Op 23 mei 2023 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar, uitspraak gedaan in een zaak betreffende de verlenging van de ondertoezichtstelling van twee minderjarigen, [de minderjarige 1] en [de minderjarige 2]. De kinderrechter oordeelde dat het contactherstel tussen de moeder en de kinderen pas kan beginnen wanneer de individuele therapie van de kinderen is gestart. Dit besluit is genomen in overleg met de gecertificeerde instelling, de William Schrikker Stichting Jeugdbescherming & Jeugdreclassering (GI), die de ontwikkeling van de minderjarigen blijft volgen. De kinderrechter heeft de ondertoezichtstelling verlengd voor een periode van drie maanden, tot 7 september 2023, om ervoor te zorgen dat de noodzakelijke hulpverlening kan plaatsvinden.
De procedure begon met een verzoek van de GI op 20 januari 2023, waarbij de kinderrechter eerder al een beschikking had gegeven op 24 februari 2023. Tijdens de mondelinge behandeling op 23 mei 2023 waren zowel de vader als de moeder van de kinderen aanwezig, en beiden gaven aan het eens te zijn met de verlenging van de ondertoezichtstelling. De vader benadrukte het belang van begeleiding voor de kinderen tijdens het contactherstel, terwijl de moeder haar wens om het contact met de kinderen te herstellen onderstreepte.
De kinderrechter concludeerde dat de wettelijke criteria voor verlenging van de ondertoezichtstelling nog steeds voldaan zijn, gezien de signalen van de kinderen en het belang van hun ontwikkeling. De kinderrechter heeft de beschikking mondeling gegeven en deze is op schrift gesteld op 25 mei 2023. Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld binnen drie maanden na de uitspraak.