ECLI:NL:RBNHO:2023:4505
Rechtbank Noord-Holland
- Proceskostenveroordeling
- Rechtspraak.nl
Proceskostenveroordeling in een Ziektewet uitkeringszaak tegen het UWV
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 10 mei 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen een verzoeker en het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) over de toekenning van een Ziektewet (ZW) uitkering. Verzoeker had aanvankelijk een ZW-uitkering aangevraagd, maar het UWV weigerde deze op 15 maart 2022, omdat verzoeker geschikt werd geacht voor een van de functies die in het kader van de WIA-beoordeling waren aangeduid. Na een bezwaarprocedure, waarin het UWV het bezwaar ongegrond verklaarde, heeft verzoeker beroep ingesteld. Tijdens de procedure heeft het UWV na heronderzoek op 13 maart 2023 besloten om verzoeker alsnog een ZW-uitkering toe te kennen.
Naar aanleiding van deze wijziging heeft verzoeker zijn beroep ingetrokken en verzocht om vergoeding van de proceskosten. Het UWV heeft ingestemd met de veroordeling tot vergoeding van de proceskosten conform het Besluit proceskosten bestuursrecht (Bpb). De rechtbank heeft het UWV in de gelegenheid gesteld om te reageren op het verzoek om proceskostenvergoeding, en met stilzwijgende toestemming van partijen is een zitting achterwege gebleven. De rechtbank heeft het onderzoek gesloten en de zaak beoordeeld op basis van de ingediende stukken.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het UWV op grond van artikel 8:75a van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) kan worden veroordeeld in de proceskosten, omdat het bestuursorgaan geheel of gedeeltelijk aan de indiener van het beroepschrift is tegemoetgekomen. De rechtbank heeft de proceskosten vastgesteld op € 837,- voor rechtsbijstand door een gemachtigde, en heeft het UWV tevens verplicht om het door verzoeker betaalde griffierecht van € 50,- te vergoeden. De uitspraak is gedaan door mr. M.A. Broekhuis, rechter, in aanwezigheid van mr. C.J. Kroon, griffier.