Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND toepassing schuldsaneringsregeling niet-ontvankelijk
1.De procedure
2.De beoordeling
.
Rechtbank Noord-Holland
Op 6 maart 2023 heeft de schuldenares een verzoek tot toelating tot de wettelijke schuldsaneringsregeling (wsnp) ingediend. De behandeling van dit verzoek vond plaats op 18 april 2023, waarbij de schuldenares, haar schuldhulpverlener en de beschermingsbewindvoerder aanwezig waren. De rechtbank heeft vastgesteld dat er voorafgaand aan het verzoek geen minnelijk traject heeft plaatsgevonden, wat een vereiste is voor toelating tot de wsnp. De schuldenares heeft geen aanbod gedaan aan haar schuldeisers, wat de rechtbank als een tekortkoming beschouwt.
De schuldhulpverlener heeft verklaard dat er geen reële mogelijkheden zijn voor een buitengerechtelijke schuldregeling, maar de rechtbank oordeelt dat dit geen rechtvaardiging is voor het niet doorlopen van het minnelijk traject. De rechtbank benadrukt dat de schuldenares een schriftelijk aanbod had moeten doen aan haar schuldeisers, waarin zij haar maximale aanbod had moeten toelichten. De rechtbank concludeert dat er onvoldoende bewijs is dat de schuldeisers niet akkoord zouden zijn gegaan met een aanbod, zelfs niet met een nul-aanbod.
Uiteindelijk verklaart de rechtbank de schuldenares niet-ontvankelijk in haar verzoek, omdat het minnelijk traject niet is doorlopen. Dit vonnis is uitgesproken door mr. J. van der Kluit op 25 april 2023, en tegen deze uitspraak kan binnen acht dagen hoger beroep worden ingesteld.