In deze zaak gaat het om de afwikkeling van de nalatenschap van de moeder van eiser en gedaagde sub 1, die op [datum] is overleden. Eiser is het oneens met de boedelbeschrijving en het voorstel van de notaris-executeur tot verdeling van de nalatenschap. De notaris-executeur heeft een boedelbeschrijving opgesteld en een voorstel tot verdeling gedaan, waar eiser niet mee akkoord gaat. Eiser vordert onder andere dat de woning aan hem wordt toegedeeld en dat een aantal vorderingen die hij heeft ingediend, worden meegenomen in de verdeling. Gedaagden betwisten de vorderingen van eiser en vorderen dat de verdeling conform het voorstel van de notaris-executeur wordt vastgesteld.
De rechtbank heeft de vorderingen van eiser afgewezen en de vorderingen van gedaagden toegewezen. De rechtbank oordeelt dat de woning al is verkocht en dat er geen grond is voor een aanpassing van de boedelomschrijving. Eiser heeft geen verweer gevoerd tegen de opgestelde rekening en verantwoording, waardoor de nalatenschap in overeenstemming met het voorstel van de executeur kan worden verdeeld. Eiser heeft ook ingestemd met een tegemoetkoming in zijn reis- en verblijfkosten in verband met de uitvaartwensen van erflaatster, die op € 1.200,- is vastgesteld. Eiser wordt veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van gedaagden zijn begroot op € 2.003,-.