelde helft en de eiser vordert onder andere een deskundigenonderzoek en de vereffening van de vof.
In het incident heeft de gedaagde zich beroepen op een bepaling in de oprichtingsakte van de vof, waarin staat dat geschillen via arbitrage moeten worden beslecht. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat er geen ondubbelzinnige keuze voor arbitrage is gemaakt door de partijen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de arbitrageovereenkomst niet voldoende duidelijk is om afstand te doen van het recht op toegang tot de gewone rechter. De rechtbank achtte zich daarom bevoegd om het geschil in de hoofdzaak te beoordelen.
De rechtbank heeft de incidentele vordering van de gedaagde afgewezen en deze veroordeeld in de proceskosten van het incident. De kosten zijn begroot op € 598,00, te vermeerderen met wettelijke rente. De zaak zal op 26 juli 2023 weer op de rol komen voor conclusie van antwoord.