ECLI:NL:RBNHO:2023:3743

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
26 april 2023
Publicatiedatum
21 april 2023
Zaaknummer
10384225 CV EXPL 23-1441
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Incident tot oproeping in vrijwaring in civiele procedure met schadevergoeding en onrechtmatige daad

In deze civiele procedure, behandeld door de Rechtbank Noord-Holland, is op 26 april 2023 een vonnis in incident uitgesproken. De zaak betreft een vordering van [eiser 1] en de naamloze vennootschap Fatum General Insurance N.V. (hierna: Guardian Group) tegen [eiser 2] en de besloten vennootschap Studio 73 B.V. (hierna: Studio 73). De eisers hebben [eiser 2] en Studio 73 gedagvaard voor de rechtbank, waarbij zij een vordering hebben ingesteld. In reactie hierop hebben [eiser 2] en Studio 73 een incidentele vordering tot onbevoegdheid en oproeping in vrijwaring ingediend. De rechtbank heeft zich onbevoegd verklaard en de zaak verwezen naar de rol van de kamer voor kantonzaken.

De kantonrechter heeft in het incident tot oproeping in vrijwaring beslist dat [eiser 2] en Studio 73 [betrokkene] mogen oproepen. Dit verzoek is toegewezen omdat de aangevoerde gronden niet zijn weersproken door [eiser 1] en Guardian Group, die zich hebben gerefereerd aan het oordeel van de kantonrechter. De vordering van [eiser 2] en Studio 73 is gebaseerd op de stelling dat [betrokkene], als onderhuurder van het pand waar de hoofdzaak om draait, onrechtmatig heeft gehandeld door een hennepplantage aan te leggen, wat heeft geleid tot schade door brand.

De kantonrechter heeft de proceskosten gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten draagt. De zaak is vervolgens verwezen naar een rolzitting voor beraad, waarbij verdere beslissingen zijn aangehouden. Dit vonnis is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 10384225 CV EXPL 23-1441
Uitspraakdatum: 26 april 2023
Vonnis van de kantonrechter in het incident in de zaak van:

1.[eiser 1]

wonende te [plaats 1]
verder te noemen: [eiser 1]
2. de naamloze vennootschap
Fatum General Insurance N.V.
h.o.d.n. Guardian Group Nederland
gevestigd en kantoor houdende te Rotterdam,
eisers in de hoofdzaak
verweerders in het incident
verder te noemen: Guardian Group
gemachtigde: mr. W.A.M. Rupert
tegen

1.[eiser 2]

wonende te [plaats 2]
verder te noemen: [eiser 2]
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Studio 73 B.V.
statutair gevestigd te Haarlem en kantoor houdende te Amsterdam,
gedaagden in de hoofdzaak
eisers in het incident
verder te noemen: Studio 73
gemachtigde: mr. A.D. van Koningsveld.

1.Het procesverloop

1.1.
[eiser 1] en de Guardian Group hebben bij dagvaarding van 14 november 2022 [eiser 2] en Studio 73 gedagvaard voor de rechtbank, team Civiel recht en een vordering tegen hen ingesteld. [eiser 2] en Studio 73 hebben een incidentele vordering tot onbevoegdheid ingesteld en tot oproeping in vrijwaring ingesteld. [eiser 1] en Guardian Group hebben vervolgens een conclusie van antwoord in het vrijwarings- en onbevoegdheidsincident ingediend. De rechtbank heeft zich onbevoegd verklaard en de zaak, in de stand waarin deze zich bevond, bij vonnis in het incident van 8 maart 2023 verwezen naar de rol van 15 maart 2023 van de kamer voor kantonzaken in deze rechtbank, locatie [plaats 2].
1.2.
De zaak is door de kantonrechter aangehouden voor beraad. Voordat tot beraad kan worden overgegaan moet eerst beslist worden op de incidentele vordering van [eiser 2] en Studio 73 tot oproeping in vrijwaring. [eiser 1] en Guardian Group hebben zich in verband met deze vordering gerefereerd aan het oordeel van de kantonrechter.

2.De vordering in de hoofdzaak

2.1.
De vordering in de hoofdzaak en de stellingen van [eiser 1] en Guardian Group zijn in het verwijzingsvonnis van 8 maart 2023 al kort weergegeven.

3.De vordering en het verweer in het incident tot oproeping in vrijwaring

3.1.
[eiser 2] en Studio 73 vorderen dat hen zal worden toegestaan om [betrokkene], [adres] [plaats 2], in vrijwaring op te roepen. Zij leggen aan de vordering ten grondslag – kort weergegeven – dat [betrokkene], als onderhuurder van het pand waar het in de hoofdzaak om gaat, onrechtmatig heeft gehandeld. Zij stellen dat hij in strijd met de bepalingen in de (onder)huurovereenkomst in het aan hem onderverhuurde deel van het pand een hennepplantage heeft aangelegd, welke hennepplantage de oorzaak is geweest van het ontstaan van brand, welke brand veel schade heeft veroorzaakt. [eiser 2] en Studio 73 stellen dat zij, bij een eventuele veroordeling tot het betalen van schadevergoeding in de hoofdzaak, gerechtigd zijn om deze schade te verhalen op [betrokkene].
4.1.
[eiser 1] en Guardian Group hebben geen verweer gevoerd tegen de vordering in het incident.

4.De beoordeling in het incident tot oproeping in vrijwaring

4.1.
Een veroordeling van [eiser 2] en Studio 73 in de hoofdzaak kan tot gevolg hebben, dat [eiser 2] en/of Studio 73 op grond van hun rechtsverhouding met [betrokkene] geheel dan wel gedeeltelijk regres zal kunnen nemen op [betrokkene].
4.2.
[eiser 1] en Guardian Group hebben geen verweer gevoerd tegen de vordering in het incident. Zij hebben zich gerefereerd aan het oordeel van de kantonrechter.
4.3.
Omdat de aangevoerde en niet weersproken gronden de vordering kunnen dragen, wordt het verzoek toegewezen.
4.4.
Omdat geen van partijen ongelijk krijgt, zullen de proceskosten worden gecompenseerd.

5.De beslissing

De kantonrechter:
in het incident tot oproeping in vrijwaring:
6.1.
staat [eiser 2] en Studio 73 toe [betrokkene], [adres] [plaats 2], te dagvaarden tegen de rolzitting van
24 mei 2023 te 10:00 uurom op de eis in de vrijwaring te antwoorden;
6.2.
compenseert de proceskosten van het incident in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt;
in de hoofdzaak:
6.2.
verwijst de zaak naar diezelfde rolzitting voor beraad;
6.3.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.P.E. Oomens, kantonrechter en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter