Uitspraak
1.Het verloop van de procedure en het proces-verbaal van de zitting
2.Overwegingen
“Ik heb hem niet gezien. Ik keek om voor de fietser en zag hem over het hoofd.”
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 28 maart 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie (boete) die aan betrokkene was opgelegd. De boete was opgelegd wegens een verkeersgedrag waarbij betrokkene bij het afslaan niet het verkeer naast/links dicht achter voor heeft laten gaan. Betrokkene was het niet eens met de beslissing van de officier van justitie, die het beroep tegen de boete ongegrond had verklaard. De zaak werd behandeld op de zitting van 17 maart 2023, waar de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig was, maar de gemachtigde van betrokkene niet. De officier van justitie handhaafde zijn standpunt en verzocht de kantonrechter om het beroep ongegrond te verklaren.
De kantonrechter heeft de stukken in het dossier, waaronder de verklaring van de verbalisant, bestudeerd en geconcludeerd dat de gedraging waarvoor de boete was opgelegd, voldoende was komen vast te staan. Betrokkene had onvoldoende feiten en omstandigheden aangevoerd die aanleiding gaven om te twijfelen aan de verklaring van de verbalisant. De kantonrechter oordeelde dat de boete terecht was opgelegd en zag geen reden om deze te matigen. Het beroep werd ongegrond verklaard en het verzoek om vergoeding van proceskosten werd afgewezen. De uitspraak werd gedaan door mr. A.P. Ploeger, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken.