Uitspraak
1.Het verloop van de procedure en het proces-verbaal van de zitting
2.Overwegingen
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 5 april 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie, opgelegd aan de betrokkene wegens een tekortkoming in de verlichting van een aanhangwagen. De betrokkene had eerder beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierop heeft de betrokkene de zaak voorgelegd aan de kantonrechter. Tijdens de zitting op 22 maart 2023 was de gemachtigde van de betrokkene niet aanwezig, terwijl de vertegenwoordiger van de officier van justitie wel aanwezig was en het standpunt handhaafde.
De kantonrechter overwoog dat de gedraging, namelijk dat de verlichting van de aanhangwagen niet correct was aangesloten, voldoende was komen vast te staan. De gemachtigde van de betrokkene voerde aan dat de verklaring van de verbalisant geen ambtsedige verklaring was en daarom niet als bewijs kon dienen. De kantonrechter verwierp dit verweer, verwijzend naar vaste rechtspraak die stelt dat ook niet-ambtsedige verklaringen als bewijs kunnen dienen.
Daarnaast werd er een beroep op overmacht gedaan door de gemachtigde van de betrokkene, die stelde dat de verlichting bij vertrek naar behoren functioneerde. De kantonrechter oordeelde dat het de verantwoordelijkheid van de bestuurder is om ervoor te zorgen dat het voertuig aan de eisen voldoet, en dat een defect aan de verlichting niet automatisch leidt tot een situatie van overmacht. De kantonrechter verklaarde het beroep ongegrond en wees het verzoek om proceskostenvergoeding af. De uitspraak werd gedaan door mr. I.H. Lips, kantonrechter, en is openbaar uitgesproken.