In deze uitspraak van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Holland, zittingsplaats Haarlem, wordt het verzoek om een voorlopige voorziening van verzoeker behandeld. Verzoeker had een terrasvergunning gekregen van de burgemeester van Haarlem, maar deze vergunning werd ingetrokken op 16 februari 2023, omdat de coronapandemie ten einde was en de gemeente geen toestemming meer gaf voor het terras. Verzoeker maakte bezwaar tegen deze intrekking en vroeg de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 6 april 2023 behandeld en concludeert dat de intrekking van de terrasvergunning niet op de juiste gronden is gebeurd. De voorzieningenrechter oordeelt dat de intrekking van de vergunning niet kan worden gerechtvaardigd door de verandering van omstandigheden, zoals door de burgemeester werd gesteld. De vergunning was verleend met toepassing van de Algemene plaatselijke verordening en de Beleidsregels Horecaterrassen, en niet specifiek voor de duur van de coronapandemie. De voorzieningenrechter schorst daarom de intrekking van de vergunning en staat verzoeker toe om het terras te blijven exploiteren tot 6 weken na de beslissing op het bezwaar.
Daarnaast wordt verweerder veroordeeld tot betaling van het griffierecht en de proceskosten van verzoeker. De uitspraak is openbaar gedaan op 20 april 2023 en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze uitspraak.