Uitspraak
1.De procedure
- de conclusie van antwoord van 15 juni 2022 met 4 producties van IFN;
- de conclusie van repliek van 24 augustus 2022 van IFN;
- de conclusie van dupliek van 16 november 2022 met producties 5 en 6 van IFN;
3.Feiten
“Bureau-dossierkosten cf. afspraak”aan IFN voldoen.
Indien u openstaande posten aan ons kantoor verschuldigd bent dan behouden wij het recht voor om deze posten te verrekenen met het en/of de aan u toekomende bedragen. “
tussentijdse afwikkeling in dossier (…) JDK Bouw’.
tussentijdse afdracht’ op in het dossier [eiser] – JDK Bouw. Volgens de tussentijdse afdracht wordt € 2.000,- betaald aan [eiser]. Dit bedrag heeft [eiser] niet ontvangen.
- met aftrek van kosten in dit dossier en de tussentijds afgedragen bedragen van € 4.500,-
- nog € 1903,44 aan [eiser] toekomt.
slotbetaling in dossier (…) JDK Bouw (…)’.
SCAN afrekening [eiser] vs JDK Bouw.pdf’ en ‘
SCAN afrekening [eiser] vs [betrokkene 2].pdf’. In de e-mail staat onder meer:
Verrekening over en weer na misverstand inzake dossiers JDK en [betrokkene 2]’.
4.Het geschil
5.De beoordeling
in totaal € 6.403,44 aan [eiser] afdragen in verband met de incasso-opdracht inzake JDK Bouw. Niet in geschil is dat IFN aanvankelijk niet het volgens haar zelf verschuldigde bedrag aan [eiser] heeft betaald. IFN heeft het bedrag vermeld op de tussentijdse afdracht van 21 oktober 2018, te weten € 2.000,-, (abusievelijk) niet overgemaakt. Volgens IFN heeft zij met haar betaling op 5 februari 2019 van € 1.939,50 haar schuld alsnog voldaan, onder verrekening van de door [eiser] aan IFN verschuldigde € 60,50.
Gelet op het voorgaande, mocht IFN het door [eiser] verschuldigde bedrag van € 60,50 verrekenen met haar openstaande schuld. Dat zij geen vordering in reconventie heeft ingediend, zoals [eiser] heeft aangevoerd, kan daaraan niet afdoen, omdat dat geen voorwaarde is voor verrekening. Bovendien heeft de verrekening al voor dagvaarding plaatsgevonden.
Volgens IFN is zij geen rente en kosten verschuldigd, zo stelt zij, omdat [eiser] pas na drie jaar voor het eerst over deze kwestie contact opnam, IFN van niks wist en het probleem daarna binnen 14 dagen heeft opgelost. [eiser] had zelf aan de bel kunnen trekken dat er iets mis was en had geen derde hoeven inschakelen. De handelwijze van [eiser] is ook in strijd met de redelijkheid en billijkheid en bovendien was [eiser] zelf tot 5 februari 2022 in schuldeisersverzuim, aldus IFN.
De vordering van [eiser] wordt dus in zijn geheel afgewezen.
€ 60,50 opgevat moet worden als een verrekeningsverweer, overweegt de kantonrechter als volgt. Uit het voorgaande volgt dat IFN [eiser] niets meer is verschuldigd, zodat eventuele verrekening reeds daarom niet mogelijk is.
€ 436,00 (2 punten x € 218,00) aan salaris gemachtigde.
6.De beslissing
6.2. veroordeelt [eiser] in de proceskosten, aan de zijde van IFN tot dit vonnis vastgesteld op € 436,00,