Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Tenlastelegging
- zijn medeverdachte een zet te geven, om hem, die medeverdachte, meer kracht bij te zetten bij het binnendringen van de woning van die [slachtoffer] , en/of
- die [slachtoffer] vast te pakken bij zijn schouder en/of de kraag van zijn trui en/of die [slachtoffer] (met een vuist) op/tegen zijn ribben te slaan en/of twee gouden kettingen (met kracht) van de nek van die [slachtoffer] af rukken/trekken.
3.Beoordeling van het bewijs
om veel geld”ging. [naam medeverdachte] was daartoe bereid, maar wilde daarvoor “
een rooitje” [de rechtbank begrijpt: duizend euro] hebben. Nadat de verdachte aan [naam medeverdachte] een foto van het slachtoffer had gestuurd, reageerde [naam medeverdachte] met “
nee, ze hoeft niet mee, ze hoeft niet te zien wat er kan gebeuren”en
“nou is dit hem nou, die stompen we zo”. [naam medeverdachte] heeft ook gevraagd of er geen kinderen in de woning zijn.
4.Kwalificatie en strafbaarheid van het feit
5.Strafbaarheid van de verdachte
6.Motivering van de sanctie
Uit het onderzoek van de reclassering komen geen signalen dat er aanvullende bijzondere voorwaarden nodig zijn om adequaat invulling te geven aan dit toezicht. Om deze redenadviseert de reclassering geen (aanvullende) bijzondere voorwaarden.
7.Vordering benadeelde partij en schadevergoedingsmaatregel
€ 444,- zes weken licht beperkt (richtlijn huishoudelijk hulp)
€ 2.400,- immateriële schade (aantasting in persoon).
8.Toepasselijke wettelijke voorschriften
9.Beslissing
8 (acht) maanden, met bevel dat van deze straf een gedeelte, groot 4 (vier) maanden,
nietten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond dat verdachte voor het einde van de op twee jaren bepaalde proeftijd zich aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
[slachtoffer]geleden schade tot een bedrag van
€ 7.500,-(zegge: zevenduizend vijfhonderd euro), bestaande uit € 6.750,- als vergoeding voor de materiële en € 750,- als vergoeding voor de immateriële schade, en veroordeelt de verdachte tot betaling van dit bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 19 januari 2022 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [slachtoffer] , voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
schadevergoedingsmaatregelten behoeve van slachtoffer [slachtoffer] de verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van € 7.500,- (zegge: zevenduizend vijfhonderd euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door