Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Tenlastelegging
Parketnummer 15.097426.21 (zaak B):
Parketnummer 15.075096.21 (zaak C):
Parketnummer 15-132341-21 (zaak D):
hij op of omstreeks 25 november 2022 te Alkmaar, in elk geval in Nederland een fiets (merk Batavus, type Transporter), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde 4], in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
hij op of omstreeks 23 september 2022 te Alkmaar, in elk geval in Nederland een portemonnee met inhoud en/of een pinpas, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde 1], in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
3.
hij op of omstreeks 23 september 2022 te Alkmaar, in elk geval in Nederland, een geldbedrag van in totaal €29,96, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan [benadeelde 1], heeft weggenoemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte dat weg te nemen geldbedrag onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel (te weten een niet voor het gebruik door verdachte bestemde bankpas en/of pincode);
hij op of omstreeks 29 november 2022 te Alkmaar, in elk geval in Nederland, (diverse verpakkingen) vlees, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan Albert Heijn, in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
15.097426.21 (zaak B):
hij op of omstreeks 10 april 2021 te Alkmaar, althans in Nederland, als vreemdeling heeft verbleven, terwijl tegen hem een inreisverbod was uitgevaardigd met toepassing van artikel 66a, zevende lid, van de Vreemdelingenwet 2000;
hij op of omstreeks 10 april 2021 te Alkmaar in het besloten lokaal gelegen aan Europaboulevard 463 bij het winkelbedrijf Deen, althans bij een ander of anderen dan bij verdachte, in gebruik wederrechtelijk is binnengedrongen immers was hem, verdachte, met ingang van 26 augustus 2020 schriftelijk de toegang tot die winkel ontzegd voor de duur van 12 maanden;
hij op of omstreeks 12 februari 2021 te Alkmaar ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan [benadeelde 2] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen met een mes in de richting van die [benadeelde 2] heeft geslagen en/of met een mes het gezicht van die [benadeelde 2] heeft geschampt, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2.
hij op of omstreeks 12 februari 2021 te Alkmaar opzettelijk en wederrechtelijk de ruit van een deur, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander, te weten aan [benadeelde 5] toebehoorde, heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt;
2.Voorvragen
zaak B onder 1ten laste gelegde feit. De verdachte is al sinds zijn achtste levensjaar in Nederland en kan niet uit Nederland worden verwijderd, waardoor een “patstelling” is ontstaan, zo heeft de raadsman ter onderbouwing aangevoerd.
3.Beoordeling van het bewijs
- zaak A: feiten 1 primair, 3 en 4;
- zaak B: feiten 1 en 2;
- zaak C: feiten 1 subsidiair, 2, 3 en 4; en
- zaak D: het ten laste gelegde. .
hij op 25 november 2022 te Alkmaar, een fiets (merk Batavus, type Transporter), die aan
hij op 23 september 2022 te Alkmaar, een geldbedrag van in totaal € 29,96, dat aan een ander toebehoorde, te weten aan [benadeelde 1], heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte dat weg te nemen geldbedrag onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel (te weten een niet voor het gebruik door verdachte bestemde bankpas en/of pincode);
hij op 29 november 2022 te Alkmaar, diverse verpakkingen vlees, die aan Albert Heijn toebehoorden heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
hij op 10 april 2021 te Alkmaar, als vreemdeling heeft verbleven, terwijl tegen hem een inreisverbod was uitgevaardigd met toepassing van artikel 66a, zevende lid, van de Vreemdelingenwet 2000;
hij op 10 april 2021 te Alkmaar in het besloten lokaal gelegen aan Europaboulevard 463, bij het winkelbedrijf Deen in gebruik, wederrechtelijk is binnengedrongen, immers was hem, verdachte, met ingang van 26 augustus 2020 schriftelijk de toegang tot die winkel ontzegd voor de duur van 12 maanden;
hij op 12 februari 2021 te Alkmaar [benadeelde 2] heeft mishandeld door met een mes langs het gezicht van die [benadeelde 2] te schampen;
2.
hij op 12 februari 2021 te Alkmaar opzettelijk en wederrechtelijk de ruit van een deur, die aan een ander, te weten aan [benadeelde 5], toebehoorde, heeft vernield;
4.Kwalificatie en strafbaarheid van de feiten
5.Strafbaarheid van de verdachte
6.Motivering van de sanctie
- de door de verdachte begane feiten betreffen, met uitzondering van de in zaak B onder 2 en zaak C onder 3 bewezen verklaarde lokaalvredebreuk, misdrijven waarvoor voorlopige hechtenis is toegelaten;
- de verdachte is in de afgelopen vijf jaren ten minste driemaal wegens een misdrijf onherroepelijk veroordeeld tot vrijheidsbenemende straffen;
- de onderhavige feiten zijn begaan na tenuitvoerlegging van deze straffen;
- gelet op het reclasseringsadvies van de reclassering en het strafblad van verdachte moet er ernstig rekening mee gehouden dat verdachte wederom een misdrijf zal begaan; en
- de veiligheid van goederen en personen eist het opleggen van de maatregel.
7.Vordering benadeelde partij en schadevergoedingsmaatregel
8.Toepasselijke wettelijke voorschriften
9.Beslissing
[benadeelde 3]geleden schade tot een bedrag van
€ 926,- (negenhonderd zesentwintig euro), bestaande uit € 176,- als vergoeding voor de materiële en € 750,- als vergoeding voor de immateriële schade, en veroordeelt de verdachte tot betaling van dit bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 12 februari 2021 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [benadeelde 3], voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
€ 926,- (negenhonderd zesentwintig euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 18 dagen gijzeling en bepaalt dat het te betalen bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 12 februari 2021 tot aan de dag der algehele voldoening. De toepassing van de gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op.