Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Stichting Wooncompagnie
1.Het procesverloop
2.De feiten
Artikel 11.1Het is huurder niet toegestaan veranderingen en toevoegingen die zonder noemenswaardige kosten weer ongedaan gemaakt kunnen worden aan de binnenzijde van het gehuurde aan te brengen, behalve indien het gaat om veranderingen die gevaar, overlast of hinder voor verhuurder of derden opleveren. Voor alle overige veranderingen en toevoegingen, waaronder die aan de buitenzijde van het gehuurde, heeft huurder vóóraf schriftelijke toestemming van verhuurder nodig;
3.De vordering
4.Het verweer
5.De beoordeling
dit soort voorzieningen” in de tuin wordt aangelegd. Dat moge zo zijn, maar deze glijbaan is niet een verandering of een toevoeging als bedoeld in de wet. Het is een mobiel speeltoestel. De kantonrechter realiseert zich dat denkbaar is dat een huurder een zodanig massief aard- en nagelvast speeltoestel aanlegt dat dit wél als verandering of toevoeging van het gehuurde moet worden aangemerkt. Deze glijbaan voldoet daar echter niet aan.
serres; veranda’s of andere aanbouwen tegen de woning of in de tuin.’ Ook de aanleg van een afdak is reeds in de allonge uitdrukkelijk aan het toestemmingsvereiste onderworpen. Naar het oordeel van de kantonrechter valt de glijbaan niet onder deze bepalingen. De kantonrechter merkt ten overvloede op het Wooncompagnie wel vrij staat om in haar toekomstige huurovereenkomsten bepalingen op te nemen omtrent de maximum toegestane hoogte en omvang van speeltoestellen in de tuin, maar dat is dan geen uitvloeisel van het bepaalde in artikel 7:215 BW, maar een uitvloeisel van contractsvrijheid.