ECLI:NL:RBNHO:2023:5023

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
1 juni 2023
Publicatiedatum
31 mei 2023
Zaaknummer
10219317 \ CV EXPL 22-4206
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding van een koopovereenkomst wegens non-conformiteit van een keuken en ongedaanmakingsverplichtingen

In deze zaak hebben eisers, die een keuken hebben aangeschaft bij Medical Care Solutions B.V. (MCS), de koopovereenkomst ontbonden wegens non-conformiteit. De kantonrechter oordeelt dat de keuken niet voldeed aan de overeenkomst, omdat deze niet waterpas was en het hoog-laagsysteem niet functioneerde. MCS had niet binnen een redelijke termijn herstel aangeboden, ondanks herhaalde klachten van eisers. De kantonrechter wijst de vordering van eisers tot terugbetaling van de koopprijs toe, evenals de wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten. De rechter stelt vast dat de overeenkomst rechtsgeldig is ontbonden en dat MCS verplicht is de betaalde koopprijs terug te betalen. De vordering van eisers tot vergoeding van kosten voor expertises en schade aan de muur wordt gedeeltelijk toegewezen, terwijl de vordering voor vergoeding van opgenomen vrije dagen wordt afgewezen. MCS wordt veroordeeld tot betaling van de proceskosten, aangezien zij overwegend ongelijk heeft gekregen.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Zaanstad
Zaaknr./rolnr.: 10219317 \ CV EXPL 22-4206
Uitspraakdatum: 1 juni 2023
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:

1.[eiser 1]

2.
[eiser 2]
beiden wonende te [plaats]
eisers
verder te noemen: [eisers]
gemachtigde: N. Ozdemir-Yesil (DAS)
tegen
de besloten vennootschap
Medical Care Solutions B.V.
statutair gevestigd te [vestigingsplaats]
gedaagde
verder te noemen: MCS
gemachtigde: mr. M.H.J. Booijink
De zaak in het kort
In deze zaak gaat het om de vraag of de kopers van een keuken gerechtigd waren de koopovereenkomst te ontbinden. De kantonrechter oordeelt dat dit het geval is, omdat de keuken niet beantwoordt aan de overeenkomst en de verkoper niet binnen een redelijke termijn tot herstel is overgegaan. Het gevolg van de ontbinding is dat de verkoper de door de kopers betaalde koopprijs moet terugbetalen. De vordering van de kopers daartoe wordt toegewezen.

1.Het procesverloop

1.1.
[eisers] hebben bij dagvaarding van 24 november 2022 een vordering tegen MCS ingesteld. MCS heeft schriftelijk geantwoord.
1.2.
Op 4 april 2023 heeft een zitting plaatsgevonden. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen, mede aan de hand van pleitaantekeningen, ter toelichting van hun standpunten naar voren hebben gebracht. Voorafgaand aan de zitting hebben [eisers] bij brief van 23 maart 2023 nog stukken toegezonden.

2.De feiten

2.1.
[eisers] hebben met MCS een overeenkomst gesloten voor de levering en plaatsing van een in hoogte verstelbare keuken voor een bedrag van € 26.923.08.
2.2.
Begin juni 2019 is de keuken, op de juiste greeplijsten en de oven na, door een door MCS ingeschakelde monteur van Arti-Line geplaatst. Op het op 5 juni 2019 door [eisers] ondertekende montagerapport staat vermeld
‘naad blad blijft wat bewegen’.
2.3.
Op 16 juli 2019 heeft MCS geprobeerd de nog resterende werkzaamheden af te ronden. Nog diezelfde dag hebben [eisers] MCS een e-mail gestuurd waarin, voor zover van belang, het volgende is opgenomen:

We zien dat beide aanrechtbladen naar voren hangen, deze liggen niet waterpas. Als ik het goed heb had [monteur 1] aangegeven dat bij de hoeknaad van de werkbladen er beweging zit, ze sluiten nog steeds niet helemaal recht op elkaar aan.
Ons verzoek aan MCS is om hier langs te komen om de vervolg opties en /of oplossingen persoonlijk te bespreken.’
2.4.
Op 20 en 23 september 2019 zijn er door MCS opnieuw werkzaamheden aan de keuken verricht. Naar aanleiding hiervan hebben [eisers] op 20 september 2019 het volgende laten weten:
‘HELP ! Het gaat niet goed met het hef systeem na de aanpassingen die [monteur 1] en [monteur 2] vandaag hebben gedaan om een waterpas aanrecht te krijgen.
Ze hebben nu dingen veranderd waardoor de hefinstallaties wordt beschadigd, hij schaaft de geleiding weg.’
2.5.
Op 12 oktober 2019 hebben [eisers] wederom een e-mail gestuurd waarin voor zover van belang, het volgende is opgenomen:

Op 24 juli ben je bij ons lang geweest omdat de kasten naar voren hingen. Ook bleek toen dat het aanrecht onder het raam door hing bij de wasbak. Jij hebt toen aangegeven dit wordt opgelost er zullen o.a. passtukjes onder de aanrecht worden geplaatst. 23 september is [monteur 1] bij ons geweest en heeft div. passtukjes geplaatst. Door de problemen na de veranderingen van 23 september en aanlopen van het hoog- laag systeem, ben op 24 september langs geweest om dat probleem te verhelpen. Ik heb toen aangegeven dat de wasbak doorhangt. Ik heb je toen ook laten zien dat de aanrecht wel waterpas lag, maar je er zo onderdoor kon kijken. Jouw reactie de monteur kan deze naad bij zijn volgende bezoek wel dicht kitten. Er is echter niet aan de monteur opdracht gegeven om onderzoeken of hij zou doorhanen en waardoor dat dan zou kunnen komen.’
2.6.
In januari 2020 heeft MCS, naar aanleiding van de door [eisers] gedane meldingen, opnieuw werkzaamheden aan de keuken verricht. Op 10 maart 2020 laten [eisers] MCS per e-mail het volgende weten:
‘Ik heb het net al telefonisch gemeld dat ik een nieuwe plastic krul heb gesignaleerd aan het zwarte geleidingssysteem aan de linkerzijde van de kookplaat aan het pootje aan de binnenkant.
Tevens maakt het hoog/laag systeem aan de rechterzijde aan de kant van de oven een tikkend geluid alsof er spanning op staat.’
2.7.
Op 16 juni 2020 is de monteur van Arti-Line opnieuw bij [eiser 1] langs geweest. Voorafgaand aan die afspraak sturen [eisers] MCS op 12 juni 2020 een e-mail, waarin het volgende is opgenomen:
‘We verzoeken u na te gaan bij Arti-line of de onderstaande punten ook bekend zijn bij Arti-line en hiervoor de benodigde materialen beschikbaar zijn. We hebben nog een laatste stand van zaken voor u vermeld, op basis van deze mail kunt u (en/of Art-Line) nagaan of er nog andere materialen nodig zijn voor het aankomende montage/wijzigingen. [medewerker] heeft telefonisch aan [eiser 2] doorgegeven dat de onderstaande punten worden opgelost en/of aangepakt.

Doorhangen van beide aanrecht delen waardoor aan beide kanten de kasten uit elkaar worden getrokken en de aanrechten doorhangen.
Onder wasbak is nu echt een grote naad tussen de blokken zichtbaar, maar ook aan de kant van de kookplaat is er een naad ontstaan. Tevens is zichtbaar dat aan de zijkant aan woonkamerzijde het zijpaneel van het kastje schreef getrokken wordt. Hierdoor is zichtbaar aan alle lades dat de lades niet gelijk en recht lopen en dat de keuken doorhangt zowel beide aanrecht blokdelen als aan de aanrechtbladen. Per mail was door MCS als reactie aangegeven op de door ons vorige mail met foto’s, dat dit “tolerantie van het aanrechtblad” is. Arti-Line zal dit onderzoeken/inventariseren en oplossen.
(…)
Het verhelpen / oplossen van het krakende geluid wat het geleidings-systeem aan de kant van de vaste kasten maakt bij gebruik van verstellen van de hoogte van het aanrecht.’
2.8.
Na het bezoek van de monteur van Arti Line en een daaropvolgend bezoek van MCS aan [eisers] stuurt de gemachtigde van [eisers] op 31 juli 2020 een brief, waarin voor zover van belang, het volgende is opgenomen:
‘Momenteel hebben cliënten (nog steeds) de volgende klachten:
  • het aanrecht hangt door;
  • door het doorhangen van het aanrecht, worden de kasten uit elkaar getrokken;
  • het geleidingssysteem laat slijtage plekken zien;
  • op 8 juli jl. stond ook de toegezegde aanpassingen met betrekking tot de geplaatste oven en ter controle van onderliggend probleem. Op de opdracht de wijziging van de schroeven onder de pootjes van de oven naar plaatsing op hout of ieder geval stabiele gelijke hoogte. Dit in de hoop het geluid van oven te reduceren. Er is alleen een constatering gedaan dat de deur van de oven naar binnen staat ten opzichte van de bovenzijde van de oven;
  • na plaatsing van de bovenplint op 8 juli jl. is door monteur geconstateerd dat de greeplijst, naast de koelkast, te laag gemonteerd zit. Hierdoor is nu boven een naad zichtbaar;
  • het geleidingssysteem piept en kraakt en kan derhalve niet/nauwelijks worden gebruikt;
  • de aanrechtbladen sluiten niet goed op elkaar aan en hierdoor kan het werkoppervlak niet op juiste wijze worden gebruikt. Hierdoor is op de onbewerkte zijkant van het aanrechtblad de eerste beschadiging zichtbaar. Ook de kitnaad hiertussen is op 8 juli jl. niet (meer) aangevuld. Het niet aansluiten van de aanrechtbladen zorgt voor een onhygiënisch aanrechtblad.
U zult begrijpen dat de door u geleverde en gemonteerde keuken niet aan de gerechtvaardigde verwachtingen van cliënten voldoet. Namens cliënten, verzoek ik u dan ook vriendelijk doch dringend om binnen twee weken voor kosteloos herstel zorg te dragen. Is herstel niet (meer mogelijk) dan bent u verplicht om voor kosteloze vervanging van de volledige keuken zorg te dragen.’
2.9.
Naar aanleiding van de brief van de gemachtigde is de monteur van Arti-Line op 20 augustus 2020 bij [eisers] langs geweest en zijn er opnieuw werkzaamheden aan de keuken verricht. Ondanks dat de klachten genoemd in de brief van 31 juli 2020 op dat moment verholpen leken te zijn, laat de gemachtigde van [eisers] MCS op 13 oktober 2020 het volgende weten:
‘Bovendien zijn er weer klachten opgetreden. De delen waar het aanrecht op elkaar aansluit (bij de L) zitten de aanrechtbladen wederom niet meer gelijk c.q. scheef. Het aanrechtblad is onder druk aan de andere vastgekit / gelijmd en zat na opnieuw monteren helemaal gelijk. Inmiddels dus niet meer. Onder het aanrecht zit weer een naad en het ziet er naar uit dat het weer gaat wijken.
Cliënten vragen u derhalve opnieuw om kosteloos herstel.’
2.10.
Op 19 april 2021 heeft [Expertisebedrijf] , in het bijzijn van zowel [eisers] als MCS, de keuken in de woning van [eisers] bekeken. In het nadien door de deskundige opgestelde rapport is, voor zover van belang, het volgende opgenomen:
1. Is de keuken conform overeenkomst geplaatst?
Ja, de keuken is uitgevoerd conform de tekening en de specificaties. Alle uitvoeringen van kasten zijn zoals is overeengekomen en ook het werkblad en de spatranden zijn conform bevestiging.
Op de overeenkomst wordt het hoog-laag systeem niet nader gespecificeerd. Ik kan dat derhalve niet controleren. Het betreft hier echter een eigen systeem van MCS zo bevestigd de wederpartij. Een systeem welke door de consument in de showroom niet is gezien.

2.Is de keuken naar behoren geplaatst?

De vaste kastenwand aan de rechterzijde is netjes geplaatst. Het beweegbare hoekgedeelte is echter niet waterpas geplaatst. Metingen met een lange waterpas van 1200mm en met een kruislaser wijzen uit dat het rechter bladdeel in diepte niet waterpas ligt en het lagere linker gedeelte over de gehele lengte niet waterpas is geplaatst.
3.Zijn de klachten (doorhangen) van cliënten gegrond?
Ja. Hoewel het woord doorhangen impliceert dat er in het midden sprake is van een verzakking. Dit is echter niet het geval. De drie onderkasten aan de linkerzijde hangen over de volledige lengte niet waterpas. En de onderkasten aan de rechterzijde hangen voorover.
(…)

6.Zo ja, op welke wijze?

Herstel kan worden verkregen door de werkbladen, spatranden en korpussen te demonteren. Het rechter liftsysteem waterpas te stellen en vervolgens alle onderkasten waterpas aan de rugwanden op te hangen. Daarna kunnen de werkbladen en spatranden weer worden geplaatst.’

2.11.
Naar aanleidingen van de bevindingen van de expert, heeft de gemachtigde van [eisers] MCS op 30 juni 2021 opnieuw in gebreke gesteld, waarna MCS op 2 september 2021 opnieuw werkzaamheden aan de keuken heeft verricht. Omdat de klachten volgens [eisers] op dat moment niet goed werden verholpen en zelfs verergerden, hebben [eisers] [Expertisebedrijf] wederom gevraagd de keuken te bekijken. Dit onderzoek heeft plaatsgevonden op 16 november 2021. In het door [Expertisebedrijf] opgestelde rapport is het volgende opgenomen:
Wilt u zo vriendelijk zijn om te oordelen of de huidige situatie nog te verhelpen is en zo ja op welke wijze?
Ik tref een keuken aan die op de laagste stand is gezet en waarbij er sprake is van ondersteuning door klinkers uit de tuin van de consument. Dit vanwege het feit dat de meest linker motor is losgekomen van de muur. Omdat de motor in deze positie niet zichtbaar is vraag ik de consument om de stroomtoevoer weer in te schakelen en gaan we samen het geheel voorzichtig enkele centimeters liften.
Tijdens dit liften duikt de linkerzijde van de keuken direct voorover en wordt duidelijk dat de motor aan de bovenzijde inderdaad is losgekomen van de muur. Concreet betekent dit dat de bouten waaraan de pluggen zitten zijn losgekomen uit de 10cmm dikke tussenmuur van deze woning. Het geheel blijft kraken. Samen met de consument en met een sterke zaklamp controleren we of de rechter motor op deze tussenwand nog strak tegen de wand staat. Dit blijkt het geval te zijn.
(…)
Technisch gezien kan de huidige situatie worden verholpen door de gehele hoekkeuken te demonteren, de meest linker motor de demonteren en de wand te herstellen. (…)
Bij de eerdere expertise hebben we vastgesteld dat de kookplaatkast zelf niet aan de achterwand was verbonden maar dat deze enkel was bevestigd aan de wederzijdse korpussen. Omdat het werkblad niet waterpas was gemonteerd had ik het hersteladvies beschreven dat juist de korpussen waterpas aan de achterwand bevestigd moesten worden zodat deze korpussen het werkblad kunnen dragen. Naar nu blijkt heeft de wederpartij bij het uitvoeren van de herstelwerkzaamheden in het geheel de korpussen niet gedemonteerd maar zijn er diverse vulplaatjes onder het werkblad gedrukt om deze maar waterpas te krijgen. Ik meet op diverse plaatsen een ruimte tussen korpus en werkblad van 3mm.
Of dit eindresultaat (blad waterpas) uiteindelijk is behaald kan ik niet beoordelen omdat de gehele keuken uit zijn verband is vanwege de loszittende motor. Duidelijk is echter wel dat de wijze waarop de wederpartij heeft gepoogd te herstellen niet de afgesproken wijze was. Overal zitten kitsporen zijn rafelige zaagranden zichtbaar en tref ik zelfs een opgevouwen papiertje aan op de bovenzijde van een korpus. Omdat het werkblad nu maar op enkele vulplaatjes rust, bestaat het risico op breuk. Helemaal als spanning op het blad komt door het hoog/ laat systeem.
Concluderend kan worden gesteld dat herstel enkel mogelijk is door het volledig demonteren, herstellen en opnieuw opbouwen van de hoekkeuken. Daarbij dient opgemerkt te worden dat de- en montage het materiaal niet ten goede komt. Er zullen, om deugdelijke verbindingen te maken, nieuw schroefgaten gemaakt moeten worden.
(…)
Al met al kan gesteld worden dat het geheel nog steeds niet voldoet aan de verwachting en dat niet met zekerheid gesteld kan worden dat dit na een hersteloperatie wel het geval is.’
2.12.
Op 20 december 2021 laat de gemachtigde van [eisers] MSC weten dat [eisers] de koopovereenkomst ontbinden en wordt MCS verzocht de koopprijs terug te betalen. MCS heeft tot op heden niet aan dit verzoek voldaan.

3.De vordering en het verweer

3.1.
[eisers] vorderen primair dat de kantonrechter MSC veroordeelt tot betaling van € 26.069,01 aan hoofdsom, vermeerderd met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf 20 december 2021. Daarnaast vorderen [eisers] dat MSC wordt veroordeeld tot betaling van € 1.031,46 aan buitengerechtelijke incassokosten. Subsidiair vorderen [eisers] dat MCS wordt veroordeeld om de keuken kosteloos te vervangen voor een geschikte keuken in dezelfde prijsklasse, op straffe van een dwangsom van € 100,00 per dag met een maximum van € 10.000,00. Verder vorderen [eisers] primair en subsidiair dat MCS wordt veroordeeld tot betaling van € 967,04 aan expertisekosten, € 155,00 als vergoeding voor opgenomen vrije dagen, € 164,20 aan gevolgschade en de proceskosten.
3.2.
[eisers] leggen aan de vordering ten grondslag – kort weergegeven – dat zij gerechtigd waren de met MCS gesloten koopovereenkomst te ontbinden, omdat MCS haar verplichtingen uit hoofde van die overeenkomst niet naar behoren is nagekomen en, ondanks daartoe in de gelegenheid te zijn gesteld, niet tot herstel van de klachten is overgegaan. Doordat de overeenkomst is ontbonden, zijn er voor partijen ongedaanmakingsverplichtingen ontstaan en is MCS gehouden het door [eisers] betaalde bedrag terug te betalen. Dit heeft MCS tot op heden niet gedaan. [eisers] hebben daardoor hun vordering uit handen moeten geven en hebben daardoor kosten gemaakt. Deze kosten, alsmede ook de kosten voor het inschakelen van een deskundige, dienen voor rekening van MCS te komen. Verder hebben [eisers] vrije dagen opgenomen op de dagen dat MCS herstelwerkzaamheden uit kwam voeren aan de keuken. MCS dient hiervoor een vergoeding van € 155,00 aan [eisers] te betalen. Tot slot heeft MCS bij het uitvoeren van herstelwerkzaamheden schade aan de muur veroorzaakt. De herstelkosten hiervan bedragen € 164,20 en dienen eveneens door MCS te worden betaald.
3.3.
MCS betwist de vordering . Zij voert aan – samengevat – dat [eisers] niet ontvankelijk moeten worden verklaard, omdat zij hun vordering in de dagvaarding onvoldoende hebben onderbouwd. Hierdoor hebben zij niet voldaan aan de op hen rustende stelplicht en hebben zij het MCS moeilijk gemaakt om verweer te voeren. Voor het geval [eisers] wel ontvankelijk zijn, voert MCS aan dat de door haar geleverde en geplaatste keuken voldoet aan de overeenkomst en geschikt is voor normaal gebruik. Mocht dit niet het geval zijn dan geldt dat [eisers] MCS de gelegenheid moeten geven om herstelwerkzaamheden uit te voeren. Doordat [eisers] MSC deze gelegenheid niet heeft geboden, is MCS niet in verzuim komen te verkeren. [eisers] waren dan ook niet gerechtigd de overeenkomst te ontbinden en hebben geen recht op terugbetaling van de aankoopprijs van de keuken.

4.De beoordeling

Zijn [eisers] ontvankelijk?
4.1.
Het meest verstrekkende verweer van MSC is dat [eisers] niet ontvankelijk verklaard dienen te worden, omdat [eisers] in de dagvaarding hun vordering onvoldoende hebben onderbouwd. Dit verweer faalt. Dit wordt als volgt toegelicht.
4.2.
In het exploot van dagvaarding moeten de eis en de gronden daarvan worden vermeld. [1] Het idee daarachter is dat het zowel voor de tegenpartij (zoals hier MCS) als voor de rechter duidelijk moet zijn wat het eigenlijke geschil tussen partijen inhoudt. Wordt deze verplichting niet nageleefd, dan kan de rechter daaruit de gevolgtrekking maken die hij geraden acht.
4.3.
Hoewel [eisers] hun vordering en de gronden daarvan wellicht wat concreter hadden kunnen formuleren in de dagvaarding, is de kantonrechter van oordeel dat uit de dagvaarding en de daarbij behorende producties in voldoende mate op te maken is waarop [eisers] hun vordering baseren en welke feiten en omstandigheden zij aan hun vordering ten grondslag leggen. MSC is door de wijze waarop de dagvaarding is opgesteld dan ook niet in haar processuele belangen geschaad. [eisers] zijn derhalve ontvankelijk in hun vordering.
Wettelijk kader
4.4.
Het gaat in deze zaak om de vraag of MSC moet worden veroordeeld om de door [eisers] betaalde kooprijs terug te betalen. Voor de beantwoording van die vraag is van belang of de tussen partijen gesloten koopovereenkomst op 20 december 2021 rechtsgeldig door [eisers] is ontbonden.
4.5.
Vooropgesteld wordt dat de overeenkomst tussen partijen aangemerkt moet worden als een consumentenkoop. Omdat er sprake is van consumentenkoop zijn de bepalingen daarover in het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW) op de overeenkomst van toepassing.
4.6.
Op grond van artikel 7:22 BW mag een koper, indien het afgeleverde niet aan de overeenkomst beantwoordt, de overeenkomst ontbinden. Een zaak beantwoordt niet aan de overeenkomst indien zij, mede gelet op de aard van de zaak en de mededelingen die de verkoper over de zaak heeft gedaan, niet de eigenschappen bezit die de koper op grond van de overeenkomst mocht verwachten. [2] De koper mag verwachten dat de zaak de eigenschappen bezit die voor een normaal gebruik van de zaak nodig zijn en waarvan de koper de aanwezigheid niet hoefde te betwijfelen, alsmede de eigenschappen die nodig zijn voor een bijzonder gebruik dat bij de overeenkomst is voorzien. Verder geldt dat wordt vermoed dat de zaak bij aflevering niet aan de overeenkomst heeft beantwoord, indien de afwijking van hetgeen is overeengekomen zich binnen een termijn van zes maanden na aflevering openbaart, tenzij de aard van de zaak of de aard van de afwijking zich daartegen verzet. [3]
4.7.
Indien een zaak niet aan de overeenkomst beantwoordt, mag de koper echter pas tot ontbinding van de koopovereenkomst overgaan als herstel en vervanging onmogelijk zijn of van de verkoper niet gevergd kunnen worden, of wanneer de verkoper tekort is geschoten in een verplichting om de zaak binnen een redelijke termijn, en zonder ernstige overlast, te herstellen of te vervangen. [4] Wat als een redelijke termijn kan worden beschouwd, is afhankelijk van de aard van de zaak en het bijzondere gebruik dat bij de overeenkomst is voorzien. Komt een verkoper zijn verplichting om een gebrekkige zaak binnen een redelijke termijn te herstellen niet na, dan heeft de koper de bevoegdheid de overeenkomst te ontbinden zonder de verkoper nog een termijn voor nakoming te gunnen. De verkoper hoeft dus niet in verzuim te verkeren voordat de koper de koopovereenkomst kan ontbinden. [5]
Voldoet de keuken aan de overeenkomst?
4.8.
[eisers] stellen zich op het standpunt dat de keuken niet aan de overeenkomst beantwoordt, omdat het hoog/laagsysteem van de keuken niet kan worden gebruikt en de keuken niet waterpas is. Ter onderbouwing van hun standpunt hebben zij verwezen naar de twee deskundigenrapporten die zijn opgesteld.
4.9.
Volgens MSC blijkt uit het antwoord op vraag 1 van het eerste deskundigenrapport juist dat de keuken wel conform is. Op de vraag of de keuken conform de overeenkomst is geplaatst antwoord de deskundige namelijk dat ‘de keuken is uitgevoerd conform de tekening en de specificaties’.
4.10.
Dat de overeenkomst is uitgevoerd conform de tekening en specificaties wil echter niet zeggen dat de keuken aan de overeenkomst beantwoordt. [eisers] mochten op grond van de koopovereenkomst immers verwachten dat het hoog/laagsysteem naar behoren zou werken en dat de keuken waterpas zou worden geplaatst, gelet op de aard en inhoud van die overeenkomst. Dit is, zo blijkt uit de rapporten van de deskundige, niet geval en daarmee heeft de keuken niet de eigenschappen die [eisers] daarvan mochten verwachten. De keuken beantwoordt dan ook niet aan de overeenkomst.
4.11.
Door MCS is nog betoogd dat uit het feit dat [eisers] op 5 juni 2019 het montagerapport hebben ondertekend, volgt dat de keuken bij aflevering wel aan de overeenkomst beantwoordde. Dit verweer faalt. Uit de door [eisers] overgelegde e-mails blijkt namelijk dat zij op 16 juli 2019 en op 20 september 2019, dus binnen een half jaar na het plaatsen van de keuken, al aan MSC hebben laten weten dat beide aanrechtbladen naar voren hingen, deze niet waterpas lagen en dat zij problemen hadden met het hoog/laagsysteem van de keuken. Omdat [eisers] binnen zes maanden na het plaatsen van de keuken bij MSC hebben geklaagd, moet ervan uit worden gegaan dat de keuken al bij aflevering niet aan de overeenkomst beantwoorde. Dit is slechts anders indien MSC voldoende stelt en bewijst dat de keuken bij aflevering wel aan de overeenkomst beantwoordde. Dit heeft MSC echter onvoldoende gedaan. De enkele omstandigheid dat [eisers] het montagerapport hebben ondertekend is hiervoor niet voldoende, gelet op wat hiervoor is overwogen, en gelet op het feit dat bepaalde gebreken pas aan het licht (kunnen) komen als een keuken daadwerkelijk in gebruik wordt genomen. Dat [eisers] het montagerapport hebben ondertekend, wil dan ook niet zeggen dat de keuken op dat moment aan de overeenkomst beantwoordde.
Mochten [eisers] de overeenkomst ontbinden?
4.12.
Nu vaststaat dat de door MCS geplaatste en geleverde keuken niet aan de overeenkomst beantwoordt, moet beoordeeld worden of [eisers] gerechtigd waren de koopovereenkomst te ontbinden.
4.13.
Volgens MCS waren [eisers] niet gerechtigd de overeenkomst te ontbinden en hadden zij MCS nog de mogelijkheid moeten bieden de keuken te herstellen, omdat uit het tweede rapport van de deskundige volgt dat herstel nog mogelijk is. MCS stelt zich op het standpunt dat zij, doordat zij niet in de gelegenheid is gesteld herstelwerkzaamheden uit te voeren, niet in verzuim komen te verkeren. Dit verweer faalt.
4.14.
In juni 2019 is de keuken geplaatst en ruim een maand later, op 16 juli 2019, hebben [eisers] al aan MCS laten weten dat de keuken gebreken vertoonde. Dit betekent dat MCS vervolgens binnen een redelijke termijn na 16 juli 2019 zorg had moeten dragen voor herstel van de keuken. Dit heeft zij nagelaten. Voor een keuken, die in het algemeen dagelijks wordt gebruikt, geldt dat een verkoper eventuele gebreken binnen een zo kort mogelijke termijn herstelt. Hoewel MCS, dan wel het door haar ingeschakelde bedrijf Arti-Line, veelvuldig bij [eisers] zijn langs geweest om te proberen de gebreken te herstellen, beschikten [eisers] twee en een half jaar na het plaatsten van de keuken nog altijd niet over een keuken die aan de overeenkomst beantwoordt. Dat de termijn van twee en half jaar die [eisers] hebben gegeven om herstelwerkzaamheden uit te voeren niet redelijk is, is door MCS niet onderbouwd.
4.15.
De kantonrechter is dan ook van oordeel dat MCS tekortgeschoten is in haar verplichting om de gebreken aan de keuken binnen een redelijke termijn te herstellen. Dat een deel van de herstelwerkzaamheden niet door MCS zelf, maar door Arti-line is uitgevoerd, maakt dit niet anders. MCS bleef als contractspartij, ondanks het inschakelen van een derde, jegens [eisers] aansprakelijk voor de deugdelijke nakoming van de overeenkomst in zijn geheel.
4.16.
Omdat MCS niet binnen redelijke termijn tot herstel zijn overgegaan, waren [eisers] gerechtigd de koopovereenkomst op 20 december 2021 te ontbinden. Dat in het tweede deskundigenrapport staat vermeld dat herstel nog mogelijk is, doet daaraan niets af. Omdat MCS haar verplichting tot tijdig herstel niet is nagekomen en [eisers] MSC meer dan voldoende mogelijkheden hebben gegeven de gebreken te verhelpen, hoefden [eisers] – ondanks dat herstel in theorie nog mogelijk is – MCS die mogelijkheid niet meer te geven. Daar komt nog bij dat het volgens de deskundige nog maar de vraag is of de keuken, na eventueel herstel, wel aan de overeenkomst zal beantwoorden. MCS heeft weliswaar aangevoerd dat volledig herstel op de manier die de expert in zijn eerste rapport had voorgesteld nog mogelijk was, maar gezien het hele verloop is het niet onredelijk dat [eisers] het vertrouwen in MCS hadden verloren en MCS geen mogelijkheid tot herstel meer wilden geven. Zij hebben dan ook mogen besluiten de overeenkomst te ontbinden. Dat dat deze ontbinding verstrekkende gevolgen heeft, maakt dat niet anders.
Gevolgen ontbinding
4.17.
Door de ontbinding van de koopovereenkomst zijn over en weer ongedaanmakingsverplichtingen ontstaan. Dit betekent dat MCS de koopprijs van de keuken aan [eisers] moet terugbetalen en dat [eisers] de keuken aan MCS moet terugleveren. De vordering van [eisers] tot terugbetaling van het aankoopbedrag zal dan ook worden toegewezen. Ook is MCS wettelijke rente aan [eisers] verschuldigd, omdat zij in verzuim is met terugbetaling van het aankoopbedrag. In de brief van 20 december 2021 is MCS een termijn van vijftien dagen gegeven om het aankoopbedrag terug te betalen. Nu zij dat niet heeft gedaan, is MCS dus vanaf 4 januari 2022 in verzuim komen te verkeren. De wettelijke rente zal daarom worden toegewezen vanaf die datum.
Buitengerechtelijke incassokosten
4.18.
[eisers] hebben voldoende gesteld en onderbouwd dat er buitengerechtelijke incassowerkzaamheden zijn verricht. De gevorderde buitengerechtelijke kosten zullen daarom worden toegewezen, omdat die zijn berekend in overeenstemming met de wettelijke staffel zoals vermeld in artikel 2 van het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten.
Expertisekosten
4.19.
[eisers] maken verder aanspraak op betaling van de kosten van het tweede expertiserapport van € 967,04. Op grond van artikel 6:96 lid 2 BW komen redelijke kosten ter vaststelling van schade en aansprakelijkheid voor vergoeding in aanmerking. Vereist is dat de verrichte werkzaamheden noodzakelijk waren en dat de gemaakte kosten naar hun omvang redelijk zijn.
4.20.
[eisers] heeft het tweede rapport van [Expertisebedrijf] voorafgaand aan en tijdens deze procedure gebruikt ter onderbouwing van haar standpunt dat de keuken, ondanks de ondernomen herstelpogingen, nog altijd niet aan de overeenkomst beantwoorde. Omdat partijen hier onderling over van mening verschilden, is de kantonrechter van oordeel dat het redelijkerwijs noodzakelijk was een deskundige in te schakelen. De omvang van de door [Expertisebedrijf] in rekening gebrachte kosten, die door MCS niet gemotiveerd is betwist, acht de kantonrechter redelijk. Dit betekent dat de door [eisers] gevorderde kosten voor vergoeding in aanmerking komen.
Vergoeding opgenomen vrije dagen
4.21.
Ook vorderen [eisers] een vergoeding van vier vakantiedagen, omdat zij vrij hebben moeten nemen op dagen dat MCS langs kwam om gebreken te verhelpen. Los van de omstandigheid dat [eisers] niet hebben onderbouwd op grond waarvan MCS deze dagen zou moeten vergoeden, geldt dat [eisers] hun vordering op dit punt onvoldoende hebben onderbouwd. Uit de door [eisers] overgelegde loonstrook blijkt weliswaar dat op het salaris een ‘nabetaling verlof’ van € 155,94 is ingehouden, maar nergens uit blijkt dat dit betrekking heeft op extra opgenomen vakantiedagen omdat MCS langs kwam.
Herstelkosten schade aan muur
4.22.
Ook de kosten voor het herstellen van schade aan de muur komen niet voor vergoeding in aanmerking. MSC heeft bij gebrek aan wetenschap over welke schade het precies gaat namelijk betwist dat zij de schade heeft veroorzaakt. Gezien deze betwisting had het op de weg van [eisers] gelegen om nader te stellen en te onderbouwen dat MSC de schade heeft veroorzaakt. Dit hebben [eisers] nagelaten, waardoor dit deel van de vordering niet voor toewijzing in aanmerking komt.
Proceskosten
4.23.
De proceskosten komen voor rekening van MCS, omdat zij overwegend ongelijk krijgt. De gevorderde rente over de proceskosten zal worden toegewezen vanaf de datum gelegen 14 dagen na betekening van dit vonnis

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
veroordeelt MCS tot betaling aan [eisers] van € 28.067,51, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 26.069,21 vanaf 4 januari 2022 tot aan de dag van de gehele betaling;
5.2.
veroordeelt MCS tot betaling van de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant van [eisers] tot en met vandaag vaststelt op:
dagvaarding € 131,18;
griffierecht € 693,00;
salaris gemachtigde € 1.058,00;
vermeerderd met de wettelijke rente over de proceskosten vanaf de datum gelegen 14 dagen na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling;
5.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
5.4.
wijst de vordering voor het overige af.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.J. Jansen en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter

Voetnoten

1.Artikel 111 lid 1 sub d van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.
2.Artikel 7:17 BW.
3.Artikel 7:18 lid 2 (oud) BW.
4.Artikel 7:22 lid 2 BW
5.MvT, Kamerstukken II 2000/01, 27 809, nr. 3, p. 8, 9 en 23 en Nota n.a.v. Nader Verslag, Kamerstukken II 2001/02, nr. 8, p. 3