Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Het verloop van de procedure en het proces-verbaal van de zitting
Overwegingen
De uitspraak
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 10 maart 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie opgelegd aan betrokkene. De zaak betreft een overtreding van een geslotenverklaring voor motorvoertuigen op meer dan twee wielen, zoals aangegeven door bord C 6 in bijlage I van het RVV 1990. Betrokkene heeft tegen de opgelegde boete beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierop heeft betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
Tijdens de zitting op 28 februari 2023 heeft de gemachtigde van betrokkene, mr. A. Khadri, aangevoerd dat betrokkene na het ontvangen van de boete een ontheffing heeft aangevraagd bij de Gemeente Oostzaan, welke ontheffing ook is verleend. Betrokkene heeft erkend de gedraging te hebben gepleegd, maar doet een beroep op de omstandigheden van het geval, waaronder het feit dat hij zijn kleindochter naar school bracht en niet op de hoogte was van de geslotenverklaring.
De kantonrechter heeft overwogen dat uit de door betrokkene overgelegde e-mail van de gemeente blijkt dat de aanvraag voor de ontheffing pas na de overtreding is bevestigd. De overtreding vond plaats op 27 januari 2022, terwijl de bevestiging van de aanvraag dateert van 15 februari 2022. De kantonrechter concludeert dat betrokkene op het moment van de gedraging niet in het bezit was van een ontheffing en de geslotenverklaring niet had mogen negeren. De kantonrechter heeft het beroep ongegrond verklaard en het verzoek om proceskosten afgewezen, omdat het beroep ongegrond werd verklaard.