In deze zaak heeft de rechtbank Noord-Holland op 26 mei 2023 een beschikking gegeven in een familiezakenprocedure. Het betreft een verzoek tot vernietiging van de erkenning van een kind door de juridische vader en een verzoek tot gerechtelijke vaststelling van het ouderschap van de biologische vader. De bijzondere curator heeft namens het kind verzocht om de erkenning door de juridische vader te vernietigen, omdat deze niet de biologische vader is. De rechtbank heeft vastgesteld dat de juridische vader de erkenning heeft gedaan tijdens de minderjarigheid van het kind en dat de bijzondere curator ontvankelijk is in haar verzoek. De rechtbank heeft de erkenning van de juridische vader vernietigd, omdat dit in het belang van het kind is.
Daarnaast is er een verzoek gedaan tot gerechtelijke vaststelling van het ouderschap van de biologische vader, die in Egypte woont. De rechtbank heeft vastgesteld dat er voldoende bewijs is dat de man de biologische vader is, maar heeft de beslissing hierover aangehouden omdat het kind op dat moment nog twee juridische ouders had. De rechtbank heeft ook de geslachtsnaam van het kind besproken, maar kon deze niet vaststellen omdat de man een namenreeks heeft die niet als geslachtsnaam kan worden beschouwd. De rechtbank heeft de eindbeslissing over de vaststelling van het ouderschap aangehouden en de bijzondere curator de gelegenheid gegeven om het verzoek aan te passen of aan te vullen.