ECLI:NL:RBNHO:2023:4229

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
28 maart 2023
Publicatiedatum
10 mei 2023
Zaaknummer
10312281 WM
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursstrafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen opgelegde administratieve sanctie wegens verkeersgedrag

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 28 maart 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie (boete) die aan betrokkene was opgelegd. De boete was opgelegd wegens een verkeersgedrag waarbij betrokkene bij het afslaan niet het verkeer naast/links dicht achter voor heeft laten gaan. Betrokkene was het niet eens met de beslissing van de officier van justitie, die het beroep tegen de boete ongegrond had verklaard. De zaak werd behandeld op de zitting van 17 maart 2023, waar de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig was, maar de gemachtigde van betrokkene niet. De officier van justitie handhaafde zijn standpunt en verzocht de kantonrechter om het beroep ongegrond te verklaren.

De kantonrechter heeft de stukken in het dossier, waaronder de verklaring van de verbalisant, bestudeerd en geconcludeerd dat de gedraging waarvoor de boete was opgelegd, voldoende was komen vast te staan. Betrokkene had onvoldoende feiten en omstandigheden aangevoerd die aanleiding gaven om te twijfelen aan de verklaring van de verbalisant. De kantonrechter oordeelde dat de boete terecht was opgelegd en zag geen reden om deze te matigen. Het beroep werd ongegrond verklaard en het verzoek om vergoeding van proceskosten werd afgewezen. De uitspraak werd gedaan door mr. A.P. Ploeger, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknummer : 10312281 \ WM VERZ 23-53
CJIB-nummer : 244042182
Uitspraakdatum : 28 maart 2023
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV) en proces-verbaal van de zitting
in de zaak van
[betrokkene]
gemachtigde : Boete.nu (M.J.M. Bergers)

1.Het verloop van de procedure en het proces-verbaal van de zitting

1.1.
Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
1.2.
De zaak is behandeld op de zitting van 17 maart 2023. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. Gemachtigde van betrokkene is niet verschenen.
1.3.
De vertegenwoordiger van de officier van justitie heeft op de zitting meegedeeld de beslissing en het standpunt te handhaven en heeft de kantonrechter verzocht om het beroep ongegrond te verklaren.
1.4.
De kantonrechter heeft na de zitting uitspraak gedaan.

2.Overwegingen

2.1.
De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: bij het afslaan niet het verkeer naast/links dicht achter voor laten gaan.
2.2.
Betrokkene is het niet eens met de beslissing van de officier van justitie en heeft in het beroepschrift de gronden daarvoor aangevoerd.
2.3.
Naast de in de inleidende beschikking vermelde gegevens, houdt de verklaring van de verbalisant zoals opgenomen in het zaakoverzicht van het CJIB onder meer het volgende in:
“(…) Gedragingsgegevens: Ik, verbalisant zag dat de bestuurder van het voertuig met het kenteken [ ] uit de richting van de Beverwijkerstraatweg kwam rijden. Ik zag dat de bestuurder zijn richtingaanwijzer naar recht had aanstaan om de Dorpsstraat in te rijden. Ik zag dat de bestuurder stopte om de fietsers voor te laten gaan. Ik zag dat er een voetganger over het trottoir aan het lopen was. Ik zag dat de bestuurder van het voertuig optrok en vaart maakten. Ik zag dat de voetganger een grote stap achteruit zette om niet geraakt te worden door het voertuig. Ik zag dat het voertuig zijn weg verzette richting de Dorpsstraat. (…)”
Betrokkene is staande gehouden en heeft verklaard:
“Ik heb hem niet gezien. Ik keek om voor de fietser en zag hem over het hoofd.”
De kantonrechter is van oordeel dat uit de stukken die zich in het dossier bevinden – met name uit de verklaring van de verbalisant – voldoende blijkt dat de gedraging waarvoor de boete is opgelegd, is verricht. Betrokkene heeft onvoldoende feiten en omstandigheden aangevoerd die aanleiding geven om te twijfelen aan de verklaring van de verbalisant. De boete is dus terecht opgelegd. Uit het proces-verbaal en de gebruikte feitcode blijkt dat het overige verkeer zich links van betrokkene bevond. Dit is overigens ook tijdens de telefonische hoorzitting door de gemachtigde bevestigd. Er is dan ook geen aanleiding om de feitcode, zoals is verzocht door gemachtigde, te wijzigen. De kantonrechter ziet in hetgeen betrokkene heeft aangevoerd ook geen reden om de boete te matigen. Het beroep wordt daarom ongegrond verklaard.
2.4.
De kantonrechter ziet geen aanleiding om proceskosten toe te kennen, omdat het beroep ongegrond wordt verklaard.
De uitspraak
De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep ongegrond;
‒ wijst het verzoek om vergoeding van de proceskosten af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.P. Ploeger, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 110,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar. De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Datum toezending: