Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Het procesverloop
2.De feiten
€ 294,91, waarop ook staat dat deze voor de eerste van de maand moet worden voldaan, niet betaald. Op 22 maart 2021 heeft Villex de zoon een laatste betalingsherinnering gestuurd.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak vordert de verhuurder, Villex Vastgoedbescherming B.V., betaling van huurachterstand van de borgsteller, [gedaagde], die borg heeft gestaan voor zijn zoon. De zoon heeft de huur voor maart 2021 niet betaald, en Villex heeft de waarborgsom van € 397,48 verrekend met kosten voor het verwijderen van grofvuil. De kantonrechter heeft de vordering van Villex afgewezen, omdat [gedaagde] zich op opschorting en verrekening beroept. De rechter oordeelt dat de opschorting niet slaagt, omdat de huur voor de eerste van de maand betaald moest worden en er geen verplichting van Villex tot terugbetaling van de waarborgsom bestond op dat moment. Echter, de rechter volgt [gedaagde] in zijn beroep op verrekening, omdat Villex niet voldoende heeft aangetoond dat de kosten voor het grofvuil correct waren verdeeld over de huurders. De kantonrechter concludeert dat de zoon recht heeft op een tegenvordering van € 317,48, waardoor de vordering van Villex geheel teniet gaat. De proceskosten worden op nihil vastgesteld, omdat Villex ongelijk krijgt.