Op 25 mei 2023 heeft de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in twee zaken met betrekking tot de milieu- en natuurvergunningen van de cacaofabriek van OLAM in Koog aan de Zaan. De rechtbank oordeelde dat de verleende milieuvergunning niet in overeenstemming was met de regelgeving. De milieuvergunning, verleend door het college van burgemeester en wethouders van Zaanstad, bevatte een meetverplichting voor de uitstoot van Vluchtige Organische Stoffen (VOS) en ammoniak, maar de rechtbank oordeelde dat het college niet voldoende had onderbouwd dat het verwerken van cacaobonen onder de Europese regelgeving viel die deze verplichting oplegt. Bovendien waren de vastgestelde uitstootwaarden te ruim en niet in overeenstemming met de wettelijke normen.
In de tweede zaak ging het om de weigering van Gedeputeerde Staten van Noord-Holland om een natuurvergunning te verlenen aan OLAM. De rechtbank oordeelde dat Gedeputeerde Staten niet goed hadden gemotiveerd waarom een natuurvergunning niet nodig zou zijn. De rechtbank stelde vast dat de referentiesituatie, die nodig is om te beoordelen of de aangevraagde activiteiten significante gevolgen hebben voor het Natura 2000-gebied, niet kon worden vastgesteld. Hierdoor kon ook niet worden geconcludeerd dat de activiteiten van OLAM geen negatieve impact zouden hebben op het beschermde natuurgebied. De rechtbank vernietigde zowel de positieve weigering van de natuurvergunning als het handhavingsbesluit van Gedeputeerde Staten en droeg hen op om opnieuw te beslissen over de vergunningaanvragen van OLAM.