Uitspraak
1.Het verloop van de procedure en het proces-verbaal van de zitting
2.Overwegingen
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 5 april 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie opgelegd aan betrokkene. De sanctie was het gevolg van een gedraging waarbij betrokkene als bestuurder een puntstuk gebruikte. Betrokkene had tegen de beslissing van de officier van justitie beroep ingesteld, nadat deze het beroep ongegrond had verklaard. Tijdens de zitting op 22 maart 2023 was de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig, evenals de gemachtigde van betrokkene, de heer Van den Aarsen. De officier van justitie handhaafde zijn standpunt en verzocht de kantonrechter om het beroep ongegrond te verklaren.
De kantonrechter heeft echter vastgesteld dat er onduidelijkheid bestond over de status van een brief van 27 oktober 2022, die ten onrechte in het dossier was beland. De kantonrechter oordeelde dat deze vergissing voor rekening van de officier van justitie diende te blijven en dat betrokkene en zijn gemachtigde erop mochten vertrouwen dat de beschikking was vernietigd. Hierdoor werd het beroep gegrond verklaard en werd de beslissing van de officier van justitie vernietigd.
Daarnaast heeft de kantonrechter een proceskostenvergoeding toegewezen aan betrokkene, vastgesteld op een totaalbedrag van € 1.135,50. Dit bedrag omvat vergoedingen voor zowel de procedure bij de officier van justitie als bij de kantonrechter. De uitspraak benadrukt het belang van zorgvuldigheid in de communicatie van de officier van justitie en de gevolgen van administratieve fouten in het bestuursrecht.