ECLI:NL:RBNHO:2023:4988

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
31 maart 2023
Publicatiedatum
31 mei 2023
Zaaknummer
10312271 WM
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen administratieve sanctie wegens onnodig geluid met motorvoertuig

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 31 maart 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie (boete) die aan de betrokkene was opgelegd. De betrokkene had beroep ingesteld tegen de beslissing van de officier van justitie, die het beroep ongegrond had verklaard. De zaak werd behandeld op de zitting, waar de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig was, maar de gemachtigde van de betrokkene niet. De officier van justitie handhaafde zijn standpunt en verzocht de kantonrechter om het beroep ongegrond te verklaren.

De gedraging waarvoor de boete was opgelegd, betrof het veroorzaken van onnodig geluid met een motorvoertuig. De betrokkene was het niet eens met de beslissing en voerde aan dat zijn hybride auto in een milieuzone was uitgerust met een begrenzing, waardoor het onmogelijk zou zijn om met piepende banden op te trekken. De kantonrechter oordeelde echter dat de verklaring van de verbalisant voldoende grondslag bood voor de vaststelling van de gedraging. De kantonrechter verwierp het verweer van de betrokkene en concludeerde dat de gedraging was vastgesteld.

De kantonrechter verklaarde het beroep ongegrond en wees het verzoek om vergoeding van proceskosten af. De uitspraak werd gedaan door mr. D.D.M. Hazeu, kantonrechter, en werd in het openbaar uitgesproken. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, mits de boete meer dan € 110,00 bedraagt.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknummer : 10312271 \ WM VERZ 23-51
CJIB-nummer : 247247037
Uitspraakdatum : 31 maart 2023
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV) en proces-verbaal van de zitting
in de zaak van
[betrokkene]
Gemachtigde : Boete.nu (M.J.M. Bergers)

1.Het verloop van de procedure en het proces-verbaal van de zitting

1.1.
Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
1.2.
De zaak is behandeld op de zitting van 31 maart 2023. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. Gemachtigde van betrokkene is niet verschenen.
1.3.
De vertegenwoordiger van de officier van justitie heeft op de zitting meegedeeld de beslissing en het standpunt te handhaven en heeft de kantonrechter verzocht om het beroep ongegrond te verklaren.
1.4.
De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

2.Overwegingen

2.1.
De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: als bestuurder met een motorvoertuig of als brom- of snorfietser onnodig geluid veroorzaken.
2.2.
Betrokkene is het niet eens met de beslissing van de officier van justitie.
2.3.
Gemachtigde van betrokkene voert aan dat het voertuig van betrokkene een hybride auto is met begrenzing in de milieuzone (eDrive zone). Het is onmogelijk om met dit voertuig in een dergelijke zone met piepende banden op te trekken.
In WAHV-zaken biedt de verklaring van een verbalisant in beginsel voldoende grondslag voor de vaststelling van de gedraging. Dit is anders indien de betrokkene voor zijn zaak specifieke feiten en omstandigheden aanvoert die aanleiding geven te twijfelen.
De officier van justitie heeft een aanvullend proces-verbaal laten opmaken door de verbalisant. In dit aanvullend proces-verbaal is het volgende vermeld:
“Ik [ ] gaf [ ] een bekeuring voor tegen het verkeer inrijden. Wij hoorden dat [ ] zei dat hij in bezwaar zou gaan en ons nog wel zou zien in de rechtszaal. Wij zagen dat [ ] geïrriteerd was over de bekeuring die hij had gekregen. Wij liepen terug naar ons dienstvoertuig en zagen en hoorden dat [ ], met piepende banden en hoge snelheid wegreed. ”
Dat het onmogelijk is om met dit voertuig met piepende banden weg te rijden, omdat het voertuig zodanig is uitgerust dat het vermogen van dit voertuig in een milieuzone beperkt blijft tot 50 km per uur, volgt de kantonrechter niet. Op de webpagina waarnaar wordt verwezen staat Alkmaar thans niet genoemd bij de steden die over een zogenaamde eDrive zone beschikken. Nog afgezien daarvan geldt dat uit de aanvullende verklaring van de verbalisant(en) dat zij hoorden dat het voertuig met hoge snelheid en piepende banden wegreed, volgt dat de wijze waarop de betrokkene reed, onnodig geluid veroorzaakte. Hiermee is komen vast te staan dat de gedraging is verricht. De kantonrechter ziet in hetgeen betrokkene heeft aangevoerd ook geen reden om de boete te matigen. Het verweer dat er sprake zou zijn van een voortgezette handeling volgt de kantonrechter ook niet, omdat er sprake is van twee afzonderlijke gedragingen. Het beroep wordt daarom ongegrond verklaard.
2.4.
De kantonrechter ziet geen aanleiding om proceskosten toe te kennen, omdat het beroep ongegrond wordt verklaard.
De uitspraak
De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep ongegrond;
‒ wijst het verzoek om vergoeding van de proceskosten af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. D.D.M. Hazeu, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 110,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar. De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Datum toezending: