Uitspraak
1.Het verloop van de procedure
2.Overwegingen
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 5 april 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een beslissing van de officier van justitie met betrekking tot de hoogte van de proceskostenvergoeding. Betrokkene had een administratieve sanctie opgelegd gekregen en had daartegen beroep ingesteld. De officier van justitie verklaarde het beroep ongegrond, waarna betrokkene in beroep ging bij de kantonrechter. De zitting vond plaats op 22 maart 2023, waarbij de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig was, maar de gemachtigde van betrokkene niet.
De kantonrechter oordeelde dat de officier van justitie de proceskostenvergoeding van € 405,75 onjuist had vastgesteld. De gemachtigde van betrokkene voerde aan dat de proceskosten onjuist waren vastgesteld, maar de kantonrechter concludeerde dat de officier van justitie de zaken terecht als samenhangend had aangemerkt. De kantonrechter stelde vast dat de werkzaamheden van de gemachtigde nagenoeg identiek waren en dat er geen reële extra inspanning was geleverd.
Uiteindelijk verklaarde de kantonrechter het beroep tegen de proceskostenvergoeding ongegrond en wees het verzoek om vergoeding van kosten af. De uitspraak werd gedaan door mr. I.H. Lips, kantonrechter, en is openbaar uitgesproken. Tegen deze uitspraak kan binnen 6 weken hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, mits de boete meer dan € 110,00 bedraagt.