Uitspraak
uitspraak van de meervoudige kamer van 7 februari 2023 in de zaak tussen
De Meerlanden Holding NV, uit Aalsmeer, eiseres
Gedeputeerde Staten van Noord-Holland, verweerder
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
Ten behoeve van de compostering mag uitsluitend GFT, analoog-GFT en groenafval [1] tot een gezamenlijke hoeveelheid van 55.000 ton/jaar worden geaccepteerd. Het groenafval valt uitsluitend onder de Euralcodes: - 02. 01.03 (afval van plantaardige weefsels), - 02.01.07 (afval van de bosbouw) en - 20.02.01 (biologisch afbreekbaar afval).”
[naam 3] blijkt dat de totale ontvangst in 2018 ten behoeve van het bedrijfsonderdeel Vergisting en Compostering 57.236 ton bedroeg. Verweerder is op grond van de beide constateringen tot de conclusie gekomen dat in 2017 en 2018 voorschrift 3.21.1 van de vigerende vergunning is overtreden nu in beide jaren meer dan een gezamenlijke hoeveelheid van 55.000 ton aan GFT is geaccepteerd. Om herhaling van de overtreding van voorschrift 3.21.1 van de vergunning van 5 juli 2011 te voorkomen, heeft verweerder eiseres bij het primaire besluit gelast te voorkomen dat in 2020 de acceptatie ten behoeve van compostering van uitsluitend GFT, analoog-GFT en groenafval tot een gezamenlijke hoeveelheid van 55.000 ton/jaar wordt overschreden. Aan de last is een dwangsom verbonden van € 100.000,- ineens. De begunstigingstermijn eindigt op 31 december 2020. Verweerder heeft het primaire besluit in bezwaar gehandhaafd.
in hoofdzaakbestaat uit schillen, resten van groente, fruit etc. en dat organisch afval (analoog GFT) en groenafval
residuenbevat als plastic, metaal e.d. Het GFT dat wordt aangeboden en geaccepteerd bevat aldus stoffen/materialen die op zichzelf niet kwalificeren als GFT, waaronder glas en steentjes. De aldus geaccepteerde tonnages GFT – dus inclusief residuen als glas en steentjes – worden op de weegbrug gewogen. Pas in de nabewerking wordt deze stroom uit de compost gezeefd. Verweerder wijst er in dat verband terecht op dat ook uit de verschillende aanvragen, verleende vergunningen en de werkinstructie “Vergisten en Composteren” genoegzaam blijkt dat onder “ten behoeve van de compostering” in voorschrift 3.21.1 het gehele composteringsproces moet worden verstaan vanaf het moment van acceptatie en niet enkel de nabewerking waarbij glas en steentjes vrijkomen. Met verweerder is de rechtbank van oordeel dat een andere uitleg zou betekenen dat eiseres al een overtreding begaat bij acceptatie aan de poort van niet-zuiver GFT.