In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 10 maart 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie opgelegd aan de betrokkene voor het stilstaan op het trottoir. De betrokkene, vertegenwoordigd door mr. M. Lagas van Appjection B.V., heeft beroep ingesteld tegen de beslissing van de officier van justitie, die het beroep ongegrond had verklaard. De zaak werd behandeld op de zitting van 28 februari 2023, waar de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig was, maar de gemachtigde van de betrokkene niet. De officier van justitie handhaafde zijn standpunt en verzocht de kantonrechter om het beroep ongegrond te verklaren.
De kantonrechter overwoog dat de gedraging waarvoor de boete was opgelegd, het stilstaan op het trottoir, een overtreding van artikel 10 van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 (RVV 1990) inhoudt. De kantonrechter concludeerde dat de feitelijke omstandigheden, zoals de bestrating en inrichting van de straat, erop wijzen dat het gedeelte waar de auto was geparkeerd, uitsluitend bestemd was voor voetgangers en niet als rijbaan kon worden beschouwd. De kantonrechter verwierp het verweer van de betrokkene dat de plek waar de auto was aangetroffen niet als trottoir kon worden aangemerkt, en oordeelde dat de verbalisant de juiste feitcode had gebruikt.
De kantonrechter verklaarde het beroep ongegrond en wees het verzoek om vergoeding van proceskosten af. De uitspraak werd gedaan door mr. P.J. Jansen, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken. Tegen deze uitspraak kan binnen 6 weken hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, mits de boete meer dan € 110,00 bedraagt.