ECLI:NL:RBNHO:2023:4222

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
17 maart 2023
Publicatiedatum
10 mei 2023
Zaaknummer
10300586
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursstrafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen administratieve sanctie wegens verkeerslichtschending

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 17 maart 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie opgelegd aan de betrokkene. De betrokkene had een boete ontvangen voor het negeren van een rood verkeerslicht. De procedure begon toen de betrokkene tegen de opgelegde boete in beroep ging bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierop heeft de betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.

Tijdens de zitting op 17 maart 2023 was de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig, maar de gemachtigde van de betrokkene, Appjection B.V. vertegenwoordigd door M. Lagas, was niet verschenen. De officier van justitie handhaafde zijn standpunt en verzocht de kantonrechter om het beroep ongegrond te verklaren. De kantonrechter heeft de zaak beoordeeld aan de hand van de feiten en de beschikbare foto’s van de gedraging.

De gedraging betrof het negeren van een rood verkeerslicht terwijl de betrokkene zich op de voorsorteerstrook voor linksaf slaan bevond. De kantonrechter concludeerde dat de betrokkene de verkeersregels had overtreden door rechtdoor te rijden terwijl het verkeerslicht voor linksaf rood was. De rechter oordeelde dat de gedraging voldoende was komen vast te staan en dat er geen aanleiding was om de boete te matigen. Het beroep werd ongegrond verklaard en het verzoek om proceskosten werd afgewezen. De uitspraak werd openbaar gedaan door mr. A.P. Ploeger, kantonrechter, en de griffier.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknummer : 10300586 \ WM VERZ 23-40
CJIB-nummer : 250060463
Uitspraakdatum : 17 maart 2023
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV) en proces-verbaal van de zitting
in de zaak van
[betrokkene]
gemachtigde : Appjection B.V. (M. Lagas)

1.Het verloop van de procedure en het proces-verbaal van de zitting

1.1.
Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
1.2.
De zaak is behandeld op de zitting van 17 maart 2023. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. Gemachtigde van betrokkene is niet verschenen.
1.3.
De vertegenwoordiger van de officier van justitie heeft op de zitting meegedeeld de beslissing en het standpunt te handhaven en heeft de kantonrechter verzocht om het beroep ongegrond te verklaren.
1.4.
De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

2.Overwegingen

2.1.
De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: doorgaan bij een driekleurig verkeerslicht (stoplicht) dat op rood staat.
2.2.
Betrokkene is het niet eens met de beslissing van de officier van justitie en heeft in het beroepschrift de gronden daarvoor aangevoerd.
2.3.
De beoordeling van het verweer met betrekking tot de voor betrokkene geldende rijstrook.
De vóór het kruispunt bereden rijstrook is bepalend voor de te volgen rijrichting. Het verkeerslicht bij die rijstrook moet worden aangemerkt als een voor de betrokkene bestemd verkeerslicht. Gelet op de positie van het voertuig op de foto’s is de kantonrechter van oordeel dat de betrokkene dient te worden aangemerkt als berijder van de voorsorteerstrook voor links afslaand verkeer. Dat op de tweede foto van de gedraging te zien is dat de betrokkene gedeeltelijk naar rechts is uitgeweken, maakt dat niet anders. Betrokkene had een andere keuze moeten maken en linksaf moeten slaan, zoals het voertuig ook in eerste instantie stond voorgesorteerd.
2.4.
De beoordeling van de gedraging waarvoor de boete is opgelegd
In het dossier bevinden zich foto's van de gedraging. Op de eerste foto is het voertuig van de betrokkene te zien op het moment dat het verkeerslicht voor linksaf 0,9 seconden rood uitstraalt. Het verkeerslicht voor rechtdoor straalt op dat moment groen licht uit. Het voertuig van de betrokkene bevindt zich ter hoogte van de stopstreep en in zijn geheel op de rijstrook voor linksaf. Op de tweede foto, die 1,6 seconden later is genomen, is te zien dat het voertuig van de betrokkene voorbij de verkeerslichten is. Het verkeerslicht voor linksaf straalt nog steeds rood licht uit en het verkeerslicht voor rechtdoor straalt groen licht uit. Het voertuig van de betrokkene bevindt zich op het kruisingsvlak en voor de helft op de rijstrook voor rechtdoor gaand verkeer. Te zien is dat de betrokkene niet bezig om linksaf te slaan, maar rechtdoor rijdt. Uit de databalk onder de foto’s blijkt dat de geeltijd 3,0 seconden en dat de snelheid van het voertuig 23 km/h bedroeg. Het verkeerslicht straalt op beide foto's rood licht uit. De gedraging kan dan ook op basis van de stuken en de foto’s worden vastgesteld. Het beroep is dan ook ongegrond. De kantonrechter ziet in hetgeen betrokkene heeft aangevoerd ook geen reden om de boete te matigen.
2.5.
Proceskosten
De kantonrechter ziet geen aanleiding om proceskosten toe te kennen, omdat het beroep ongegrond wordt verklaard.
De uitspraak
De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep ongegrond;
‒ wijst het verzoek om vergoeding van de proceskosten af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.P. Ploeger, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 110,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar. De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Datum toezending: