ECLI:NL:RBNHO:2023:5220

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
3 mei 2023
Publicatiedatum
6 juni 2023
Zaaknummer
10387297
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • E.B. de Vries - van den Heuvel
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkverklaring in verzet tegen een eerder vonnis in civiele procedure

In deze civiele procedure heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 3 mei 2023 een vonnis gewezen in verzet. De zaak betreft een geschil tussen [eiser], vertegenwoordigd door mr. M. Heijsteeg, en [gedaagde], vertegenwoordigd door mr. S. Ouald Chaib. [gedaagde] heeft verzet aangetekend tegen een eerder vonnis van 21 december 2022, waarin hij niet bij verstek was veroordeeld. De kantonrechter heeft vastgesteld dat [gedaagde] niet-ontvankelijk moet worden verklaard in zijn verzet, omdat hij eerder in de procedure was verschenen en geen verstek was verleend. De kantonrechter oordeelt dat het vonnis van 21 december 2022 een eindvonnis op tegenspraak was en dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. Het vonnis is openbaar uitgesproken op 3 mei 2023.

Uitspraak

RECHTBANKNOORD-HOLLAND
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Haarlem
Zaaknummer: 10387297 \\ CV EXPL 23-1460
Vonnis in verzet van 3 mei 2023
in de zaak van
[eiser],
te [plaats 1],
eisende partij,
gedaagde partij in het verzet,
hierna te noemen: [eiser],
gemachtigde: mr. M. Heijsteeg,
tegen
[gedaagde],
te [plaats 2],
gedaagde partij,
eisende partij in het verzet,
hierna te noemen: [gedaagde],
gemachtigde: mr. S. Ouald Chaib.
Partijen zullen hierna [eiser] en [gedaagde] worden genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de verzet dagvaarding van 17 februari 2023.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.Het geschil

2.1
[gedaagde] vordert - samengevat -, voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad,
het tussen partijen gewezen verstekvonnis van de kantonrechter in de rechtbank Noord-Holland van 21 december 2022 met rolnummer 9622929 CV EXPL22-71 te vernietigen, en de vorderingen van [eiser] alsnog niet-ontvankelijk te verklaren, althans deze af te wijzen, als ongegrond en/of onbewezen en [eiser] te veroordelen in de proceskosten van de verstekprocedure.

3.De beoordeling

3.1.
[gedaagde] is bij dagvaarding van 17 februari 2022 in verzet gekomen tegen het vonnis van de kantonrechter in deze rechtbank van 21 december 2022 in de zaak bekend onder zaaknummer / rolnummer 9622929 CV EXPL22-71.
3.2.
Volgens artikel 143 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (hierna: Rv) kan de gedaagde die bij verstek is veroordeeld daartegen verzet doen. De kantonrechter is van oordeel dat het vonnis waartegen verzet is gedaan geen vonnis is waarbij [gedaagde] bij verstek is veroordeeld. De kantonrechter komt tot die conclusie op grond van het hierna volgende.
3.3.
[eiser] heeft [gedaagde] bij dagvaarding van 3 januari 2022 gedagvaard bij de kantonrechter. [gedaagde] heeft uitstel gevraagd voor het voeren van verweer. [gedaagde] is daarmee verschenen in het geding. [gedaagde] heeft, na het verleende uitstel, vervolgens niet meer gereageerd. De kantonrechter heeft geen verstek verleend - en had ook geen verstek hoeven te verlenen op grond van artikel 139 Rv - en heeft op 21 december 2022 een eindvonnis op tegenspraak gewezen. De conclusie is daarom dat [gedaagde] niet-ontvankelijk moet worden verklaard in het verzet.
3.4.
Gelet op wat hiervoor is overwogen en het procesverloop, bestaat geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

4.De beslissing

De kantonrechter
verklaart [gedaagde] niet-ontvankelijk in zijn verzet.
Dit vonnis is gewezen door mr. E.B. de Vries - van den Heuvel en in het openbaar uitgesproken op 3 mei 2023.