Uitspraak
1.Het verloop van de procedure
2.Overwegingen
“De batterijen zijn op.”
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 31 maart 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie, opgelegd aan betrokkene wegens het niet voeren van zichtbaar licht op een fiets. Betrokkene had beroep ingesteld tegen de beslissing van de officier van justitie, die het beroep ongegrond had verklaard. Tijdens de zitting was de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig, maar betrokkene zelf was niet verschenen. De kantonrechter heeft de zaak inhoudelijk behandeld en is tot de conclusie gekomen dat betrokkene zijn persoonlijke situatie voldoende aannemelijk heeft gemaakt aan de hand van de bij het beroepschrift meegezonden bewijsstukken.
De kantonrechter heeft overwogen dat op grond van artikel 9, lid 2, sub b van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV) de officier van justitie had moeten beslissen dat de omstandigheden waaronder de gedraging heeft plaatsgevonden, het opleggen van een boete niet billijken. De gedraging waarvoor de boete was opgelegd, betrof het niet voeren van zichtbaar licht op de fiets tijdens de nachtelijke uren. Betrokkene had aangevoerd dat hij niet in staat was de voorgeschreven zekerheid te betalen, wat de kantonrechter aanleiding gaf om het bedrag van de te betalen zekerheid te verlagen tot nihil.
Uiteindelijk heeft de kantonrechter het beroep gegrond verklaard, de beslissing van de officier van justitie vernietigd en bepaald dat de boete niet opgelegd had mogen worden. De officier van justitie moet het bedrag dat betrokkene als zekerheid heeft betaald, terugbetalen. Deze uitspraak is openbaar gedaan door mr. D.D.M. Hazeu, kantonrechter, en kan binnen zes weken na toezending in hoger beroep worden aangevochten bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, mits de boete meer dan € 110,00 bedraagt.