4.7.Verzoekster heeft duidelijk over het voetlicht gebracht dat zij, zowel lichamelijk als psychisch en sociaal, veel last heeft van de gevolgen van haar aandoening. Zij is echter niet geslaagd in de op haar rustende bewijslast als bedoeld in 4.5. Een medische onderbouwing van haar standpunt dat sprake is van een situatie van levensbedreigende aard of van een situatie die blijvend ernstig psychisch of lichamelijk letsel of invaliditeit tot gevolg kan hebben, ontbreekt.
6. Gelet op de jurisprudentie van de Centrale Raad van Beroep wordt een beroep op de dringende redenen in de zin van artikel 16 van de Participatiewet slechts bij zeer hoge uitzondering gehonoreerd, waarbij in de regel daar een onderzoeksrapport van een deskundige (lees: een medisch specialist) aan ten grondslag heeft gelegen.
Onderzoek onafhankelijk deskundige
7. De rechtbank heeft een onafhankelijk deskundige benoemd. De deskundige reumatoloog, Dr. H.G. Raterman, van DC Expertise Centrum, heeft op 30 augustus 2022 gerapporteerd. Het onderzoek is verricht conform de richtlijnen van de NVMSR (Nederlandse Vereniging voor Medische specialistische Rapportage) en de richtlijn van de NVR (Nederlandse Vereniging voor Reumatologie). Na bestudering van de stukken heeft de deskundige eiseres onderzocht op 28 juni 2022. Eiseres heeft op 9 augustus 2022 het conceptrapport ter correctie gekregen. De deskundige ontving een reactie inclusief aanvullende informatie van eiseres. De deskundige heeft kennis genomen van de reactie van eiseres en de aanvullende informatie en zag geen reden om het conceptrapport verder aan te passen. Er was ook geen reden om betrokkene opnieuw te evalueren met de nieuwe toegekomen documenten.
8. In de beschouwing concludeert de deskundige dat er sprake lijkt te zijn van een artritis psoriatica met thans vooral actieve cutane betrokkenheid en ten tijde van de evaluatie weinig actieve betrokkenheid van het bewegingsapparaat. Tevens is er comorbide sprake van een hidradenitis suppurativa en chronische pijnklachten. Een deel van de chronische pijnklachten zijn niet door artritis psoriatica te verklaren en lijken meer door een chronisch pijnsyndroom niet nader te definiëren verklaard te worden. Op dit moment worden deze lichamelijke klachten niet met reguliere medicatie behandeld en alleen met (medicinale) cannabis gezien de eerdere ervaringen van betrokkene.
9. Op de vragen van de rechtbank antwoordt de deskundige, onder meer, op vraag 1 (
zijn er binnen de reguliere zorg adequate behandelingsmogelijkheden voorhanden die mevrouw [eiseres] eenzelfde positief resultaat kunnen bieden als het gebruik van medicinale cannabis en CBD-olie?):
“Binnen de reguliere zorg voor de behandeling van artritis psoriatica zijn er internationale richtlijnen voor de behandeling van artritis psoriatica, waaraan een reumatoloog zich zou moeten confirmeren als behandelaar van een patiënt met artritis psoriatica. Dit betreffen medicamenteuze behandelrichtlijnen waarbij tevens niet medicamenteuze adviezen (op paramedisch vlak door fysiotherapeuten, podotherapeuten, ergotherapeuten en op indicatie psychologen) gegeven worden ter bevordering van klachtenreductie en behoud van functionele mogelijkheden. Afhankelijk van welke internationale richtlijn gebruikt wordt kan dit enig verschil in behandeling opleveren, maar kort gezegd zijn dit kleine nuances mede afhankelijk van de manifestaties die binnen een patiënt optreden. Binnen deze richtlijnen is er een stappenplan waarbij afhankelijk van het klachtenpatroon, soort manifestatie en fase van de ziekte een keuze gemaakt wordt voor een type geneesmiddel. Voorbeelden van richtlijnen zijn onder andere de
EULAR recommendations for the management of psoriatic arthritis with pharmacoiogical therapies: 2019 update en Group for Research and Assessment of Psoriasis and Psoriatic Arthritis (GRAPPA): updated treatment recommendations for psoriatic arthritis 2021.Binnen deze richtlijnen zijn er meerdere behandelmodaliteiten voor handen die bij betrokkene nog niet geprobeerd zijn.
Op de vraag of dit een zelfde positief resultaat kan bieden als medicinale cannabis en CBD-olie, is het relevant om te weten dat er nog nooit een vergelijkend onderzoek tussen medicinale cannabis/CBD olie en medicijnen die binnen deze richtlijnen worden geadviseerd is gedaan en daarmee dus niet te voorspellen valt of dit een zelfde effect heeft. Tevens zijn er ook geen studies gepubliceerd met medicinale cannabis en CBD olie die een positief resultaat hebben laten zien op ziekteactiviteit van artritis psoriatica. Wel zijn er enkele publicaties die op theoretische basis stellen dat er een positief effect op artritis te verwachten valt, maar deze publicaties stellen ook dat hier nog nader hoog kwalitatief onderzoek naar gedaan moet worden in grote patiëntengroepen om effectiviteit en veiligheid hiervan aan te tonen. Hiermee zou dus op individuele basis wel een positief effect kunnen optreden van medicinale cannabis en CBD-olie. Wel is aangetoond dat medicinale cannabis en CBD olie een invloed kan hebben op pijnreductie met name bij chronische pijnsyndromen die los staan van artritis psoriatica door invloed van cannabis op pijnreceptoren. Dit zou een goede verklaring kunnen zijn waarom (medicinale) cannabis een positieve invloed heeft op het klachtenpatroon van betrokkene.”
