ECLI:NL:RBNHO:2023:3799

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
26 april 2023
Publicatiedatum
25 april 2023
Zaaknummer
C/15/337515 / KG ZA 23-110
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot heraanbesteding en herbeoordeling van aanbestedingsprocedure voor doelgroepenvervoer Westfriesland

In deze zaak heeft de besloten vennootschap Zorgvervoercentrale Nederland B.V. (ZCN) een kort geding aangespannen tegen de gemeenten in Westfriesland, waaronder Gemeente Drechterland, Gemeente Enkhuizen, Gemeente Medemblik, Gemeente Opmeer, Gemeente Stede Broec en WerkSaam Westfriesland. ZCN vorderde een verbod voor Westfriesland om de opdrachten voor doelgroepenvervoer te gunnen aan Willemsen-De Koning B.V. en De Vier Gewesten B.V. (DVG) op basis van de eerdere gunningsbeslissingen. ZCN stelde dat de beoordelingssystematiek niet voldeed aan het transparantiebeginsel en het gelijkheidsbeginsel zoals vastgelegd in de Aanbestedingswet 2012. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat ZCN te laat heeft geklaagd over de beoordelingssystematiek en dat de motivering van de gunningsbeslissingen voldoende was. De rechter heeft de vorderingen van ZCN afgewezen en haar veroordeeld in de proceskosten. De uitspraak vond plaats op 26 april 2023.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
Zittingsplaats Haarlem
zaaknummer / rolnummer: C/15/337515 / KG ZA 23-110
Vonnis in kort geding van 26 april 2023
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
ZORGVERVOERCENTRALE NEDERLAND B.V.,
gevestigd te Rotterdam,
eiseres,
advocaten mr. J.F. van Nouhuys en mr. A.F. de Jong te Rotterdam,
tegen
1. de publiekrechtelijke rechtspersoon
GEMEENTE DRECHTERLAND,
zetelende te Hoogkarspel,
2. de publiekrechtelijke rechtspersoon
GEMEENTE ENKHUIZEN,
zetelende te Enkhuizen,
3. de publiekrechtelijke rechtspersoon
GEMEENTE HOORN,
zetelende te Hoorn,
4. de publiekrechtelijke rechtspersoon
GEMEENTE KOGGENLAND,
zetelende te Goorn,
5. de publiekrechtelijke rechtspersoon
GEMEENTE MEDEMBLIK,
zetelende te Wognum,
6. de publiekrechtelijke rechtspersoon
GEMEENTE OPMEER,
zetelende te Opmeer,
7. de publiekrechtelijke rechtspersoon
GEMEENTE STEDE BROEC,
zetelende te Bovenkarspel,
8. de publiekrechtelijke rechtspersoon
WERKSAAM WESTFRIESLAND,
zetelende te Hoorn,
gedaagden,
advocaat mr. S.P. Dalmolen te Amsterdam.
Eiseres zal hierna ZCN genoemd worden en gedaagden zullen gezamenlijk Westfriesland genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding
  • de akte houdende overlegging producties van ZCN
  • brief met producties van de zijde van Westfriesland
  • de mondelinge behandeling
  • de pleitnota van ZCN
  • de pleitnota van Westfriesland
1.2.
Bij gelegenheid van de mondelinge behandeling op 12 april 2023 zijn verschenen namens ZCN mevrouw [A.] en de heer [B.], bijgestaan door mr. Van Nouhuys en mr. De Jong voornoemd en namens Westfriesland mevrouw [C.] (beleidsmedewerker en contractmanager), de heer [D.] (inkoopadviseur en contractmanager) en mevrouw [E.] (inkoopadviseur), bijgestaan door
mr. Dalmolen voornoemd.
1.3.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Op 28 oktober 2022 heeft Westfriesland een openbare aanbesteding aangekondigd voor doelgroepenvervoer Westfriesland. De opdracht bestaat uit drie percelen:
Perceel 1 voor het vraagafhankelijk vervoer (Wmo-vervoer)
Perceel 2 voor het route gebonden vervoer (leerlingenvervoer/ jeugdhulpvervoer)
Perceel 3 voor het route gebonden vervoer (WerkSaam-vervoer).
Het was mogelijk om voor meerdere percelen in te schrijven, maar perceel 2 en perceel 3 vormen samen één opdracht.
2.2.
De inschrijfleidraad houdt onder meer het volgende in:

3.Beschrijving opdracht

(…)
Het reizigersbudget van 500 zones wordt per 1 januari 2023 vervangen door een reizigersbudget van maximaal 2000 kilometers.
(…)

8 Gunningscriteria

(…)
Wij gunnen per Opdracht aan de Inschrijver die inschrijft met de beste prijs : kwaliteitsverhouding.
De prijs : kwaliteitsverhouding is voor beide Opdrachten gelijk, namelijk 50% prijs en 50% kwaliteit.
Bij de beoordeling gelden de volgende sub-gunningscriteria per perceel:
Perceel 1 (Vraagafhankelijk vervoer):
  • K1: Innovatie & efficiency (maximaal 40 punten)
  • K2: Klantreis (maximaal 60 punten)
Perceel 2 & 3 (Route gebonden vervoer):
  • K1: continuïteit en stabiliteit chauffeurscapaciteit/-inzet (maximaal 60 punten)
  • K2: Communicatie (maximaal 40 punten)
Toelichting per sub-gunningscriterium perceel 1 Vraagafhankelijk vervoer.
K1. Innovatie & efficiency
De opdrachtgever stimuleert een continu verbeterproces ten behoeve van efficiency en kwaliteit. De inschrijver beschrijft hoe vernieuwende technologieën of werkwijzen worden gebruikt om de kwaliteit en/of efficiency van de dienstverlening te verbeteren.
De algehele beschrijving (…) gaat
tenminstein op mogelijke oplossingen voor de korte ritten in Hoorn.
K2. Klantreis
Optimale communicatie en ontzorging van de reiziger gedurende de hele klantreis (moment van reserveren van een rit tot en met de klachtafhandeling/service achteraf) vindt de opdrachtgever van belang. De inschrijver dient bij zijn inschrijving een beschrijving toe te voegen met daarin de wijze waarop (naast de al gestelde eisen) de inschrijver gedurende de uitvoering van de opdracht hiermee omgaat en hoe dit is ingericht.
De algehele beschrijving (…) gaat
tenminstein op:
  • wijze waarop de reiziger extra wordt ondersteund voorafgaand aan de rit (bijvoorbeeld bij het reserveren, wijzigen of annuleren van een rit, eigen bijdrage):
  • wijze waarop de reiziger extra wordt ondersteund gedurende de rit;
  • wijze waarop de reiziger extra wordt ondersteund na afloop van de rit (bijvoorbeeld de afrekening van de eigen bijdrage, klachten).
Toelichting per sub-gunningscriterium perceel 2 & 3 Route gebonden vervoer.
K1: Continuïteit en stabiliteit chauffeurscapaciteit/-inzet
Binnen het route gebonden vervoer is stabiliteit voor de reizigers erg belangrijk. De inschrijver dient bij zijn inschrijving een beschrijving toe te voegen met daarin de wijze waarop de inschrijver vanaf de start en gedurende de uitvoering van de onderhavige opdracht voldoende chauffeurscapaciteit garandeert en de efficiency van de uitvoering borgt. Daarnaast dient de beschrijving ook een waarborging van continuïteit van maximaal twee vaste chauffeurs op vaste routes te bevatten.
(…)
K2. Communicatie
Opdrachtgever hecht aan optimale communicatie tussen opdrachtnemer en opdrachtgever alsook tussen opdrachtnemer en reizigers respectievelijk ouders/verzorgers/scholen/instellingen
Daarbij speelt een toegankelijke app met uitgebreide functionaliteit een belangrijke rol (inclusief de stimulans om die ook te gebruiken) alsook de mogelijkheden om efficiënt en gebruiksvriendelijk gegevens uit te wisselen en de uitvoering van het vervoer te volgen.
Daarnaast speel een rol hoe de opdrachtnemer omgaat met meldingen en klachten. Tot nu toe is de gemeente Hoorn hiervoor het 1e aanspreekpunt. Bij de ingang van de nieuwe overeenkomst wordt deze taak bij de opdrachtnemer ondergebracht.
De inschrijver dient bij zijn inschrijving een beschrijving toe te voegen (…) waarin
tenminstewordt ingegaan op:
  • welke wijze u als opdrachtnemer (inclusief de chauffeur) communiceert met alle betrokkenen zoals onder andere gemeenten of WerkSaam, ouders, leerlingen of cliënten enzovoort;
  • functionaliteit van de (webbased) app voor ouders/verzorgers/reizigers (of teamleiders) inclusief stimulans om deze te gebruiken;
  • communicatie met indieners van een klacht en opdrachtgever(s) over de omgang met meldingen en klachten conform het PVE paragraaf 5.2
8.1
Beoordelingsteam
Een beoordelingsteam beoordeelt de kwalitatieve sub-gunningscriteria.
(…)
Elk teamlid beoordeelt individueel de sub-gunningscriteria.
Om tot een onafhankelijk oordeel te komen, beoordelen we de kwaliteit zonder kennis van de prijs.
Dit betekent dat de prijs (de inschrijvingssom) pas na de kwaliteitsbeoordeling bekend wordt gemaakt aan het beoordelingsteam.
In een consensusoverleg komt het beoordelingsteam vervolgens per sub-gunningscriterium tot één beoordeling.
8.2
Sub-gunningscriteria Kwaliteit
De beoordeling van de sub-gunningscriteria voor beide opdrachten vindt als volgt plaats:
Het beoordelingsteam beoordeelt alle kwalitatieve sub-gunningscriteria op basis van de volgende aspecten:
Volledigheid: de beschrijving is volledig en alle relevante aspecten die in de vraagstelling staan, komen aan de orde in de beschrijving.
Concreetheid: de beschrijving is concreet en uit de beschrijving blijkt duidelijk begrip van de Inschrijver van de gevraagde onderwerpen en hun doel.
Realiseerbaarheid: de beschrijving is goed onderbouwd en realistisch.
Aansluiting op de geformuleerde doelen: de mate waarin uw inschrijving aansluit bij en een bijdrage levert aan het behalen van de beschreven doelen.
Resultaat beoordeling
Omschrijving beoordeling
Score in punten
10
Uw antwoord geeft, naar mening van het beoordelingsteam zeer goed antwoord op de gestelde doelstelling bij dit criterium en de doelstellingen van deze aanbesteding
10
8
Uw antwoord geeft naar mening van het beoordelingsteam goed antwoord op de gestelde doelstelling bij dit criterium en de doelstellingen van deze aanbesteding
8
6
Uw antwoord geeft naar mening van het beoordelingsteam voldoende antwoord op de gestelde doelstelling bij dit criterium en de doelstellingen van deze aanbesteding
6
<6
Uw antwoord geeft naar mening van het beoordelingsteam onvoldoende antwoord op de gestelde doelstelling bij dit criterium en de doelstellingen van deze aanbesteding
KO (Knock Out) de inschrijving wordt terzijde gelegd.
Scoringsmethode voor beide opdrachten
De score per criterium wordt als volgt berekend:
De ‘beoordelingsscore’ (6, 8 of 10) wordt gedeeld door 10 en dan vermenigvuldigt met de maximale score van het criterium.
Opdracht 1 perceel vraagafhankelijk vervoer
In formule is dit bij criterium K1: (“score in punten”/10)*40=
In formule is dit bij criterium K2: (“score in punten”/10)*60=
Opdracht 2 & 3 route gebonden vervoer
In formule is dit bij criterium K1: (“score in punten”/10)*60=
In formule is dit bij criterium K2: (“score in punten”/10)*40=
De twee “scores” op kwaliteit worden opgeteld en hiermee ontstaat, per opdracht, een “score” in punten op kwaliteit.
De gemeente realiseert zich dat er een bepaalde subjectiviteit zit in de beoordeling. Door in te schrijven gaat u hiermee akkoord.
8.3
Prijs
(…)
Tarief perceel 1 Vraagafhankelijk vervoer
De vergoeding aan de Opdrachtnemer bestaat uit de som van twee onderdelen, te weten: Binnen het vraagafhankelijke vervoer is er sprake van een ‘tarief per declarabele kilometer’.
Starttarief (vast) tarief) + (een tarief per declarabele kilometer * het aantal declarabele ritkilometers)
Starttarief
Voor het starttarief per reizigersrit gelden de navolgende tarieven:
Declarabel
Starttarief exclusief btw
Reiziger
€ 13,00
Reiziger met indicatie (electrische) rolstoel of scootmobiel
€ 16,00
De totale declarabele kilometers per rit worden afgerond op 100 meter (0,1 kilometer). Wijzigingen door wegomleggingen, omleidingen, files e.d. leiden niet tot aanpassing van de vergoeding (kilometers) door de Opdrachtgever aan de Opdrachtnemer. De tarieven worden afgerond op 2 decimalen.
De beladen kilometers worden bepaald aan de hand van de meest recente versie van Easy Travel Pro Routeplanners. Gedurende de looptijd van de overeenkomst kan het zijn dat er nieuwe versies/updates volgen. Indien dit aan de orde is zullen opdrachtgever en opdrachtnemer gezamenlijk het moment van overstappen naar deze versies/updates afspreken. Gekozen wordt voor de kortste route. (…)
Tarief Perceel 2 & 3 Route gebonden vervoer
De vergoeding aan de Opdrachtnemer bestaat voor beide delen uit de som van twee onderdelen, te weten:
Starttarief (vast tarief) + (Tarief per beladen voertuiguur/60 * het aantal beladen voertuigminuten)
Starttarief
Voor het starttarief per rit gelden de volgende tarieven per voertuig:
Voertuig
Starttarief exclusief btw per rit
Taxi (maximaal 4 personen exclusief de bestuurder)
€ 10,00
Taxibus (maximaal 8 personen exclusief de bestuurder)
€ 10,00
Rolstoelbus (maximaal 8 personen exclusief de bestuurder)
€ 18,00
(…)
Gekozen wordt voor de snelste route van het eerste adres (verblijfadres/opstappunten of schooladres), via eventuele tussenpunten naar de eindbestemming (schooladres of verblijfadres/opstappunten). (…)
De tarieven dienen geoffreerd te worden in euro’s exclusief btw met maximaal twee cijfers achter de komma. Er is sprake van een all-in tarief, dit betekent dat alle kosten (zoals bureaukosten, administratiekosten e.d.) verdisconteerd moeten worden in het tarief per beladen voertuiguur. (…)
8.4
Berekening van de beste prijs kwaliteit verhouding
Voor beide opdrachten worden de behaalde scores uit de beoordeling van de kwalitatieve criteria via de onderstaande formule omgezet in een indexcijfer,
Indexcijfer = inschrijfprijs inschrijver / behaalde kwaliteitsscore inschrijver
De inschrijver(s) met de laagste indexcijfers (berekend op twee decimalen achter de komma) krijgen de opdracht(en) gegund.
2.3.
Het Plan van Eisen (PvE) voor perceel 1 vermeldt onder meer het volgende:
2.2
Bereik van de opdracht
(…)
Doelen
De opdrachtgever streeft naar zo optimaal mogelijk gebruik van algemeen beschikbare voorzieningen en een efficiënte uitvoering van het vraagafhankelijk vervoer.
Kwaliteit en beheersbaarheid, zowel praktisch als financieel, zijn voor de opdrachtgever en de gemeenten van groot belang.
(…)
3.2
Reizigers en reizigersmogelijkheden
Het vraagafhankelijk vervoer van de opdrachtgever is een gesloten vervoersysteem. Dat betekent dat enkel door de opdrachtgever hiertoe geïndiceerde personen, en eventuele begeleiders van een reiziger (tijdens dezelfde rit), hiervan gebruik kunnen maken.
(…)
Eigen ritbijdrage
De Wmo geïndiceerde reizigers betalen per rit een eigen ritbijdrage. Deze eigen ritbijdrage wordt per gereserveerde rit bepaald. De eigen ritbijdrage wordt per 1 januari 2023 gebaseerd op gereisde kilometers en bestaat uit de volgende onderdelen.
(…)
Reizigersbudget
Per reiziger geldt een reizigersbudget welke situatie afhankelijk vastgesteld wordt. Het uitgangspunt is hierbij 2000 km per jaar, maar dit kan lager zijn bij een lagere vervoersbehoefte of het gebruik van een ander vervoermiddel. Niet gebruikte kilometers vervallen jaarlijks op 31 december 23.59 uur. De vervoerder dient zorg te dragen voor registratie van het kilometerverbruik. (…) Bij overschrijding van het reizigersbudget brengt de opdrachtnemer automatisch het hoge tarief in rekening en wordt de reiziger hiervan op de hoogte gesteld bij boeking van de rit. Op dit moment gelden onderstaande hoge tarieven per zone. Deze moeten nog omgezet worden naar een hoog kilometertarief.
Zones Hoog tarief
€ 1,50
€ 3,00
€ 6,00
€ 9,00
€ 12,00
€ 15,00
2.4.
Het Plan van Eisen (PvE) voor perceel 2 & 3 vermeldt onder meer het volgende:
2.2
Bereik van de opdracht
(…)
Doelen
De opdrachtgever streeft naar zo optimaal mogelijk gebruik van algemeen beschikbare voorzieningen (zoals openbaar vervoer en fiets) en een efficiënte uitvoering van het vraagafhankelijk vervoer. Kwaliteit en beheersbaarheid, zowel praktisch als financieel, zijn voor de opdrachtgever en de gemeenten van groot belang.
(…)
Chauffeursinzet
Voorspelbaarheid is van belang. Daarom gaat de voorkeur van de opdrachtgever uit naar één vaste chauffeur per route, maar per route is de inzet van twee vaste chauffeurs, volgens een vaste wekelijkse/dagelijkse structuur, ook toegestaan. De inzet van een andere dan hiervoor genoemde chauffeurs wordt uitsluitend toegestaan in geval van ziekte, vakantie of ontslag van de vaste chauffeur(s). In alle gevallen dienen alle ouders/verzorgers van de leerling of de contactpersoon namens WerkSaam in de betreffende rit zo spoedig mogelijk door de opdrachtnemer te worden geïnformeerd over genomen maatregelen. (…)

4.Personeel en materieel

4.1
Personeel
4.1.1.
Chauffeurs
Algemeen
Aan de in te zetten chauffeurs worden de volgende eisen gesteld. De chauffeur:
(…)
  • heeft een goede mondelinge uitdrukkingsvaardigheid in de Nederlandse taal.
  • heeft voldoende kennis van het schriftelijk hanteren van de Nederlandse taal zodat begrijpelijke rapportage mogelijk is.
(…)
2.5.
ZCN, de zittende vervoerder op opdracht 1, heeft tijdig en volledig ingeschreven voor zowel opdracht 1 als voor opdracht 2 (perceel 2 en 3). Op 12 januari 2023 ontving zij de gunningsbeslissingen. Hierin werd meegedeeld dat de opdrachten niet aan ZCN waren gegund. Opdracht 1 is gegund aan Willemsen-De Koning B.V. (hierna: Willemsen-De Koning) en opdracht 2 aan De Vier Gewesten B.V. (hierna: DVG). Uit de bij de gunningsbeslissing voor opdracht 1 meegezonden beoordeling en motivering blijkt dat ZCN dezelfde score heeft behaald voor kwaliteit als Willemsen-De Koning, namelijk 80 punten. Daarbij is vermeld dat de inschrijfprijs van ZCN hoger was dan de inschrijfprijs van Willemsen-De Koning. Uit de bij de gunningsbeslissing voor opdracht 2 & 3 meegezonden beoordeling en motivering blijkt dat ZCN dezelfde score heeft behaald voor kwaliteit als DVG, namelijk 80 punten. Daarbij is vermeld dat de inschrijfprijs van ZCN hoger was dan de inschrijfprijs van DVG.
2.6.
ZCN heeft aan Westfriesland kenbaar gemaakt zich niet te kunnen verenigen met de voorgenomen gunningsbeslissingen. Om die reden heeft op 24 januari 2023 een bespreking plaatsgevonden waarin Westfriesland aan ZCN duidelijkheid heeft verschaft. Bij brief van haar advocaat van 25 januari 2023 heeft ZCN echter formeel bezwaar gemaakt tegen de gunningsbeslissingen en Westfriesland verzocht de gunningsbeslissingen in te trekken en nieuwe, deugdelijk gemotiveerde gunningsbeslissingen te nemen.
Westfriesland heeft laten weten de gunningsbeslissingen niet in te zullen trekken.
2.7.
Op 1 februari 2023 heeft ZCN een kort geding aanhangig gemaakt tegen Westfriesland. Vervolgens heeft Westfriesland besloten de gunningsbeslissingen in te trekken en een herbeoordeling uit te voeren. In een brief gedateerd 7 januari 2023 (de voorzieningenrechter begrijpt: 7 februari 2023) heeft Westfriesland alle inschrijvers hierover als volgt geïnformeerd:
Wij hebben helaas moeten vaststellen dat het beoordelingsproces van de aanbesteding Doelgroepenvervoer Westfriesland niet volgens de door onszelf voorgeschreven regels is verlopen. Op grond van paragraaf 4.4. van de Inschrijfleidraad diende het tabblad ‘Kosten/Prijs’ ná de beoordeling van de kwalitatieve criteria geopend te worden. Het consensusoverleg, waarin het beoordelingsteam de definitieve beoordeling heeft vastgesteld, heeft plaatsgevonden op 22 december 2022. Twee dagen daarvoor is de digitale kluis met inschrijfprijzen geopend door de inkoopmanager. Alhoewel deze geen onderdeel uitmaakte van het beoordelingsteam, is deze wel als gespreksleider betrokken geweest bij het consensusoverleg. Aangezien wij menen dat iedere schijn moet worden voorkomen dat de inhoudelijke beoordeling van de kwalitatieve criteria is beïnvloed door kennis van de inschrijfprijzen, zien wij ons genoodzaakt om een nieuw beoordelingsteam opdracht te geven om de kwalitatieve criteria van de inschrijvingen te beoordelen.
(…)
Aangezien alle medewerkers van het team doelgroepenvervoer inmiddels kennis hebben van de eerdere inhoudelijke beoordeling, hebben wij besloten om in plaats van een medewerker van het team doelgroepenvervoer een uitvoerend medewerker leerlingenvervoer van een andere gemeente aan het beoordelingsteam toe te voegen. De contractmanager wordt vervangen door een externe adviseur doelgroepenvervoer.
Geen van de leden van het beoordelingsteam heeft voorkennis over de eerdere inhoudelijke beoordeling of de ingediende inschrijfprijzen. Ook zal het consensusoverleg wordt geleid door een externe begeleider, die evenmin kennis heeft van de eerdere beoordeling en de inschrijfprijzen.
Het voorgaande betekent dat wij de voorlopige gunningsbeslissing van 12 januari 2023 intrekken en na herbeoordeling een nieuwe voorlopige gunningsbeslissing zullen nemen.
2.8.
Er heeft een herbeoordeling plaatsgevonden door een nieuw samengestelde beoordelingscommissie. De uitkomst van die herbeoordeling is op 21 februari 2023 schriftelijk meegedeeld aan de inschrijvers. In de gunningsbeslissingen is meegedeeld dat Westfriesland voornemens is de opdracht voor het vraagafhankelijk vervoer (perceel 1) te gunnen aan Willemsen-De Koning en de opdracht voor het route gebonden vervoer (perceel 2 en 3) aan DVG. Daarbij is voor opdracht 1 vermeld dat de inschrijfprijs van ZCN hoger was dan die van Willemsen-de Koning en de middelste was van de vijf inschrijfprijzen en voor opdracht 2 dat de inschrijfprijs van ZCN hoger was dan die van DVG en de hoogste was van de vijf inschrijfprijzen.
2.9.
Ook in deze gunningsbeslissingen kan ZCN zich niet vinden.

3.Het geschil

3.1.
ZCN vordert samengevat – dat de voorzieningenrechter bij vonnis voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, Westfriesland zal verbieden om de Opdrachten op basis van de Gunningsbeslissingen aan Willemsen-De Koning respectievelijk DVG te gunnen en haar zal gebieden de Gunningsbeslissingen in te trekken en indien en voor zover zij Opdracht 1 en Opdracht 2 nog wenst te vergeven primair zal gebieden Opdracht 1 en Opdracht 2 opnieuw aan te besteden of subsidiair zal gebieden een nieuwe, afdoende gemotiveerde gunningsbeslissing te uiten voor zowel Opdracht 1 als Opdracht 2, zulks met inachtneming van dit vonnis, zowel primair als subsidiair met veroordeling van Westfriesland in de kosten van deze procedure, de nakosten daaronder begrepen, te vermeerderen met wettelijke rente.
3.2.
ZCN legt aan haar vorderingen ten grondslag dat de beoordelingsmaatstaf niet voldoet aan het transparantiebeginsel en gelijkheidsbeginsel als bedoeld in de Aanbestedingswet 2012 (Aw 2012). ZCN voert aan dat het beoordelingskader door elke normaal oplettende en redelijk geïnformeerde inschrijver hetzelfde moet worden begrepen en uitgelegd, maar dat haar gebleken is dat hier kennelijk sprake is van een te subjectief en willekeurig beoordelingskader. In dit verband voert zij aan dat haar uit vergelijking van de beoordeling bij de eerste gunningsbeslissingen en de tweede gunningsbeslissingen is gebleken dat specifieke onderdelen (zoals de aangeboden E-shuttle) diametraal anders zijn beoordeeld en dat beide beoordelingsteams achteraf op een eigen en andere manier invulling hebben gegeven aan het beoordelingskader. Zij stelt dat dit betekent dat in de aanbestedingsprocedure sprake is van een principieel gebrek omdat het beoordelingskader een volstrekt willekeurige keuzevrijheid heeft verschaft, welk gebrek uitsluitend kan worden hersteld door een heraanbesteding.
3.3.
Zij voert verder aan dat zij niet eerder heeft kunnen klagen over de beoordelingssystematiek omdat dit probleem pas duidelijk werd bij vergelijking van de uitkomst van de herbeoordeling met de eerdere beoordeling.
3.4.
Voor zover de primair gevorderde heraanbesteding wordt afgewezen, voert ZCN aan dat de gunningsbeslissingen onvoldoende gemotiveerd zijn. Zij wijst er op dat het voor inschrijvers mogelijk moet zijn op basis van de motivering van de gunningsbeslissing (i) te toetsen of de beoordeling heeft plaatsgevonden zoals op grond van de vooraf bekendgemaakte (sub)gunningscriteria mocht worden verwacht en (ii) te controleren of de beoordeling inhoudelijk juist is. Zij stelt dat Westfriesland echter slechts een begin van een motivering heeft gegeven. In dat kader wijst ZCN er op dat Westfriesland (i) geen inzage heeft gegeven in de behaalde indexcijfers, terwijl die indexcijfers wel bepalend zijn voor de ranking, (ii) de kenmerken en relatieve voordelen in de gunningsbeslissingen te summier heeft beschreven, waardoor ZCN niet kan toetsen waardoor Willemsen-De Koning voor opdracht 1 en DVG voor opdracht 2 & 3 als eerste en enige voor gunning in aanmerking komen en (iii) de motivering van de puntentoekenning aan ZCN niet afdoende heeft beschreven maar zinsneden heeft gebruikt die inherent zijn aan een bepaald oordeel en daarmee nietszeggend zijn. ZCN vordert dat Westfriesland daarom moet worden geboden een nieuwe, afdoende gemotiveerde gunningsbeslissing te delen.
3.5.
Westfriesland voert verweer. Zij betwist dat er iets mis is met de beoordelingssystematiek. Zij benadrukt dat bij het beoordelen van (sub)-gunningscriteria altijd sprake is van een bepaalde subjectiviteit, dat dit in de Inschrijvingsleidraad ook is benoemd en dat daarin is vermeld dat inschrijvers zich hiermee akkoord verklaren door hun inschrijving, zodat ZCN hiermee heeft ingestemd. Zij benadrukt dat geen van de inschrijvers, ook ZCN niet, eerder heeft geklaagd over de beoordelingssystematiek of daar vragen over heeft gesteld, terwijl van een inschrijver wordt verwacht dat hij zich proactief opstelt bij het naar voren brengen van bezwaren tegen gunningscriteria of de beoordelingssystematiek, welk uitgangspunt ook is opgenomen in de Inschrijfleidraad (4.3):
Onvolkomenheden, onduidelijkheden of tegenstrijdigheden
De Aanbestedingsdocumenten zijn met de grootste zorg opgesteld. In het geval dat u toch onvolkomenheden, onrechtmatigheden, onduidelijkheden of tegenstrijdigheden ontdekt, dan licht u ons hierover zo spoedig mogelijk in. U doet dit in ieder geval binnen de termijnen zoals gesteld op TenderNed. U kunt geen beroep doen op onvolkomenheden, onrechtmatigheden, onduidelijkheden of tegenstrijdigheden als die niet bij ons zijn aangegeven, terwijl dit wel mogelijk was geweest.
3.6.
Westfriesland betwist dat haar motiveringen niet zouden voldoen. Zij verklaart dat zij de indexcijfers niet heeft gedeeld omdat daaruit gemakkelijk de inschrijfprijs kan worden herleid, terwijl het haar wettelijk niet is toegestaan om concurrentiegevoelige en bedrijfsvertrouwelijke informatie van inschrijvers te delen met andere inschrijvers. Zij benadrukt dat partijen in deze branche elkaar kwalitatief niet veel ontlopen en dat daarom de inschrijfprijs bij uitstek een onderscheidende factor is.
Verder wijst zij er op dat ZCN niet eerder dan in deze procedure (dus ook niet in de eerdere dagvaarding) om de prijzen heeft gevraagd.
Subsidiair voert zij aan dat zij, als de voorzieningenrechter dat van haar zou vragen, bereid is de indexcijfers in het kader van dit kort geding kenbaar te maken aan ZCN, die daar dan vervolgens bijvoorbeeld bij akte nog op zou kunnen reageren, maar dat het niet delen van de indexcijfers geen grond vormt voor een heraanbesteding of een herbeoordeling. Daarbij voert zij aan dat bij heraanbesteding of herbeoordeling ook te weinig tijd zal overblijven voor de uitvoering van het implementatieplan vóór 1 augustus 2023.
3.7.
Verder voert Westfriesland aan dat het klopt dat ZCN in staat moet worden gesteld om te begrijpen waarom zij niet heeft gewonnen en de inschrijvingen van de winnende inschrijvers zijn gekozen, maar dat dit niet zo ver gaat dat ZCN in staat gesteld moet worden om de beoordeling over te doen. Tot slot voert zij aan dat uit de dagvaarding kan worden opgemaakt dat het verwijt over onvoldoende motivering van de puntenscore voornamelijk ziet op de gunningsbeslissing voor percelen 2 & 3, terwijl in die gunningsbeslissing is aangegeven welke aspecten goed en welke minder goed werden bevonden en waarom in algemene zin een 8 als score gerechtvaardigd was voor de verschillende gunningscriteria.
3.8.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

Spoedeisend belang

4.1.
Het spoedeisend belang volgt uit de aard van de aanbestedingsprocedure en uit paragraaf 4.12 van de aanbestedingsleidraad waarin is opgenomen dat bezwaren tot en met 20 kalenderdagen na toezending van de gunningsbeslissing aan de voorzieningenrechter kunnen worden voorgelegd.
Heeft ZCN tijdig geklaagd over de beoordelingssystematiek?
4.2.
Op grond van vaste rechtspraak (Grossman-arrest HvJEG 12 februari 2004, C230/02 en daaropvolgende jurisprudentie) mag van een inschrijver worden verwacht dat hij zich proactief opstelt bij het naar voren brengen van bezwaren tegen bijvoorbeeld de gunningscriteria en beoordelingssystematiek van de aanbestedingsprocedure en deze aldus in een zo vroeg mogelijk stadium naar voren brengt. Niet is gesteld of gebleken dat ZCN (of een van de andere inschrijvers) eerder heeft geklaagd over de beoordelingssystematiek of daar vragen over heeft gesteld. Dat maakt dat ZCN haar rechten om te klagen over de beoordelingssystematiek in beginsel verwerkt heeft. Dit zou alleen anders kunnen zijn als sprake is van feiten en/of omstandigheden op grond waarvan geoordeeld moet worden dat ZCN niet eerder heeft kunnen klagen, maar dergelijke feiten of omstandigheden zijn niet gebleken.
4.3.
ZCN heeft weliswaar gesteld dat het gebrek aan de beoordelingssystematiek haar pas opviel bij vergelijking van de herbeoordeling met de eerdere beoordeling, maar de daarbij door haar aangevoerde voorbeelden maken niet dat daaruit kan worden afgeleid dat de beoordelingssystematiek ondeugdelijk is. De door ZCN aangevoerde verschillen zijn inherent aan de mate van subjectiviteit bij een kwalitatieve beoordeling, met welke subjectiviteit ZCN zich door haar inschrijving ook akkoord verklaard heeft (art. 8.2 van de Inschrijfleidraad). Bovendien zijn, ondanks een andere beoordeling van bepaalde details van de inschrijving door het tweede beoordelingsteam, de scores van ZCN in beide gevallen nagenoeg gelijk gebleven, zodat uit die beoordelingsverschillen niet kan worden afgeleid dat sprake is van een ondeugdelijke beoordelingssystematiek. ZCN heeft dus te laat geklaagd.
4.4.
Gelet op dit oordeel behoeven de door ZCN in dit verband aangevoerde specifieke voorbeelden geen nadere bespreking.
Heeft Westfriesland in voldoende mate voldaan aan de op haar rustende motiveringsplicht?
4.5.
Voor de beantwoording van deze vraag zal de voorzieningenrechter de door ZCN aangevoerde gebreken aan de motivering hierna afzonderlijk beoordelen.
Was Westfriesland gehouden om inzage te geven in de behaalde indexcijfers?
4.6.
Niet kan in zijn algemeenheid worden gezegd dat de inschrijfprijs naar haar aard concurrentiegevoelig en bedrijfsvertrouwelijk is en om die reden niet openbaar gemaakt kan worden. Dat hangt af van de omstandigheden van het geval. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter heeft Westfriesland voldoende gemotiveerd onderbouwd dat in dit geval, waar het gaat om een prijs per beladen kilometer, sprake is van bedrijfsgevoelige informatie die ingevolge artikel 2.138 Aw 2012 niet bekend gemaakt wordt. Het betoog van ZCN dat deze prijs wordt gevormd door verschillende kwaliteitsposten en dat zeker in het geval van opdracht 2 (perceel 2 & 3) de inschrijfsom is opgebouwd uit deeltarieven en daarom weinig prijs zou geven over de bedrijfsvoering van de winnende inschrijver volgt de voorzieningenrechter niet. Daarbij speelt mee dat aannemelijk is dat deze kostenposten wel in de algehele bedrijfsvoering van de inschrijvers een rol spelen, maar voor een belangrijk deel niet specifiek verband houden met de onderhavige opdracht. Daarmee geeft de inschrijfprijs - zeker in een branche waarin bedrijven elkaar kwalitatief niet veel ontlopen -
(ZCN heeft dit immers niet weersproken) zodanig inzicht in de bedrijfsvoering van de inschrijvende partij dat bekendheid daarmee naar het oordeel van de voorzieningenrechter het rechtmatig commercieel belang van de inschrijver kan schaden en afbreuk zou kunnen doen aan de eerlijke mededinging tussen ondernemers in de desbetreffende branche.
4.7.
Bovendien is in deze aanbesteding inzage in de indexcijfers ook niet nodig voor het doelmatig instellen van beroep tegen de voorlopige gunningsbeslissing. De ranking is bekend gemaakt en is, nadat de scores op de kwalitatieve gunningscriteria zijn vastgesteld ‑ welke scores bekend zijn gemaakt ‑ het resultaat van een eenduidige rekenkundige formule. Het transparantiebeginsel gaat niet zover dat de inschrijver de juistheid van die rekenkundige exercitie moet kunnen controleren, als daarmee bedrijfsgevoelige informatie openbaar wordt.
Heeft Westfriesland de kenmerken en relatieve voordelen in de gunningsbeslissingen te summier beschreven?
4.8.
Bij de gunningsbeslissing over opdracht 1 heeft Westfriesland de volgende motivering aan ZCN doen toekomen voor het onderdeel K1. Innovatie en Efficiency:
Uw antwoord geeft naar mening van het beoordelingsteam goed antwoord op de gestelde doelstelling bij dit criterium en de doelstellingen van deze aanbesteding.
Het beoordelingsteam was allereerst zeer enthousiast over het voorstel van Inschrijver om vrijwilligers in te zetten voor korte ritten. De uitwerking was concreet en goed onderbouwd waardoor het realiseerbaar werd geacht. Een ander voorstel is de inzet van de E-shuttle. Dit is innovatief, maar het beoordelingsteam vraagt zich af of dit aansluit op de gestelde doelen, en ook is niet volledig concreet uitgewerkt welk effect dit heeft op de beschikbare kilometers per jaar per reiziger. Het beoordelingsteam had dit voorstel daarom graag vollediger onderbouwd willen zien.
Een ander innovatief onderdeel is het nieuwe planpakket. Het beoordelingsteam is positief over deze uitwerking, maar had voor een zeer goed graag onderbouwd willen zien wat de risico's zijn van dit planpakket, zodat tijdig beheersmaatregelen kunnen worden genomen waardoor het realiseerbaar is. Ook had de gebruiksvriendelijkheid van de app meer uitgewerkt mogen worden voor de gebruiker zelf, gelet op de doelgroep. Positief tot slot is het feit dat Inschrijver een VR'er inzet om het advies van het plansysteem te controleren en te bevestigen en het proces te bewaken, dit sluit goed aan op de gestelde doelstellingen tav efficiency.
De EMVI heeft op dit onderdeel een 10 gescoord. Het beoordelingsteam was onder de indruk van de zeer goede, concrete en volledige uitwerking van de EMVI. Er waren bij het beoordelingsteam bovendien geen twijfels aan de realiseerbaarheid; het antwoord is volledig en overtuigend onderbouwd. Bovendien is het antwoord duidelijk gericht op innovatie en efficiency bij zowel de reiziger als de aanbestedende dienst zelf en geeft het blijk van een zeer goede kennis van de doelgroep. Daarnaast is het antwoord zeer innovatief, onder meer door doorontwikkeling van apps en software, maar is de uitwerking aan de andere kant ook realistisch doordat deze oog heeft voor de behoefte van de doelgroep gelet op de gestelde doelstellingen.
4.9.
De voorzieningenrechter is van oordeel dat deze motivering, hoewel aan de summiere kant, wel voldoende inzicht geeft. De motivering met betrekking tot het door ZCN benadrukte aspect van de aangeboden E-shuttle is voldoende helder en concreet. Het beoordelingsteam vond dit aspect zeker innovatief, maar men miste een nadere uitleg/toelichting over het effect van het gebruik van de E-shuttle op het jaarlijks maximaal toegekende aantal budgetkilometers voor gebruikers. Door Westfriesland is voor ZCN voldoende concreet gemaakt op welke onderdelen de beoordelingscommissie een nadere toelichting of onderbouwing miste. De voorzieningenrechter snapt goed waarom hierin door het beoordelingsteam een risico werd gezien waar goed over nagedacht zou moeten worden en waarbij een nadere onderbouwing op zijn plaats was geweest. Een dergelijke innovatie kan immers zo succesvol zijn dat daarmee het oorspronkelijke doel voorbij wordt gestreefd. Daar waar het blijkens het programma van eisen gaat om het zo optimaal mogelijk gebruik van algemeen beschikbare voorzieningen moet het voor de inschrijvers duidelijk zijn geweest dat het jaarlijks maximaal toegekende aantal budgetkilometers voor gebruikers een belangrijk kader schept voor ‑ in dit geval ‑ de verlangde innovatie.
Voor wat betreft het nieuwe planpakket heeft het beoordelingsteam concreet aangegeven dat zij in het kader van de realiseerbaarheid een onderbouwing van de risico’s heeft gemist en daarom niet tot de score ‘zeer goed’ is gekomen.
4.10.
Op het onderdeel K2. Klantreis heeft Westfriesland de volgende motivering toegezonden aan ZCN:
K2. Klantreis
Uw antwoord geeft naar mening van het beoordelingsteam goed antwoord op de gestelde doelstelling bij dit criterium en de doelstellingen van deze aanbesteding.
In het antwoord van Inschrijver wordt goed ingegaan op de extra ondersteuning van de reiziger vooraf aan de rit. Naar het oordeel van het beoordelingsteam goed omdat Inschrijver een hoge telefoonopname garandeert en nummerherkenning heeft bij het bellen van de reiziger waardoor het reizigersprofiel zichtbaar is voor de telefonist. Aandachtspunt daarbij is wel dat het beoordelingsteam graag concreter uitgewerkt had gezien hoe die snellere telefoonopname wordt gerealiseerd en dus gegarandeerd. Tevens is het positief dat Inschrijver opendagen en buurthuisbijeenkomsten organiseert, dit draagt bij aan de gestelde doelen.
Tijdens de rit is het positief dat een AED aanwezig is in ieder voertuig en dat chauffeurs zijn opgeleid om deze te bedienen. Ook wordt een mogelijke aansluiting op HartslagNU benoemd, maar het beoordelingsteam is niet duidelijk wat de toegevoegde waarde van deze uitwerking is voor de reiziger tijdens de rit, het kan immers voor afwijkingen van de rit zorgen. De uitwerking is als goed beoordeeld en niet als zeer goed, omdat het beoordelingsteam graag vollediger uitgewerkt had willen zien hoe Inschrijver maatschappelijke betrokkenheid toont voor doelgroep, denk daarbij aan thema's als dementie en eenzaamheid.
Tot slot acht het beoordelingsteam het positief dat Inschrijver altijd contact opneemt bij positieve feedback, dit stimuleert dat de reiziger niet alleen van zich laat horen bij klachten. Ten aanzien van de realiseerbaarheid had het antwoord uitgebreider onderbouwd kunnen worden, omdat er nu beperkt aandacht is voor het persoonlijk contact met reiziger zonder computer of mobiel.
De EMVI heeft op dit onderdeel een hogere score behaald, namelijk een 10. De EMVI gaf blijk van zeer goede doorgronding van de doelgroep en dus de gestelde doelen, door persoonlijke aandacht zowel voor, tijdens als na de rit. Ook bevatte deze uitwerking een zeer concreet antwoord op borging van de kwaliteit van de klantreis door inzet van meerdere (out of the box) middelen om de kwaliteit te monitoren en te verbeteren.
4.11.
Naar het oordeel van de voorzieningenrechter geldt ook voor deze motivering dat deze aan de summiere kant is maar nog wel voldoende informatie geeft aan ZCN om haar positie ten opzichte van de gunningsbeslissing te bepalen. Westfriesland heeft immers voldoende concreet aangegeven welke aspecten zij in de beantwoording van ZCN heeft gemist om tot de maximale score ‘zeer goed’ te kunnen komen.
4.12.
Voor perceel 2 & 3 heeft Westfriesland de volgende motivering toegezonden aan ZCN voor het onderdeel K1. Continuïteit en stabiliteit chauffeurscapaciteit/-inzet:
Uw antwoord geeft naar mening van het beoordelingsteam goed antwoord op de gestelde doelstelling bij dit criterium en de doelstellingen van deze aanbesteding.
Naar het oordeel van het beoordelingsteam beschrijft Inschrijver een concreet plan voor het verkrijgen van voldoende chauffeurs om stabiliteit te borgen. Zo heeft Inschrijver reeds een vervoersplan en een capaciteitsplan gemaakt, is er reeds gestart met een wervingscampagne én zet Inschrijver in op het behoud van de chauffeurs/werknemers door goed werkgeverschap en goede arbeidsvoorwaarden.
Ook het uitgebreide trainingsprogramma is als positief beoordeeld. De uitwerking is daarom volledig, concreet en goed onderbouwd zodat het aansluit op de gestelde doelen. De uitwerking is niet als zeer goed beoordeeld, omdat Inschrijver in haar antwoord aangeeft dat zij ook werft onder mensen met een taalachterstand, maar Inschrijver - naast de taaltoets - niet volledig heeft onderbouwd en uitgewerkt hoe deze werknemers zo geschoold gaan worden dat zij aan de specifieke behoeften van de doelgroep kunnen voldoen.
Het beoordelingsteam is tevens positief over de diverse methodieken die Inschrijver voorstelt om de efficiency te verbeteren. Denk daarbij aan de reserve-voertuigen, de testritten en de combinatie van vervoersstromen. Het beoordelingsteam had echter de meldingsplicht van de chauffeur van 15 minuten voor aanvang graag nog vollediger uitgewerkt zien worden, omdat nu niet volledig duidelijk is hoe dit korte tijdsbestek van 15 minuten voldoende ruimte biedt om uitval van een route te voorkomen. Daarnaast is het aanpassen van schooltijden benoemd, maar had Inschrijver concreter kunnen uitwerken hoe deze maatregel de behoefte van de reiziger nog steeds centraal stelt én toch leidt tot efficiency. Positief daarentegen is de OV overstapservice, fiets en de VR-bril. Wat daarnaast in negatieve zin opviel is dat de uitwerking zich vooral richtte op het leerlingenvervoer en in mindere mate op de doelgroep van WerkSaam.
Tot slot voldoet de beschrijving van de maximaal twee vaste chauffeurs per vaste route goed aan het gevraagde en is het passend.
De EMVI heeft op dit onderdeel een gelijke score behaald. De EMVI laat ook in haar uitwerking zien veel aandacht te hebben op het behouden van chauffeurs, waardoor de gestelde doelen kunnen worden behaald. Ook wordt er aan de hand van vijf concreet uitgewerkte punten, zeer goed toegelicht hoe de efficiency van de uitvoering van het vervoer is geborgd, onder meer door een innovatie wijze waarop een efficiënte routeplanning kan worden gemaakt, en worden er ook concrete ideeën aangedragen voor een efficiencyslag voor bovenregionale ritten. Tot slot is als positief beoordeeld dat vervangende chauffeurs regelmatig meerijden zodat deze bekend zijn bij de doelgroep en de continuïteit kan worden geborgd.
4.13.
En voor het onderdeel K2. Communicatie voor perceel 2 & 3 de volgende motivering:
Uw antwoord geeft naar mening van het beoordelingsteam goed antwoord op de gestelde doelstelling bij dit criterium en de doelstellingen van deze aanbesteding.
De uitwerking van de communicatie is naar het oordeel van het beoordelingsteam een gedegen plan. Alle onderdelen komen aan de orde, waardoor het plan volledig is. Positief daarbij is dat Inschrijver al vroeg in het proces contact opneemt met de leerling/ouder/WerkSaam en dat een persoonlijke kennismaking thuis kan worden gepland, maar dat een opendag ook wordt georganiseerd om zoveel als mogelijk reizigers van de doelgroep te bedienen. De uitwerking is niet als een zeer goed beoordeeld, omdat de communicatie tijdens de rit, anders dan de app, beperkt wordt beschreven. Dit had concreter en vollediger gemogen naar het oordeel van het beoordelingsteam.
De app voldoet naar oordeel van het beoordelingsteam aan het gevraagde, is gebruiksvriendelijk en sluit daarom aan bij de doelstellingen. Zo kent de app veel functionaliteiten en is er realtime inzicht in de aankomsttijd, inclusief pushmeldingen 5 minuten vooraf. Daarnaast laat inschrijver zien dat het een stimulans heeft voor het gebruik van de app, maar had Inschrijver concreter kunnen uitwerken hoe deze voorgestelde momenten in het proces daadwerkelijk leiden tot actiever gebruik van de app, ook in relatie tot de doelgroep van WerkSaam. Om die reden is de uitwerking als goed beoordeeld, maar niet als zeer goed.
Tot slot beschrijft Inschrijver een volledige weergave van het klachtenproces alsmede de communicatie die daaruit volgt. Positief daarbij is de wijze waarop de klachten worden opgepakt en hoe persoonlijk contact wordt ingezet voor de afhandeling. De beschrijving is goed concreet, volledig en realiseerbaar. Naar het oordeel van het beoordelingsteam is de uitwerking niet zeer goed, omdat Inschrijver niet volledig concreet heeft uitgewerkt hoe het kwaliteitsmanagementsysteem bijdraagt aan tijdige beantwoording van de gestelde vragen en klachten.
De EMVI heeft op dit onderdeel een hogere score behaald, te weten een 10. De EMVI geeft een laagdrempelige manier ontwikkeld om klachten in te dienen, waarbij een concreet onderscheid wordt gemaakt tussen een melding en een klacht. Ook is de EMVI zeer volledig in het benoemen van de diverse communicatiemiddelen gelet op alle fases van de dienstverlening en de diverse doelgroepen. Dit draagt zeer goed bij aan de gestelde doelen. Ook is er een duidelijk onderscheid gemaakt in zowel de persoonlijke communicatie richting de reiziger als de regionale communicatie richting de gemeenten, waardoor zowel de reiziger als de aanbestedende dienst wordt bediend. Tot slot is de aangeboden App zeer klantvriendelijk, wordt het gebruik op diverse wijzen actief gestimuleerd en is deze tevens toegankelijk voor de Aanbestedende dienst als opdrachtgever.
4.14.
Naar het oordeel van de voorzieningenrechter geven deze motiveringen ZCN voldoende inzicht in de concrete afwegingen die de beoordelingscommissie heeft gemaakt om op beide onderdelen tot de score ‘goed’ te komen.
Is de motivering van de puntentoekenning aan ZCN afdoende?
4.15.
ZCN heeft gesteld dat Westfriesland zinsneden heeft gebruikt die inherent zijn aan een bepaald oordeel en daarmee nietszeggend zijn, zodat zij de puntentoekenning niet kan controleren.
4.16.
Uit het hiervoor weergegeven oordeel per opdracht en per onderdeel volgt al dat naar het oordeel van de voorzieningenrechter de puntentoekenning voldoende is gemotiveerd. Westfriesland heeft immers per onderdeel gemotiveerd waarom zij aan de sub-gunningscriteria een bepaalde kwalificatie heeft toegekend. Nu deze kwalificatie correspondeert met een vooraf vastgesteld aantal punten (zie 2.2, onder het aangehaalde “8.2 Sub-gunningscriteria Kwaliteit”), is ook de puntentoekenning toereikend gemotiveerd.
Conclusie
4.17.
Uit hetgeen hiervoor is overwogen en beslist volgt dat er geen grond bestaat om de primaire vordering strekkende tot heraanbesteding of de subsidiaire vordering strekkende tot herbeoordeling van de gunningsbeslissing toe te wijzen.
4.18.
Ten overvloede wordt in dit verband nog opgemerkt dat ZCN geen belang heeft bij een herbeoordeling omdat Westfriesland heeft verklaard dat ZCN ook bij de hoogste score voor beide percelen buiten de boot zou vallen, omdat haar inschrijfprijs voor beide percelen te hoog is. De voorzieningenrechter heeft geen aanleiding om aan de juistheid van die mededeling te twijfelen.
4.19.
ZCN zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van deze procedure tot op heden aan de zijde van Westfriesland begroot op:
vastrecht € 676,00
salaris advocaat
€ 1.079,00
Totaal € 1.755,00

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
wijst het primair en subsidiair gevorderde af;
5.2.
veroordeelt ZCN tot betaling aan Westfriesland van een bedrag van € 1.755,00 ter zake van de proceskosten,;
5.3.
verklaart deze proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.S.J. Thijs en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier C. Vis-van Zanden op 26 april 2023. [1]

Voetnoten

1.type: 1155