ECLI:NL:RBNHO:2023:4237

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
22 maart 2023
Publicatiedatum
10 mei 2023
Zaaknummer
10142047 WM
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursstrafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen administratieve sanctie wegens niet-verzekeren van motorrijtuig

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 22 maart 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie, opgelegd aan betrokkene wegens het niet afsluiten en in stand houden van de vereiste verzekering voor een motorrijtuig. Betrokkene had eerder beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond of niet-ontvankelijk verklaarde. Hiertegen heeft betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.

Tijdens de zitting op 22 maart 2023 waren zowel de vertegenwoordiger van de officier van justitie als betrokkene aanwezig. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedraging, het niet hebben van een verzekering, voldoende is komen vast te staan, aangezien betrokkene dit heeft erkend. De kantonrechter heeft echter ook rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van betrokkene en de timing van de schorsing van het voertuig, dat één dag na de constatering van de gedraging was geschorst.

De kantonrechter heeft geoordeeld dat de boete, die oorspronkelijk was opgelegd, gematigd kan worden. De beslissing van de officier van justitie is gewijzigd, en de boete is vastgesteld op € 50,00, met handhaving van de administratiekosten. Betrokkene heeft recht op terugbetaling van het bedrag dat als zekerheidstelling is betaald. De uitspraak is openbaar gedaan door mr. I.H. Lips, kantonrechter, en de griffier. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, mits de boete meer dan € 110,00 bedraagt.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknummer : 10142047 \ WM VERZ 22-888
CJIB-nummer : 241900007
Uitspraakdatum : 22 maart 2023
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV)
in de zaak van
[betrokkene]

1.Het verloop van de procedure

1.1.
Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond dan wel niet-ontvankelijk verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
1.2.
De zaak is behandeld op de zitting van 22 maart 2023. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. Betrokkene is ook verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

2.Overwegingen

2.1.
De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: voor een motorrijtuig niet de vereiste verzekering afsluiten en in stand houden.
2.2.
Betrokkene is het niet eens met de beslissing van de officier van justitie en heeft in het beroepschrift de gronden daarvoor aangevoerd.
2.3.
Volgens artikel 6:7 van de Algemene wet bestuursrecht is de termijn voor het indienen van een beroepschrift zes weken. Het beroep is door betrokkene digitaal ingesteld op 6 februari 2022, terwijl dat beroep uiterlijk op 5 februari 2022 ontvangen had moeten zijn. Nu dit een zaterdag is wordt de termijn verlengd tot maandag 7 februari 2022. Het beroep was dus tijdig ingediend, zodat wordt toegekomen aan een inhoudelijke behandeling van de zaak.
2.4.
De boete is opgelegd wegens het handelen in strijd met artikel 30 van de Wet Aansprakelijkheidsverzekering Motorrijtuigen. De kentekenhouder of bestuurder is verantwoordelijk om de vereiste verzekeringen af te sluiten dan wel in stand te houden. Betrokkene heeft de gedraging erkend, zodat deze is komen vast te staan. Betrokkene doet een beroep op de omstandigheden van het geval en zijn persoonlijke omstandigheden. De kantonrechter stelt vast dat het voertuig 1 dag na de constatering van de gedraging is geschorst en dat dit nog voor de ontvangst van de boete was. Daarnaast acht de kantonrechter het voldoende aannemelijk dat het voertuig niet op de openbare weg is geweest. Om die redenen matigt de kantonrechter, mede ook gelet op de persoonlijke omstandigheden in dit specifieke geval, de boete tot € 50,00 (met handhaving van de administratiekosten).
Het beroep is gelet op de matiging gedeeltelijk gegrond. De beslissing van officier van justitie zal worden gewijzigd.
De uitspraak
De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep gedeeltelijk gegrond;
‒ wijzigt de beslissing van de officier van justitie, in die zin dat de boete wordt gematigd tot een bedrag van € 50,00 (met handhaving van de administratiekosten);
‒ bepaalt dat de officier van justitie het bedrag dat betrokkene als zekerheidstelling heeft betaald, aan betrokkene terugbetaalt.
Deze uitspraak is gedaan door mr. I.H. Lips, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 110,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar. De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Datum toezending: