ECLI:NL:RBNHO:2023:3981

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
25 april 2023
Publicatiedatum
2 mei 2023
Zaaknummer
15/065539-22
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak poging tot doodslag en veroordeling voor diefstal met geweld en afpersing in vereniging

Op 25 april 2023 heeft de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van meerdere feiten, waaronder poging tot doodslag, diefstal met geweld en afpersing in vereniging. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van de poging tot doodslag, omdat er onvoldoende bewijs was dat de verdachte de steekwond had toegebracht aan het slachtoffer. De rechtbank oordeelde dat de verdachte niet als pleger kon worden aangewezen, noch als medepleger, omdat er geen bewijs was voor een vooropgezet plan of dat de verdachte bewust de kans had aanvaard dat de medeverdachte zou steken.

De rechtbank heeft de verdachte echter wel schuldig bevonden aan de andere ten laste gelegde feiten, waaronder een voortgezette handeling van diefstal vergezeld van bedreiging met geweld en afpersing. De verdachte en zijn mededaders hadden een sushibezorger onder bedreiging van een mes gedwongen om zijn portemonnee, telefoon en autosleutel af te geven. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van twee jaren en terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege opgelegd, gezien de ernst van de feiten en het recidiverisico. Daarnaast is er een gedeeltelijke toewijzing van de vordering van de benadeelde partij, die schadevergoeding heeft geëist voor de geleden materiële en immateriële schade.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Team Straf, zittingsplaats Alkmaar
Meervoudige strafkamer
Parketnummer: 15/065539-22, 15/269403-19 (TUL), 15/156547-20 (TUL)
Uitspraakdatum: 25 april 2023
Tegenspraak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 11 april 2023 in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:
[adres 1],
thans gedetineerd in Justitieel Complex Zaanstad.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officieren van justitie
mr. S.P. Visser en mr. K.J.M. van Bijsterveldt en van hetgeen de verdachte en zijn raadsman, mr. G. Kaaij, advocaat te Heerhugowaard, naar voren hebben gebracht.

1.Tenlastelegging

Aan de verdachte is, na wijziging van de tenlastelegging, ten laste gelegd dat:
1
hij op of omstreeks 14 maart 2022 te Heerhugowaard, gemeente Dijk en Waard, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, op de openbare weg, te weten: op de [adres 2],
- 5, althans een of meerdere box(en) met sushi en/of
- 10, althans een of meerdere blikje(s) Red Bull en/of
- een tasje mét inhoud (te weten met - al dan niet onder meer - wasabi en/of sojasaus en/of kroepoek en/of eetstokjes) en/of
- een portemonnee met inhoud (te weten met - al dan niet onder meer - een geldbedrag van €75) en/of
- een (mobiele) telefoon (merk: Huawei) en/of
- een autosleutel (merk: Fiat),
in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde 1] en/of [benadeelde 2], in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl deze diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [benadeelde 2], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s):
- een (telefonische) bestelling gedaan van 5, althans een of meerdere box(en) met sushi en/of 10, althans een of meerdere blikje(s) Red Bull bij het [benadeelde 1] en/of [benadeelde 2] met als bezorgadres de [adres 2] 2 en/of
- ( vervolgens) (terwijl die [benadeelde 2] zijn auto geparkeerd had op de [adres 2] om de bestelling te bezorgen en/of in zijn auto zat) aldaar het portier aan de bestuurderskant van de auto van die [benadeelde 2] geopend en/of
- ( vervolgens) een mes, althans een scherp/puntig voorwerp, gericht op en/of getoond aan die [benadeelde 2] en/of
- ( vervolgens) alle (overige) portieren van de auto van die [benadeelde 2] geopend en/of
- ( vervolgens) die [benadeelde 2] de woorden toegevoegd: "Geef mij alles. Je portemonnee en je telefoon" en/of "Ga de auto uit en geef de autosleutel," althans woorden van gelijke aard en/of strekking (waarna die [benadeelde 2] dit/deze goed(eren) heeft afgegeven aan verdachte en/of zijn mededader(s)) en/of
- ( vervolgens) de 5, althans een of meerdere box(en) met sushi en/of de 10, althans een of meerdere blikje(s) Red Bull en/of het tasje met inhoud (te weten met - al dan niet onder meer - wasabi en/of sojasaus en/of kroepoek en/of eetstokjes) uit de auto van die [benadeelde 2] gepakt en/of weggenomen.
2
hij op of omstreeks 14 maart 2022 te Heerhugowaard, gemeente Dijk en Waard, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, op de openbare weg, te weten: op de [adres 2], met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [benadeelde 2] heeft gedwongen tot de afgifte van:
- 5, althans een of meerdere box(en) met sushi en/of
- 10, althans een of meerdere blikje(s) Red Buil en/of
- een tasje met inhoud (te weten met - al dan niet onder meer - wasabi en/of sojasaus en/of kroepoek en/of eetstokjes) en/of
- een portemonnee met inhoud (te weten met - al dan niet onder meer - een geldbedrag van €75) en/of
- een (mobiele) telefoon (merk: Huawei) en/of
- een autosleutel (merk: Fiat),
in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde 2] en/of [benadeelde 1], in elk geval aan die [benadeelde 2] en/of een derde toebehoorde(n) immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s):
- een (telefonische) bestelling gedaan van 5, althans een of meerdere box(en) met sushi en/of 10, althans een of meerdere blikje(s) Red Buil bij het [benadeelde 1] en/of [benadeelde 2] met als bezorgadres de [adres 2] 2 en/of
- ( vervolgens) (terwijl die [benadeelde 2] zijn auto geparkeerd had op de [adres 2] om de bestelling te bezorgen en/of in zijn auto zat) aldaar het portier aan de bestuurderskant van de auto van die [benadeelde 2] geopend en/of
- ( vervolgens) een mes, althans een scherp/puntig voorwerp, gericht op en/of getoond aan die [benadeelde 2] en/of
- ( vervolgens) alle (overige) portieren van de auto van die [benadeelde 2] geopend en/of
- ( vervolgens) die [benadeelde 2] de woorden toegevoegd: "Geef mij alles. Je portemonnee en je telefoon" en/of "Ga de auto uit en geef de autosleutel," althans woorden van gelijke aard en/of strekking (waarna die [benadeelde 2] dit/deze goed(eren) heeft afgegeven aan verdachte en/of zijn mededader(s)) en/of
- ( vervolgens) de 5, althans een of meerdere box(en) met sushi en/of de 10, althans een of meerdere blikje(s) Red Buil en/of het tasje met inhoud (te weten met - al dan niet onder meer - wasabi en/of sojasaus en/of kroepoek en/of eetstokjes) uit de auto van die [benadeelde 2] gepakt en/of
weggenomen.
3
hij op of omstreeks 8 maart 2022 te Heerhugowaard, gemeente Dijk en Waard tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om [slachtoffer] opzettelijk van het leven te beroven, deze [slachtoffer] met een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp in de hartstreek, althans in de borst heeft gestoken, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
4
hij op of omstreeks 8 maart 2022 te Heerhugowaard, gemeente Dijk en Waard omstreeks 5:25, in elk geval gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd, uit een woning gelegen aan de [adres 3], tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen goederen (o.a. een Apple Macbook laptop, en/of een microfoonstandaard en/of een microfoon), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer], in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen welke diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken, en/of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf en/of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, door
- [slachtoffer] te duwen en/of te slaan en/of te schoppen (de worsteling met hem aan te gaan) en/of
- [slachtoffer] met een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp in de hartstreek, althans de borst, te steken;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 8 maart 2022 te Heerhugowaard, gemeente Dijk en Waard, omstreeks 05.25, in elk geval gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd, uit een woning gelegen aan de [adres 3], tezamen en in vereniging met een of meer anderen ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om goederen, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer], in elk geval aan een ander dan verdachte en/of zijn mededaders toebehoorde(n) weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, voornoemde woning (gedurende een voor de nachtrust bestemde tijd) is binnen gegaan en/of daar (in die woning) goederen (o.a. een Apple Macbook laptop en/of microfoon en/of microfoonstandaard) gereed heeft gezet om weg te nemen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid, welke poging tot diefstal werd voorafgegaan, vergezeld of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer],
gepleegd met het oogmerk om die voorgenomen diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken, en/of om, bij betrapping op heterdaad aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, door
- - [slachtoffer] te duwen en/of te slaan en/of te schoppen (de worsteling met hem aan te
gaan) en/of
-- [slachtoffer] met een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp in de hartstreek, althans de borst, te steken.
5
hij op of omstreeks 08 maart 2022 te Heerhugowaard, een personenauto (Audi A6, kenteken [kenteken]), in elk geval enig goed, die geheel of ten dele aan [benadeelde 3], in elk geval aan een ander toebehoorde, heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of die weg te nemen personenauto onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel, te weten een autosleutel tot welk gebruik hij, verdachte, onbevoegd en/of niet gerechtigd was;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 08 maart 2022 te Heerhugowaard, een personenauto (Audi A6, kenteken [kenteken]), althans een goed heeft verworven, voorhanden heeft gehad, en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist dat het een door misdrijf verkregen goed betrof.

2.Voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

3.Beoordeling van het bewijs

3.1.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot vrijspraak van de onder 3, 4 primair en 5 primair ten laste gelegde feiten en tot bewezenverklaring van de onder 1, 2, 4 subsidiair en 5 subsidiair ten laste gelegde feiten.
3.2.
Standpunt van de verdediging
De raadsman van de verdachte heeft zich op het standpunt gesteld dat de verdachte moet worden vrijgesproken van alle tenlastegelegde feiten. De verdachte ontkent betrokkenheid bij de feiten.
3.3.
Oordeel van de rechtbank
3.3.1.
Vrijspraak feit 3
Naar het oordeel van de rechtbank is niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen de verdachte onder 3 ten laste is gelegd, zodat hij daarvan moet worden vrijgesproken. De rechtbank overweegt daartoe als volgt.
Op basis van de aangifte, de medische gegevens en de constateringen van de verbalisanten ter plaatse staat vast dat de aangever, nadat hij ’s nachts twee mannen in zijn woning op heterdaad heeft betrapt en geconfronteerd, een steekverwonding in zijn borstkast heeft opgelopen. De aangever heeft echter geen mes gezien en merkte pas nadat de mannen waren ontkomen dat hij een steekwond had. Nu nadere informatie ontbreekt kan niet worden vastgesteld dat de verdachte de steekverwonding heeft toegebracht. Hij kan dus niet als pleger worden aangewezen.
De vraag die de rechtbank vervolgens moet beantwoorden is of de verdachte toch de steekverwonding kan worden aangerekend in de vorm van medeplegen. Deze deelnemingsvorm ziet op een bewuste en nauwe samenwerking gericht op de totstandkoming van een strafbaar feit. Een vooropgezet plan hoeft aan het medeplegen niet ten grondslag te liggen, want medeplegen kan ook als een opwelling uit de situatie voortkomen en zelfs stilzwijgend plaatsvinden. Ook hoeft niet iedere medepleger exact op de hoogte te zijn van de bijdrage van de andere medepleger aan het strafbare feit. Wel dient bij de medepleger sprake te zijn van een zogenoemd ‘dubbel’ opzet dat bestaat in een wil die zowel op het tot stand brengen van het feit gericht is als op de samenwerking met de andere dader of daders.
Uit het dossier leidt de rechtbank voor het steken van de aangever niet een vooropgezet plan af. Ook volgt niet uit het dossier dat de verdachte bewust de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat de medeverdachte bij een confrontatie over zou gaan tot het steken van de aangever met een mes. Reeds om deze redenen kan de verdachte evenmin als medepleger van het steken worden aangemerkt.
3.3.2.
Vrijspraak feit 4 primair en feit 5 primair
De rechtbank is van oordeel, conform de eis van de officier van justitie en het standpunt van de raadsman van de verdachte, dat het dossier onvoldoende wettig en overtuigend bewijs bevat voor feit 4 primair en feit 5 primair, zodat de verdachte daarvan moet worden vrijgesproken.
3.3.3.
Redengevende feiten en omstandigheden
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van de onder 1, 2, 4 subsidiair en 5 subsidiair ten laste gelegde feiten op grond van de bewijsmiddelen die in de bijlage bij dit vonnis zijn vervat.
3.3.4.
Bewijsmotivering ten aanzien van feit 1, 2 en 5 subsidiair
De gevoerde verweren vinden hun weerlegging in de gebezigde bewijsmiddelen.
3.3.5.
Bewijsmotivering ten aanzien van feit 4 subsidiair
De verdachte heeft verklaard dat hij niet aanwezig was in de woning van de aangever en dat hij zijn telefoon ten tijde van de insluiping kwijt was en dat iemand anders deze heeft meegenomen en vervolgens heeft achtergelaten in de woning van de aangever. De rechtbank acht deze verklaring ongeloofwaardig, mede gelet op de historische verkeersgegevens van de telefoon van de verdachte van de nacht van 7 op 8 maart
(Willard, p. 98-99).
Op grond van de bewijsmiddelen stelt de rechtbank vast dat in de woning een worsteling heeft plaatsgevonden tussen de aangever en beide verdachten, zodat het onder feit 4 subsidiair ten laste gelegde geweld in zoverre kan worden bewezen. Gelet op dat wat de rechtbank onder 3.3.1 heeft overwogen, zal zij de verdachte echter vrijspreken van het ook bij de poging tot diefstal met geweld ten laste gelegde steken met een mes.
3.4.
Bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte de onder 1, 2, 4 subsidiair en 5 subsidiair ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat
1
hij op 14 maart 2022 te Heerhugowaard, gemeente Dijk en Waard, tezamen en in vereniging met anderen op de openbare weg, te weten op de [adres 2],
- 5 boxen met sushi en
- 10 blikjes Red Bull en
- een tasje met inhoud (te weten met - al dan niet onder meer - wasabi en sojasaus en kroepoek en eetstokjes)
die aan [benadeelde 1] toebehoorden heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl deze diefstal werd vergezeld van bedreiging met geweld tegen [benadeelde 2], gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken, immers hebben verdachte en/of zijn mededaders:
- een telefonische bestelling gedaan van 5 boxen met sushi en 10 blikjes Red Bull bij het [benadeelde 1] met als bezorgadres de [adres 2] 2 en
- vervolgens, terwijl die [benadeelde 2] zijn auto geparkeerd had op de [adres 2] om de bestelling te bezorgen en in zijn auto zat, aldaar het portier aan de bestuurderskant van de auto van die [benadeelde 2] geopend en
- vervolgens een mes gericht op die [benadeelde 2] en
- vervolgens alle overige portieren van de auto van die [benadeelde 2] geopend en
- vervolgens de 5 boxen met sushi en de 10 blikjes Red Bull en het tasje met inhoud (te weten met - al dan niet onder meer - wasabi en sojasaus en kroepoek en eetstokjes) uit de auto van die [benadeelde 2] weggenomen.
2
hij op 14 maart 2022 te Heerhugowaard, gemeente Dijk en Waard, tezamen en in vereniging met anderen op de openbare weg, te weten: op de [adres 2], met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door bedreiging met geweld [benadeelde 2] heeft gedwongen tot de afgifte van:
- een portemonnee met inhoud (te weten met - al dan niet onder meer - een geldbedrag van €75) en
- een mobiele telefoon (merk: Huawei) en
- een autosleutel (merk: Fiat),
die aan [benadeelde 2] toebehoorden, immers hebben verdachte en/of zijn mededaders:
- een telefonische bestelling gedaan van 5 boxen met sushi en 10 blikjes Red Bull bij het [benadeelde 1] met als bezorgadres de [adres 2] 2 en
- vervolgens, terwijl die [benadeelde 2] zijn auto geparkeerd had op de [adres 2] om de bestelling te bezorgen en in zijn auto zat, aldaar het portier aan de bestuurderskant van de auto van die [benadeelde 2] geopend en
- vervolgens een mes gericht op die [benadeelde 2] en
- vervolgens alle overige portieren van de auto van die [benadeelde 2] geopend en
- vervolgens die [benadeelde 2] de woorden toegevoegd: "Geef mij alles. Je portemonnee en je telefoon" en "Ga de auto uit en geef de autosleutel", althans woorden van gelijke aard en strekking, waarna die [benadeelde 2] deze goederen heeft afgegeven aan verdachte en/of zijn mededaders.
4
hij op 8 maart 2022 te Heerhugowaard, gemeente Dijk en Waard, omstreeks 05.25 uur, gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd, uit een woning gelegen aan de [adres 3], tezamen en in vereniging met een ander, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om goederen die aan [slachtoffer] toebehoorden weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, voornoemde woning is binnen gegaan en daar goederen gereed heeft gezet om weg te nemen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid, welke poging tot diefstal werd gevolgd van geweld tegen [slachtoffer], gepleegd met het oogmerk om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf de vlucht mogelijk te maken, door -de worsteling met [slachtoffer] aan te gaan.
5
hij op 8 maart 2022 te Heerhugowaard, een personenauto (Audi A6, kenteken [kenteken]) voorhanden heeft gehad, terwijl hij ten tijde van het voorhanden krijgen van dit goed wist dat het een door misdrijf verkregen goed betrof.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten zijn verbeterd. Blijkens het verhandelde op de terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in zijn verdediging.
Hetgeen aan de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hier als bewezen is aangenomen, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.

4.Kwalificatie en strafbaarheid van de feiten

Het bewezenverklaarde levert op:
1 en 2
voortgezette handeling van
diefstal, vergezeld van bedreiging met geweld tegen een persoon, gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd op de openbare weg en terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen
en afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd op de openbare weg en terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen
4
poging tot diefstal, gevolgd van geweld tegen een persoon, gepleegd met het oogmerk om bij betrapping op heter daad, aan zichzelf of andere deelnemers van het misdrijf de vlucht mogelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd in een woning en terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen
5
opzetheling
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden waardoor de wederrechtelijkheid aan het bewezenverklaarde zou ontbreken. Het bewezenverklaarde is dus strafbaar.

5.Strafbaarheid van de verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.

6.Motivering van de sanctie en maatregel

6.1.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van vier jaren met aftrek van de periode die de verdachte in voorarrest heeft doorgebracht en dat daarnaast de maatregel van terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege zal worden gelast.
6.2.
Standpunt van de verdediging
De raadsman van de verdachte heeft de rechtbank verzocht om, in het geval van een bewezenverklaring, niet de maatregel van terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege te gelasten.
6.3.
Oordeel van de rechtbank
Bij de beslissing over de sanctie die aan de verdachte moet worden opgelegd, heeft de rechtbank zich laten leiden door de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, alsmede de persoon van de verdachte, zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
In het bijzonder heeft de rechtbank het volgende in aanmerking genomen.
Ernst van de feiten
De verdachte is samen met een ander in de nacht een woning ingeslopen, waarna zij spullen hebben klaargezet om die te stelen. De bewoner van de woning is wakker geworden en heeft de verdachte en zijn medeverdachte op heterdaad betrapt. Tijdens hun vlucht hebben zij geweld toegepast op het slachtoffer. Door in de nachtelijke uren een woning binnen te dringen heeft de verdachte ernstige inbreuk gemaakt op de persoonlijke levenssfeer en het gevoel van veiligheid van het slachtoffer en van omwonenden. Het slachtoffer heeft ter terechtzitting aangegeven dat hij nog altijd alert is in zijn woning, een plek waar hij zich bij uitstek veilig zou moeten voelen.
Diezelfde nacht heeft de verdachte zich schuldig gemaakt aan opzetheling van een gestolen Audi. Ook dit is een ernstig feit. Door heling wordt een afzetmarkt voor gestolen goederen in stand gehouden en wordt vermogenscriminaliteit in de hand gewerkt.
Krap een week later heeft de verdachte met een groep van vijf personen een sushibezorger onder bedreiging van een mes gedwongen zijn portemonnee, telefoon en autosleutel af te geven. Dit moet zeer beangstigend zijn geweest voor het slachtoffer. Zij hebben de bestelling, die zij met valse adresgegevens bij het sushirestaurant hadden geplaatst, zonder te betalen uit de auto weggegrist. Maaltijdbezorgers hebben een kwetsbare positie, nu zij niet zelden met contant geld op zak alleen een bestelling moeten afleveren op een doorgegeven adres aan een voor hun veelal onbekend persoon.
De verdachte heeft zich hiermee schuldig gemaakt aan vier ernstige strafbare feiten. Feiten die, naast materiële schade en overlast, gevoelens van onveiligheid bij de slachtoffers en in de samenleving teweegbrengen. Voor deze gevolgen heeft de verdachte geen enkel oog gehad.
De persoon van de verdachte
Naar de persoon van de verdachte is een klinisch multidisciplinair onderzoek gedaan op de observatieafdeling van Forensisch Centrum Teylingereind. Het rapport van [psycholoog], GZ-psycholoog, en [psychiater], kinder- en jeugdpsychiater, met datum 19 oktober 2022, houdt onder meer het volgende in:
Bij [verdachte] kan gesproken worden van in aanleg aanwezige ontwikkelingsproblematiek in de vorm een autismespectrumstoornis (ASS) en een aandachtsdeficiëntiestoornis met hyperactiviteit (ADHD). Zijn cognitieve vermogens zijn beperkt en worden geclassificeerd als een licht verstandelijke beperking (LVB). De defecten bij [verdachte] zorgen voor groot disfunctioneren, hetgeen hij compenseert met zelfoverschatting en een opgeblazen houding. Tevens gaat hij gemakkelijker over tot antisociaal gedrag. Er kan dan ook van antisociale en narcistische persoonlijkheidskenmerken gesproken worden. Voor [verdachte] huidige detentie was sprake van een cannabisverslaving en heeft [verdachte] geëxperimenteerd met harddrugs wat - zoals het zich laat aanzien - psychotische symptomen heeft geluxeerd. Op dit moment worden geen psychotische verschijnselen waargenomen, maar deze kwetsbaarheid blijft een aandachtspunt voor de toekomst.
Bovenstaande beperkingen zijn van grote invloed op het functioneren van [verdachte]. Samenvattend kan gesproken worden van forse defecten in de zelfredzaamheid. Het ontbeert [verdachte] aan overzicht in (complexe) situaties, hij ziet verbanden onvoldoende, heeft beperkt inzicht in oorzaak-gevolg relaties, hij heeft moeite andermans binnenwereld en intenties te begrijpen en zijn geringe inlevingsvermogen maakt tevens zijn moreel redeneren beperkt. Hierdoor is [verdachte] sneller geneigd tot antisociaal gedrag; zijn eigen behoeftebevrediging staat voorop, waarbij hij weinig oog heeft voor de consequenties en impact op anderen. De gewetensfunctie is beperkt.
Door de chroniciteit van de psychische problematiek kan geconcludeerd worden dat deze aanwezig was gedurende het ten laste gelegde en dat deze het handelen van [verdachte] beïnvloedde. Ten aanzien van de feiten 1, 2 en 4 kan ondanks de ontkennende houding van [verdachte] gezegd worden dat uit de diagnostische bevindingen naar voren komt dat [verdachte] vanuit zijn prikkelzoekend gedrag (ADHD) de neiging (rb: heeft) risicovolle situaties op te zoeken. Het is voorstelbaar dat bovenstaande psychopathologische eigenschappen op enige wijze een rol hebben gespeeld tijdens het ten laste gelegde, waardoor [verdachte] beperkt in staat was om tot alternatieve keuzes te komen. Doordat zijn keuzevrijheid gezien zijn ontkenning onvoldoende in kaart kan worden gebracht, kunnen onderzoekers niet vaststellen in hoeverre de feiten hem toegerekend kunnen worden.
Onderzoekers beoordelen vanuit de pathologie dat de kans op herhaling aanwezig is. Vanuit zijn drang naar korte termijn behoeftebevrediging, prikkelzoekend gedrag, impulsiviteit en beperkte beoordelingsvermogen zal de kans op recidive op (vermogens-)delicten al dan niet in combinatie met geweld hoog zijn. Ook uit de HCR-20 komt een hoog recidiverisico op geweld naar voren. Dit verhoogde risico komt voort uit zowel de historische factoren (eerder geweld, overig antisociaal gedrag, middelenmisbruik, ernstige psychische stoornis, gewelddadige opvattingen en een negatief resultaat van eerdere behandeling), maar ook uit de huidige risicofactoren (gebrekkig inzicht, gewelddadige denkbeelden, symptomen van ernstige psychische stoornis, instabiliteit en een gebrekkige respons op behandeling). In de toekomst zijn, zonder interventie, ook deze risicofactoren onverminderd aanwezig. Er zijn geen beschermende factoren (SAPROF). Het is ongunstig is dat [verdachte] eerdere strafbare feiten blijft ontkennen, zijn aandeel externaliseert en nauwelijks probleembesef of slachtofferempathie heeft. Al met al schatten onderzoekers de kans op recidive hoog in, waarbij vooral de kans zeer groot is dat [verdachte] zich in risicovolle situaties zal begeven waarbij de mate van escalatie en gevaar vooral afhankelijk zal zijn van de context, omdat de regulerende functies van [verdachte] op zo’n moment tekort schieten. Dit maakt zijn delictgedrag onvoorspelbaar en potentieel gevaarlijk.
Teneinde de kans op recidive te verkleinen is van belang dat [verdachte] continu toezicht en begeleiding krijgt binnen een prosociale context. Hij dient vaardigheden ingetraind te krijgen zodat hij zich beter staande kan houden binnen sociale situaties en ten gunste van zijn adaptieve vaardigheden. Zijn copingvaardigheden dienen verbeterd te worden zodat hij zich minder snel in risicovolle situaties zal begeven. Hierbij wordt opgemerkt dat [verdachte] beperkt leerbaar is vanwege de verstandelijke beperking en (rb: hij) gezien zijn ASS vaardigheden moeilijk zal generaliseren naar andere situaties en omgevingen. Hij behoeft derhalve een leven lang ondersteuning en toezicht. Mogelijk kan medicatie nog positief effect sorteren op zijn prikkelgevoeligheid (verbeteren van het filter waarmee prikkels binnen komen) en impulsiviteit. Ook is van belang dat het middelengebruik onder toezicht blijft staan, om zo verder afglijden en eventuele recidief psychose te voorkomen. Onderzoekers zijn van mening dat een setting voor LVB het beste bij [verdachte] aansluit.
Omdat [verdachte] beperkt ziektebesef en -inzicht heeft, zich kan verzetten tegen autoriteit, zich eerder onttrokken heeft aan voorwaarden en onvoldoende intrinsieke motivatie kan vasthouden, is een voorwaardelijk kader gecontra-indiceerd. Gezien het hoge recidiverisico is een zeer hoog beveiligingsniveau nodig. Derhalve wordt geadviseerd een tbs met dwangverpleging op te leggen. Op deze manier kan langdurige behandeling gewaarborgd worden waarin in stapjes toegewerkt kan worden naar een inbedding in de maatschappij waarin [verdachte] voldoende toezicht, begeleiding en daginvulling zal krijgen waarbij hij niet overvraagd wordt.
De reclassering conformeert zich in haar advies, opgesteld door [reclasseringswerker], reclasseringswerker, met datum 28 oktober 2022, aan de bevindingen van de psycholoog en de psychiater. De reclassering komt tot een hoog algemeen recidiverisico, ook ten aanzien van geweldsdelicten, en ziet geen mogelijkheden om met interventies of toezicht de risico’s te beperken of het gedrag te veranderen. Het advies luidt een terbeschikkingstelling met dwangverpleging.
De rechtbank heeft tevens acht geslagen op het op naam van de verdachte staand Uittreksel Justitiële Documentatie, met datum 8 februari 2023, waaruit blijkt dat de verdachte eerder is veroordeeld voor geweldsdelicten. De verdachte heeft de bewezenverklaarde feiten gepleegd, terwijl de proeftijd van twee eerdere vervolgingen liep. Dit baart de rechtbank zorgen.
Straf en maatregel
De rechtbank verenigt zich met de conclusies van de psycholoog, de psychiater en de reclassering en maakt deze tot de hare. De verdachte is nog jong, maar kampt met ernstige problematiek en vormt een gevaar voor anderen. Ondanks zijn jeugdige leeftijd, is de rechtbank, gelet op de adviezen, de recidive en de ernst van de onder 1, 2 en 4 bewezen verklaarde feiten die in een zeer korte periode zijn gepleegd, van oordeel dat voor die feiten de terbeschikkingstelling van de verdachte moet worden gelast en dat daarbij zijn verpleging van overheidswege moet worden bevolen. Aan de wettelijke vereisten is voldaan, nu bij de verdachte tijdens het begaan van de feiten een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens bestond, de verdachte misdrijven heeft gepleegd waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van vier jaar of meer is gesteld en de veiligheid van anderen het opleggen van deze maatregel eist.
Nu de maatregel van terbeschikkingstelling zal worden opgelegd ter zake van misdrijven (feit 1, 2 en 4) die gericht zijn tegen of gevaar veroorzaken voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen, te weten een poging tot diefstal met geweld en de eendaadse samenloop van een diefstal met bedreiging van geweld en afpersing, kan de totale duur van de maatregel een periode van vier jaar te boven gaan.
Daarnaast acht de rechtbank, gezien de ernst van de feiten en de justitiële documentatie van de verdachte, ook de oplegging van een geheel onvoorwaardelijke gevangenisstraf geboden. Rekening houdend met de jeugdige leeftijd van de verdachte en de maatregel van terbeschikkingstelling, acht de rechtbank het opleggen van gevangenisstraf voor de duur van twee jaren passend en geboden.

7.Vordering benadeelde partij en schadevergoedingsmaatregel

De benadeelde partij [slachtoffer], heeft een vordering tot schadevergoeding van € 3.907,32 ingediend tegen de verdachte wegens materiële en immateriële schade die hij als gevolg van de onder 3 en 4 ten laste gelegde feiten zou hebben geleden, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag. De gestelde schade bestaat uit € 907,32 materiële schade (eigen risico, harde schijf Macbook, verlies van inkomsten en reiskosten) en € 3.000 immateriële schade.
De rechtbank is van oordeel dat de materiële schade tot een bedrag van € 522,32 (harde schijf, verlies van inkomsten en reiskosten) rechtstreeks voortvloeit uit het onder 4 bewezen verklaarde feit. De post eigen risico vloeit voort uit het ten laste gelegde steken. Hoewel de rechtbank in het voorgaande heeft vastgesteld dat de benadeelde partij tijdens de poging tot diefstal met geweld in zijn borstkast is gestoken, heeft de rechtbank over de toedracht niet meer kunnen vaststellen dan hiervoor is overwogen. Dit is onvoldoende om vast te kunnen stellen dat de verdachte (mede)aansprakelijk is voor de daardoor geleden schade van de aangever.
Verder komt de rechtbank vergoeding van immateriële schade toewijsbaar en billijk voor gelet op de onderbouwing van de vordering en het verhandelde ter terechtzitting. De rechtbank acht, uitgaande van de bewezenverklaring en bedragen die in soortgelijke gevallen aan slachtoffers wordt opgelegd, toekenning van een bedrag ter hoogte van € 1.000 voor de immateriële schade billijk.
De rechtbank zal de benadeelde partij voor het overige van de vordering niet-ontvankelijk verklaren en bepalen dat de vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht.
In zoverre zal de vordering dan ook worden toegewezen vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 8 maart 2022 tot aan de dag der algehele voldoening. Daarbij zal de rechtbank bepalen dat indien de medeverdachte dit bedrag geheel of gedeeltelijk heeft betaald, de verdachte in zoverre zal zijn bevrijd. Daarnaast dient de verdachte te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken. De rechtbank ziet als gevolg van het onder 4 bewezen verklaarde handelen van de verdachte [
kort gezegd: poging tot diefstal met geweld] aanleiding ter zake van de vordering van de benadeelde partij de schadevergoedingsmaatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht op te leggen.

8.Vorderingen tot tenuitvoerlegging

Bij vonnis van 17 juni 2021 in de zaak met parketnummer 15/156547-20 heeft de meervoudige kamer van de rechtbank Noord-Holland de verdachte ter zake van tweemaal een poging tot diefstal met bedreiging van geweld in vereniging en/of een poging tot afpersing in vereniging veroordeeld tot onder meer een voorwaardelijke jeugddetentie voor de duur van 253 dagen. Ten aanzien van die voorwaardelijke straf is de proeftijd op twee jaren bepaald onder de algemene voorwaarde dat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit. De mededeling als bedoeld in artikel 366a van het Wetboek van Strafvordering is op 22 juni 2021 aan de verdachte toegezonden. De bij genoemd vonnis vastgestelde proeftijd is ingegaan op 2 juli 2021 en was ten tijde van het indienen van de vordering van de officier van justitie niet geëindigd.
Bij vonnis van 16 januari 2020 in de zaak met parketnummer 15/269403-19 heeft de kinderrechter van de rechtbank Noord-Holland de verdachte ter zake van schuldheling en opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod veroordeeld tot onder meer een voorwaardelijke werkstraf voor de duur van veertig uren. Ten aanzien van die voorwaardelijke straf is de proeftijd op twee jaren bepaald onder de algemene voorwaarde dat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit. De mededeling als bedoeld in artikel 366a van het Wetboek van Strafvordering is op 5 februari 2020 aan de verdachte toegezonden. De bij genoemd vonnis vastgestelde proeftijd is ingegaan op 31 januari 2020 en was ten tijde van het indienen van de vordering van de officier van justitie niet geëindigd.
De rechtbank heeft bij het onderzoek ter terechtzitting bevonden dat zij bevoegd is over de vorderingen te oordelen en dat de officier van justitie daarin ontvankelijk is. Gelet op de straf en maatregel die in de hoofzaak aan de verdachte worden opgelegd, acht de rechtbank toewijzing van de vorderingen nu niet opportuun. De vorderingen zullen daarom worden afgewezen.

9.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De volgende wetsartikelen zijn van toepassing:
36f, 37a, 37b, 45, 56, 57, 312, 317, 416 van het Wetboek van Strafrecht.

10.Beslissing

De rechtbank:
Verklaart niet bewezen wat aan de verdachte onder 3 is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij.
Verklaart bewezen dat de verdachte de onder 1, 2, 4 en 5 ten laste gelegde feiten heeft begaan zoals hiervoor onder 3.4 weergegeven.
Verklaart niet bewezen wat aan de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt hem daarvan vrij.
Bepaalt dat de bewezen verklaarde feiten de hierboven onder 4 vermelde strafbare feiten opleveren.
Verklaart de verdachte hiervoor strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van
2 [twee] jaren.
Bepaalt dat de tijd die de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van dit vonnis in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Gelast ten aanzien van het onder feit 1, 2 en 4 bewezenverklaarde dat de verdachte
ter beschikking wordt gestelden beveelt dat hij van overheidswege wordt verpleegd.
Wijst toe de vordering tot vergoeding van de door de benadeelde partij
[slachtoffer]geleden schade tot een bedrag van
€ 1.522,32, bestaande uit € 522,32 als vergoeding voor de materiële en € 1.000 als vergoeding voor de immateriële schade, en veroordeelt de verdachte tot betaling van dit bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 8 maart 2022 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [slachtoffer], voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting. Bepaalt dat indien genoemd bedrag geheel of gedeeltelijk door de medeverdachte is betaald, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd. Veroordeelt de verdachte in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging alsnog te maken. Verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering.
Legt de verdachte als schadevergoedingsmaatregel ten behoeve van slachtoffer [slachtoffer] de verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van € 1.522,32, bepaalt dat bij gebreke van betaling en verhaal gijzeling kan worden toegepast voor de duur van maximaal 25 dagen en bepaalt dat het te betalen bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 8 maart 2022 tot aan de dag der algehele voldoening. De toepassing van de gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat voor zover dit bedrag of een gedeelte daarvan reeds door of namens de medeverdachte aan de benadeelde partij en/of de Staat is betaald, de verdachte in zoverre van die verplichting zal zijn ontslagen.
Bepaalt dat betalingen aan de benadeelde partij in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de Staat en dat betalingen aan de Staat in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij.
Wijst af de vordering van de officier van justitie tot tenuitvoerlegging van de bij vonnis van de rechtbank Noord-Holland in de zaak met parketnummer 15/156547-20 opgelegde voorwaardelijke straf.
Wijst af de vordering van de officier van justitie tot tenuitvoerlegging van de bij vonnis van de rechtbank Noord-Holland in de zaak met parketnummer 15/269403-19 opgelegde voorwaardelijke straf.
Samenstelling rechtbank en uitspraakdatum
Dit vonnis is gewezen door
mr. I.A.M. Tel, voorzitter,
mr. C.H. de Jonge van Ellemeet en mr. C. Huisman, rechters,
in tegenwoordigheid van de griffier, mr. H.S. Singeling,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 25 april 2023.