ECLI:NL:RBNHO:2023:5211

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
10 mei 2023
Publicatiedatum
6 juni 2023
Zaaknummer
10205734 \ CV EXPL 22-5480
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging van overeenkomst door gebrekkige informatieplicht bij consumentenkoop

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 10 mei 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen de besloten vennootschap Innova Energie B.V. en een consument, aangeduid als [gedaagde]. De vordering van Innova betreft een bedrag van € 1.479,89, dat zij stelt te vorderen op basis van een overeenkomst tot levering van energie die op 31 oktober 2019 is gesloten. De consument heeft deze overeenkomst opgezegd op 27 maart 2020. Innova stelt dat de consument in verzuim is met de betaling van de hoofdsom en vordert daarnaast wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten.

De kantonrechter heeft ambtshalve de vordering getoetst aan het consumentenrecht, met name de informatieplicht van de handelaar bij overeenkomsten op afstand. De rechter oordeelt dat Innova niet heeft voldaan aan de wettelijke informatieplicht, zoals vastgelegd in artikel 6:230v lid 3 van het Burgerlijk Wetboek. De bestelknop die door Innova is gebruikt, bevatte niet de vereiste duidelijke mededeling dat de consument met het aanklikken van de knop een betalingsverplichting aangaat. Hierdoor is de overeenkomst vernietigbaar, en de kantonrechter heeft geoordeeld dat de consument niet gebonden is aan de betalingsverplichting.

De kantonrechter heeft de vordering van Innova afgewezen en geoordeeld dat de proceskosten voor rekening van Innova komen, omdat zij ongelijk heeft gekregen. De uitspraak benadrukt het belang van duidelijke communicatie en informatieverstrekking aan consumenten bij het sluiten van overeenkomsten op afstand, en bevestigt dat de bescherming van consumentenrechten voorop staat in dergelijke geschillen.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknr./rolnr.: 10205734 \ CV EXPL 22-5480 (TB)
Uitspraakdatum: 10 mei 2023
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
de besloten vennootschap
Innova Energie B.V.
gevestigd te [kantoorplaats]
eiseres
verder te noemen: Innova
gemachtigde: B.E.J. Caminada
tegen
[gedaagde]
wonende in de gemeente [woonplaats]
gedaagde
verder te noemen: [gedaagde]
procederend in persoon

1.Het procesverloop

1.1.
Innova heeft bij dagvaarding van 10 november 2022 een vordering tegen [gedaagde] ingesteld. [gedaagde] heeft schriftelijk geantwoord.
1.2.
Op 17 april 2023 heeft een zitting plaatsgevonden. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen ter toelichting van hun standpunten naar voren hebben gebracht.

2.De feiten

2.1.
[gedaagde] heeft met Innova op 31 oktober 2019 een overeenkomst gesloten tot levering van energie voor een periode van één jaar. [gedaagde] diende voor het gebruik/verbruik van energie maandelijks een voorschot aan Innova te betalen. [gedaagde] heeft de overeenkomst opgezegd op 27 maart 2020.

3.Het geschil

3.1.
Innova vordert dat de kantonrechter [gedaagde] primair, subsidiair of meer subsidiair veroordeelt tot betaling van € 1.479,89, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 1.228,35, met veroordeling van [gedaagde] in de kosten van deze procedure.
3.2.
Innova baseert zich primair op de overeenkomst en vordert nakoming van de daaruit voortvloeiende betalingsverplichting. Indien de kantonrechter van oordeel is dat Innova tekort is geschoten in haar informatieplicht(en) of in haar bestelproces, en als gevolg daarvan (gedeeltelijke) vernietiging plaatsvindt van de overeenkomst tussen Innova en [gedaagde] , stelt Innova subsidiair en meer subsidiair dat zij voor het deel dat (gedeeltelijk) is vernietigd, onverschuldigd heeft betaald/geleverd. Omdat het terugleveren van energie en/of gas een onmogelijke prestatie is, treedt hiervoor een vergoeding van de geleverde waarde in de plaats. Deze vergoeding van de waarde is gelijk aan de termijnnota’s en de eindnota. Innova maakt aanspraak op wettelijke rente omdat [gedaagde] in verzuim is met betaling van de hoofdsom. Daarnaast maakt Innova aanspraak op buitengerechtelijke incassokosten omdat [gedaagde] niet binnen 14 dagen na aanmaning is overgegaan tot betaling van de hoofdsom.
3.3.
[gedaagde] voert verweer.

4.De beoordeling

4.1.
Het gaat in deze zaak om het antwoord op de vraag of [gedaagde] moet worden veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 1.479,89.
4.2.
De overeenkomst is gesloten tussen Innova als handelaar en [gedaagde] als consument. De kantonrechter moet daarom bij de beoordeling de vordering ambtshalve toetsen aan het dwingende consumentenrecht. Deze toets geeft aanleiding tot de volgende overwegingen.
4.3.
De vordering is gebaseerd op een overeenkomst op afstand tussen een handelaar en een consument. Bij het sluiten van dergelijke overeenkomsten moet de handelaar voldoen aan de wettelijke (pre)contractuele informatieplichten van artikelen 6:230m en 6:230v van het Burgerlijk Wetboek (BW). Dit ter bescherming van de consument. De handelaar moet gemotiveerd stellen en onderbouwen dat aan deze plichten is voldaan. De kantonrechter moet er ambtshalve op toezien dat die voorschriften worden nageleefd, dus ook als er geen verweer is gevoerd. Zie, onder meer, het arrest van de Hoge Raad van 12 november 2021 (ECLI:NL:HR:2021:1677).
4.4.
Artikel 6:230v lid 3 BW is toegesneden op overeenkomsten die op elektronische wijze worden gesloten, zoals de onderhavige overeenkomst. In dit artikellid is als bijzondere verplichting bepaald dat de handelaar het elektronische bestelproces zo moet inrichten dat de consument een aanbod pas kan aanvaarden als hem op niet voor misverstand vatbare wijze duidelijk is gemaakt dat zijn bestelling een betalingsverplichting inhoudt.
4.5.
Bij de beoordeling of de handelaar aan deze verplichting heeft voldaan, moet alleen rekening worden gehouden met de woorden
opde bestelknop waarmee de consument het bestelproces afrondt. Zie het arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie van
7 april 2022 (ECLI:EU:C:2022:269).
4.6.
Uit de toelichting en stukken blijkt dat op de bestelknop die de tussenpersoon van Innova hanteert, de woorden “Verzenden” staat. Daarmee is naar het oordeel van de kantonrechter geen duidelijke mededeling gedaan dat de consument met het aanklikken van die knop een betalingsverplichting aangaat, zoals hiervoor is omschreven. Nu de kantonrechter in lijn met voormeld arrest van het Hof van Justitie geen acht slaat op de verdere omstandigheden van het bestelproces, maakt het feit dat
bovende knop de zinsnede staat “Met deze aanvraag ga je een overeenkomst met betalingsverplichting met Innova Energie aan en accepteer je de voorwaarden” het oordeel niet anders. Innova heeft dan ook niet voldaan aan de verplichting van artikel 6:230v lid 3 BW. Als gevolg daarvan is de overeenkomst vernietigbaar.
4.7.
De overeenkomst wordt vernietigd voor wat betreft de betalingsverplichting van [gedaagde] . Immers, op grond van artikel 8 lid 2 van de Richtlijn consumentenrechten (Richtlijn 2011/83/EU) is (alleen) de consument niet gebonden aan de overeenkomst of bestelling als de bestelknop niet volstaat. [gedaagde] is de gevorderde hoofdsom daarom niet verschuldigd. Innova zal niet meer in de gelegenheid worden gesteld om te reageren op deze gedeeltelijke vernietiging. Het gebrek aan de bestelknop kan namelijk niet worden gerepareerd en de kantonrechter ziet geen ruimte voor een andere sanctie. Aan ambtshalve toetsing van de overige (pre)contractuele informatieplichten komt de kantonrechter niet toe.
4.8.
Anders dan Innova wenst ziet de kantonrechter geen aanleiding voor een ander oordeel vanwege het vonnis van 20 oktober 2022 van de rechtbank Noord-Holland met kenmerk 9790797 / CV EXPL 22-1264. Daarin heeft de kantonrechter ook ambtshalve getoetst aan het dwingend consumentenrecht en geconcludeerd dat die toets geen aanleiding geeft de vordering af te wijzen. Volgens Innova is deze zaak daarmee vergelijkbaar en kan de vordering daarom niet worden afgewezen. De kantonrechter volgt die stelling niet. Anders dan Innova kennelijk meent, heeft die uitspraak geen gezag van gewijsde tussen de eisende partij en deze gedaagde partij.
4.9.
Innova vordert subsidiair en meer subsidiair een bedrag van € 1.228,35 aan hoofdsom op grond van onverschuldigde betaling, omdat zij onverschuldigd energie aan [gedaagde] heeft geleverd. Hierbij heeft Innova toegelicht dat de sanctie zoals genoemd in het Fuhrmann-arrest en artikel 6:230v lid 3 BW bestaat uit het vernietigen van de overeenkomst. De vernietiging van de overeenkomst heeft terugwerkende kracht. Dit betekent dat Innova heeft geleverd zonder rechtsgrond, aldus Innova. De kantonrechter volgt deze stelling niet. De overeenkomst wordt (slechts) vernietigd voor wat betreft de betalingsverplichting van [gedaagde] . Daar komt bij dat het bestaan van een overeenkomst tussen partijen vaststaat, zodat de voorwaarde voor de hiervoor genoemde stelling niet vervuld is en bovendien geen sprake kan zijn van onverschuldigde betaling.
4.10.
De conclusie is dat de kantonrechter de vordering van Innova zal afwijzen. De overige verweren van [gedaagde] hoeven daarom niet meer te worden besproken.
4.11.
De proceskosten komen voor rekening van de eisende partij, omdat zij ongelijk krijgt. Deze worden aan de kant van de gedaagde partij tot en met vandaag vastgesteld op nihil.

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
wijst de vordering af;
5.2.
veroordeelt Innova tot betaling van de proceskosten, die tot en met vandaag voor [gedaagde] worden vastgesteld op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. D.D.M. Hazeu en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter