ECLI:NL:RBNHO:2023:4989

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
17 mei 2023
Publicatiedatum
31 mei 2023
Zaaknummer
C/15/339537 / FA RK 23-2098
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 17 mei 2023 een beschikking gegeven inzake de voortzetting van een crisismaatregel voor een betrokkene, die op 15 mei 2023 door de burgemeester van Den Helder was opgelegd. De officier van justitie verzocht om voortzetting van deze maatregel, die was ingediend via een verzoekschrift op 16 mei 2023. De rechtbank heeft kennisgenomen van verschillende bijlagen, waaronder een medische verklaring en een verklaring van een psychiater die de betrokkene had onderzocht. De mondelinge behandeling vond plaats op 17 mei 2023, waarbij de rechtbank de betrokkene en een GGZ-arts heeft gehoord. De officier van justitie was niet aanwezig.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de medische verklaring tot stand is gekomen via beeldbellen, omdat de betrokkene op dat moment in het ziekenhuis verbleef. De rechtbank oordeelt dat de medische verklaring voldoet aan de eisen van wet en jurisprudentie en kan dienen als basis voor de verzochte machtiging. Er is een onmiddellijke dreiging van ernstig nadeel voor de betrokkene of anderen, veroorzaakt door een psychische stoornis. De rechtbank heeft besloten dat verplichte zorg noodzakelijk is, waaronder het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid van de betrokkene.

De rechtbank verleent de machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel, die een geldigheidsduur heeft van drie weken. De beschikking is gegeven door rechter mr. G. Drenth en is openbaar uitgesproken op 17 mei 2023. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Familie en Jeugd
locatie Alkmaar
Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel
zaak-/rekestnr.: C/15/339537 / FA RK 23-2098
beschikking van de enkelvoudige kamer van 17 mei 2023,
naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot voortzetting van een crisismaatregel als bedoeld in artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg, ten aanzien van:
[betrokkene],
geboren op [geboortedatum] , [plaats] ,
wonende te [adres] ,
thans verblijvende
in [verblijfplaats]
,
hierna: betrokkene,
advocaat mr. J.A. van der Lem, gevestigd te Alkmaar.

1.Procedure

1.1.
Bij verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 16 mei 2023, heeft de officier van justitie voortzetting verzocht van de door de burgemeester van Den Helder op 15 mei 2023 aan betrokkene opgelegde crisismaatregel.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • een afschrift van de beslissing tot het nemen van de crisismaatregel;
  • de medische verklaring van 15 mei 2023;
  • de politiemutaties van 16 mei 2023
  • een verklaring niet voorkomen in het curatele- en bewindregister van 16 mei 2023.
1.2.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de ondertekende aanvullende verklaring
van 16 mei 2023 van [psychiater] (psychiater), die betrokkene heeft onderzocht en de medische verklaring onderschrijft.
1.3.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 17 mei 2023, in voornoemde accommodatie.
1.4.
De rechtbank heeft de volgende personen gehoord:
- betrokkene, bijgestaan door haar advocaat;
- [GGZ-arts] , GGZ-arts.
1.5.
De officier van justitie heeft aangegeven niet ter zitting te zullen verschijnen.

2.Beoordeling

2.1.
De rechtbank stelt vast dat de medische verklaring middels beeldbellen tot stand is gekomen, zonder dat betrokkene fysiek is onderzocht door de psychiater. In de medische verklaring is opgenomen dat betrokkene via beeldbellen is gehoord omdat zij op de Spoedeisende Eerste Hulp van het ziekenhuis in Den Helder verbleef en anders uren moest wachten op beoordeling door de crisisdienst. Bij betrokkene was een arts aanwezig tijdens het horen. Betrokkene moest fysiek in bedwang worden gehouden.
De rechtbank stelt verder vast dat betrokkene kort na opname in de ggz-instelling en binnen 24 uur na afgifte van de crisismaatregel, fysiek is onderzocht door een andere onafhankelijk psychiater. Deze psychiater onderschrijft, blijkens de door haar ondertekende verklaring, de medische verklaring.
2.2.
De rechtbank is, met de raadsvrouw, van oordeel dat de aldus aangevulde medische verklaring voldoet aan de eisen die wet en jurisprudentie daaraan stellen en kan dienen als basis voor de verzochte machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel. Bij de beoordeling van een verzoek tot verlening van een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel behoeft blijkens de wetsgeschiedenis enkel de rechtmatigheid van de voortzetting van de maatregel te worden onderzocht en niet de rechtmatigheid van de crisismaatregel.
2.3.
Uit de overgelegde stukken en het behandelde ter zitting is gebleken dat er een onmiddellijke dreiging van ernstig nadeel voor of van betrokkene of een ander is, te weten:
  • ernstig lichamelijk letsel;
  • ernstige psychische schade;
  • dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van een ander oproept;
  • de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is.
2.4.
Het ernstige vermoeden bestaat dat dit nadeel wordt veroorzaakt door gedrag dat voortvloeit uit een psychische stoornis, te weten een psychotische stoornis van het paranoïde type. De crisissituatie is zo ernstig dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kan worden afgewacht.
2.5.1.
De rechtbank is van oordeel dat de volgende vormen van verplichte zorg nodig zijn om het nadeel af te wenden, te weten:
  • het toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
  • het beperken van bewegingsvrijheid;
  • het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
  • opnemen in een accommodatie.
2.5.2
De vormen van verplichte zorg, ‘het beperken van bewegingsvrijheid’ en ‘het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen’ worden door de rechtbank met toepassing van artikel 7:8, tweede lid, van de Wvggz opgenomen. Deze vormen van verplichte zorg zijn weliswaar niet door de officier van justitie verzocht, maar uit het verhandelde ter zitting blijkt dat:
- de vorm van verplichte zorg het ‘beperken van bewegingsvrijheid’ is gekoppeld aan de vorm van verplichte zorg ‘opnemen in een accommodatie’;
- de vorm van verplichte zorg ‘het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen’ is bedoeld om de behandeling op ambulante basis te kunnen voortzetten indien betrokkene voor het einde van de termijn van de maatregel de accommodatie mag verlaten.
2.6.
De rechtbank is van oordeel dat aan de wettelijke voorwaarden voor afgifte van de machtiging met de hiervoor genoemde vormen van verplichte zorg wordt voldaan.
2.7.
Betrokkene verzet zich tegen voornoemde vormen van verplichte zorg.
2.8.
Gelet op het voorgaande zal een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel worden verleend, welke machtiging een geldigheidsduur heeft van drie weken na heden.

3.Beslissing

De rechtbank:
- verleent een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel ten aanzien van [betrokkene] , geboren op [geboortedatum] , [plaats] , met de vormen van verplichte zorg zoals hierboven onder 2.5 zijn genoemd;
- bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met
7 juni 2023.
Deze beschikking is gegeven door mr. G. Drenth, rechter, in tegenwoordigheid van
E.B.B.M. van Linden als griffier en in het openbaar uitgesproken op 17 mei 2023.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 22 mei 2023.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.