ECLI:NL:RBNHO:2023:4201

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
22 maart 2023
Publicatiedatum
9 mei 2023
Zaaknummer
10246217 \ CV EXPL 22-5905
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van een factuur uit een behandelingsovereenkomst

In deze zaak heeft KSYOS Expertise Centrum (EC) B.V. een vordering ingesteld tegen een gedaagde, die in persoon procedeerde, wegens het onbetaald laten van een factuur van € 787,19 voor een ademhalingsregistratie onderzoek bij slaapstoornis. De factuur was verzonden op 24 mei 2022, maar de gedaagde had deze niet betaald. Ksyos vorderde in totaal € 912,09, inclusief wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten. De gedaagde voerde verweer en stelde dat hij de behandeling had stopgezet vanwege financiële problemen en dat de factuur te laat was ontvangen. De kantonrechter oordeelde dat er sprake was van een behandelingsovereenkomst en dat de gedaagde in beginsel gehouden was de factuur te betalen, ongeacht zijn financiële situatie. De kantonrechter wees de vordering van Ksyos toe, inclusief de wettelijke rente en de buitengerechtelijke incassokosten, en veroordeelde de gedaagde tot betaling van de proceskosten. Het vonnis werd uitgesproken door mr. J.S. Reid op 22 maart 2023.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknr./rolnr.: 10246217 \ CV EXPL 22-5905 (TB)
Uitspraakdatum: 22 maart 2023
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
de besloten vennootschap
KSYOS Expertise Centrum (EC) B.V.
gevestigd te Amsterdam
eiseres
verder te noemen: Ksyos
gemachtigde: Janssen & Janssen c.s. gerechtsdeurwaarders
tegen
[gedaagde]
wonende te [woonplaats]
gedaagde
verder te noemen: [gedaagde]
procederend in persoon

1.Het procesverloop

1.1.
Ksyos heeft bij dagvaarding van 5 december 2022 een vordering tegen [gedaagde] ingesteld. [gedaagde] heeft mondeling geantwoord.
1.2.
Ksyos heeft hierop schriftelijk gereageerd, waarna [gedaagde] een mondelinge reactie heeft gegeven en stukken heeft overgelegd.

2.De feiten

2.1.
Ksyos heeft op 24 mei 2022 aan [gedaagde] een factuur gestuurd ter hoogte van € 787,19 met omschrijving – kort weergegeven – ademhalingsregistratie onderzoek bij slaapstoornis. [gedaagde] heeft deze factuur onbetaald gelaten.

3.Het geschil

3.1.
Ksyos vordert dat de kantonrechter [gedaagde] veroordeelt tot betaling van € 912,09, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 787,19 met veroordeling van [gedaagde] in de kosten van deze procedure.
3.2.
[gedaagde] voert verweer.

4.De beoordeling

4.1.
Ksyos legt aan haar vordering ten grondslag dat tussen Ksyos en [gedaagde] een behandelingsovereenkomst in de zin van artikel 7:446 van het Burgerlijk Wetboek (BW) tot is stand gekomen. [gedaagde] is van 15 december 2021 tot en met 18 januari 2022 medisch behandeld, althans onderzocht, dit in opdracht en voor rekening van [gedaagde] en moet daarom de bijbehorende factuur van 24 mei 2022 van € 787,19 voldoen. Na het onderzoek zag [gedaagde] af van het aanmeten van een bitje. Het aanmeten van een bitje is geen onderdeel van het onderzoek en dat is ook niet waarvoor Ksyos factureert.
4.2.
[gedaagde] is het niet eens met de vordering. Hij is doorverwezen door zijn huisarts. [gedaagde] is weliswaar een behandeling ondergaan, maar deze behandeling heeft hij in januari 2022 gestopt omdat hij geen geld had voor voortzetting van de behandeling. Het duurde ook lang voordat hij de factuur kreeg, pas drie maanden later, op 24 mei 2022. Na het onderzoek bleek dat een bit moest worden aangemeten door de tandarts. [gedaagde] wijst er tot slot op dat in de verwijsbrief van Vivisol Home Care Services (hierna: Vivisol) staat dat Vivisol zal zorgdragen voor de correcte financiële afwikkeling naar de zorgverzekeraar.
4.3.
Niet in geschil is dat [gedaagde] op de genoemde data een behandeling heeft ondergaan. Evenmin is de hoogte van het factuurbedrag in geschil.
4.4.
De kantonrechter stelt voorop dat tussen partijen sprake is van een overeenkomst inzake geneeskundige behandeling, ook wel de behandelingsovereenkomst genoemd [1] . Op grond van de behandelingsovereenkomst is [gedaagde] Ksyos in beginsel loon verschuldigd [2] .
4.5.
De kantonrechter begrijpt uit het verweer van [gedaagde] dat hij de factuur van Ksyos niet kan betalen vanwege persoonlijke (financiële) omstandigheden. Financieel onvermogen of betalingsonmacht ligt in de risicosfeer van [gedaagde] en ontslaat hem echter niet van zijn betalingsverplichting. [gedaagde] is dus in beginsel gehouden de factuur van Ksyos te betalen.
4.6.
Het verweer van [gedaagde] dat in de e-mail van 27 januari 2022 en de verwijsbrief van 11 februari 2022 staat dat Vivisol zal zorgdragen voor correcte financiële afhandeling gaat niet op omdat – zoals Ksyos terecht stelt – dat ziet op een behandeling dat geen onderdeel uitmaakt van het onderzoek waarvoor Ksyos een factuur heeft gestuurd. De factuur van 24 mei 2022 ziet dus alleen op het onderzoek van Ksyos, waarvan de uitkomst van het onderzoek heeft geleid tot de verwijsbrief van Vivisol voor het aanmeten van een MRA beugel. De kantonrechter zal de door Ksyos gevorderde hoofdsom van € 787,19 dan ook toewijzen.
4.7.
[gedaagde] is in verzuim met het betalen van de factuur. Hij is daarom wettelijke rente verschuldigd op grond van artikel 6:119 BW. De kantonrechter stelt vast dat de wettelijke rente tot 28 november 2022 € 6,82 bedraagt. Dit is door [gedaagde] niet weersproken.
4.8.
Ksyos maakt aanspraak op de vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. De kantonrechter stelt vast dat het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit) van toepassing is. Ksyos heeft aan [gedaagde] een aanmaning gestuurd die voldoet aan de eisen van artikel 6:96 lid 6 BW. Het gevorderde bedrag van € 118,08 aan buitengerechtelijke incassokosten komt overeen met het in het Besluit bepaalde tarief en zal worden toegewezen.
4.9.
De proceskosten komen voor rekening van [gedaagde] , omdat hij ongelijk krijgt.

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling aan Ksyos van € 912,09, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 787,19 vanaf 5 december 2022 tot aan de dag van de gehele betaling;
5.2.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant van Ksyos tot en met vandaag vaststelt op:
dagvaarding € 107,22
griffierecht € 322,00
salaris gemachtigde € 264,00 ;
5.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
5.4.
wijst de vordering voor het overige af.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.S. Reid en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter

Voetnoten

1.artikel 7:446 BW.
2.artikel 7:461 BW.