Uitspraak
1.Het verloop van de procedure en het proces-verbaal van de zitting
2.Overwegingen
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 31 maart 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie (boete) die aan betrokkene was opgelegd. De boete was opgelegd wegens het handelen in strijd met een geslotenverklaring in beide richtingen. Betrokkene had beroep ingesteld tegen de beslissing van de officier van justitie, die het beroep ongegrond had verklaard. Tijdens de zitting was de gemachtigde van betrokkene niet aanwezig, maar de vertegenwoordiger van de officier van justitie was wel aanwezig en handhaafde de beslissing.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de officier van justitie niet heeft voldaan aan de informatieplicht, zoals vastgelegd in artikel 7:18 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Dit houdt in dat de officier op verzoek van de indiener van het beroepschrift de op de zaak betrekking hebbende stukken, waaronder een foto van de gedraging, had moeten verstrekken. Aangezien de officier van justitie dit niet had gedaan, verklaarde de kantonrechter het beroep tegen de beslissing van de officier van justitie gegrond en vernietigde deze beslissing.
Vervolgens beoordeelde de kantonrechter of de boete terecht was opgelegd. De kantonrechter concludeerde dat de voorwaarden van de beleidsregels waren nageleefd en dat er voldoende bewijs was dat het C-bord aanwezig was en dat het voertuig van betrokkene het bord had gepasseerd. De kantonrechter oordeelde dat de boete terecht was opgelegd en zag geen reden om deze te matigen. Het beroep tegen de beschikking waarbij de boete was opgelegd, werd ongegrond verklaard. De kantonrechter wees ook het verzoek om proceskostenvergoeding af, verwijzend naar een eerdere uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.