10. Op vraag 7 (
Is er een behandeling mogelijk of is er een medicatie beschikbaar die ziet op een aanzienlijke pijnreductie, anders dan door medicinale cannabis?) antwoordt de deskundige:
“Zie ook mijn antwoord op vraag 1. Binnen de richtlijnen voor de behandeling van artritis is er een stappenplan waarbij afhankelijk van het klachtenpatroon, soort manifestatie en fase van de ziekte een keuze gemaakt wordt voor een type geneesmiddel. Voorbeelden van richtlijnen zijn onder andere de
EULAR recommendations for the management of psoriatic arthritis with pharmacoiogicai therapies: 2019 update en Group for Research and Assessment of Psoriasis and Psoriatic Arthritis (GRAPPA): updated treatment recommendations for psoriatic arthritis 2021.
Binnen deze richtlijnen zijn er meerdere behandelmodaliteiten voor handen die bij betrokkene nog niet geprobeerd zijn. De vraag is alleen of de pijn die betrokkene dagelijks ervaart alleen door artritis psoriatica wordt veroorzaakt, aangezien bij evaluatie weinig betrokkenheid van het bewegingsapparaat wordt gevonden. Er lijkt dan ook sprake te zijn van een comorbide chronisch pijnsyndroom, waar wellicht extra aandacht aangegeven kan worden middels een intensief multidisciplinair revalidatietraject waarbij ook aandacht is voor een psychologische insteek mede
gezien de sociale voorgeschiedenis van betrokkene. Betrokkene geeft tijdens evaluatie aan dat hier in het verleden al aandacht voor is geweest en dat hier binnenkort ook weer aandacht voor zal zijn.”
11. Op vraag 8 (
Kwalificeert u het gebruik van medicinale cannabis op grond van de medische situatie van mevrouw [eiseres] als wenselijk, noodzakelijk of onvermijdelijk?) antwoordt de deskundige:
“Op basis van richtlijnen en evidence die er bestaat voor de behandeling van artritis psoriatica en het ontbreken van evicence van effectiviteit van cannabis hiervan in internationale richtlijnen of ander hoogwaardig klinisch onderzoek, kwalificeer ik het gebruik van medicinale cannabis met als indicatie artritis psoriatica als niet onvermijdelijk en niet noodzakelijk en in eerste instantie niet wenselijk. Ik wil hierbij aantekenen dat het wel begrijpelijk is dat dit gezien de ervaringen zo besloten is.”
12. Op vraag 11 (
Is het mogelijk dat de ervaren pijn niet louter wordt veroorzaakt door de artritis psoriatica?) antwoordt de deskundige:
“Naar aanleiding van de evaluatie ben ik van mening dat er ook een chronisch pijnsyndroom speelt die niet alleen door artritis psoriatica veroorzaakt wordt. Onderliggend speelt er ook enige artrose en enige hypermobiliteit, echter lijken deze ook niet de oorzaak te zijn van de chronische pijn. Naar mijn idee is de chronische pijn ook een op zich zelf staand probleem waar aanvullend aandacht voor zou moeten zijn.”
Conclusie
13. Naar het oordeel van de rechtbank heeft de deskundige, mede gelet op de wijze waarop het onderzoek is uitgevoerd, volledig, helder, consistent en coherent gerapporteerd. Het betreft een duidelijke rapportage waarin een logische samenhang bestaat tussen de vraagstelling, de beantwoording, de gebruikte gegevens en de bereikte conclusies. Daarmee acht de rechtbank de bevindingen van de deskundige goed gemotiveerd, juist en bruikbaar.
13. Samengevat betekent dit dat verweerder op goede gronden de aanvraag voor bijzondere bijstand heeft geweigerd, omdat niet sprake is van dringende redenen in de zin van artikel 16 van de Participatiewet. Van een acute noodsituatie is geen sprake gelet op het deskundigenbericht. Een dergelijke situatie of ernstig letsel zal ook niet optreden indien eiseres geen medicinale cannabis kan gebruiken. Ook zijn er nog andere behandelingsmogelijkheden die bij eiseres nog niet zijn geprobeerd. Bovendien is de vraag of de pijn die eiseres ervaart alleen door artritis psoriatica wordt veroorzaakt. Er lijkt volgens de deskundige dan ook sprake te zijn van een comorbide chronisch pijnsyndroom, waar extra aandacht aan gegeven kan worden met een intensief multidisciplinair revalidatietraject, waarbij ook aandacht is voor een psychologische insteek, mede gezien de sociale voorgeschiedenis van eiseres.
13. De door eiseres in onderhavige procedure ingediende stukken van de huisarts, welke er in de kern op neerkomen dat zij het gebruik door eiseres van medicinale cannabis en CBD-olie ondersteunt, vormen naar het oordeel van de rechtbank vooralsnog onvoldoende bewijs om in deze zaak dringende redenen aan te kunnen nemen in de zin van artikel 16 van de Participatiewet. Bovendien houdt een deel van de huisartsverklaringen informatie in van na de datum van de beslissing op bezwaar.
13. De conclusie is dat het beroep ongegrond is. Voor een proceskostenveroordeling ziet de rechtbank geen aanleiding.