Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknr./repnr.: 10364790 \ EJ VERZ 23-89 (rvk)
Uitspraakdatum: 20 april 2023
Beschikking van de kantonrechter in de zaak van:
[verzoekster]
wonende te [woonplaats 1]
verzoekende partij
gemachtigde: mr. W.H. van Heuvel, notaris te Benningbroek
inzake
de nalatenschap van [erflater],
geboren op [geboortedatum] 1930 te Amsterdam en overleden op [overlijdensdatum] 2022 te [overlijdensplaats] ,
laatstelijk gewoond hebbende te
[woonplaats 1].
[woonplaats 1].
en
de nalatenschap van [erflaatster],
geboren op 6 december 1929 te Amsterdam en overleden op 5 april 2022 te [overlijdensplaats] ,
laatstelijk gewoond hebbende te
[woonplaats 1].
[woonplaats 1].
tegen
[verweerder]
wonende te [woonplaats 2]
verwerende partij
1.Het procesverloop
1.1.
De executeur heeft een verzoekschrift ingediend, bij de griffie ontvangen op17 februari 2023.
1.2.
Gelet op de aard van het verzoek is afgezien van een behandeling op een zitting.
2.De feiten
2.1.
Op [overlijdensdatum] 2022 is te [overlijdensplaats] [erflater] voornoemd overleden.
2.2.
[erflater] was ten tijde van zijn overlijden gehuwd met [erflaatster] .
2.3.
Op 5 april 2022 is te [overlijdensplaats] [erflaatster] voornoemd overleden. [erflaatster] was ten tijde van haar overlijden niet-hertrouwd weduwe van de heer [erflater] .
2.4.
[erflater] en [erflaatster] hebben de volgende kinderen achtergelaten:
[verweerder] ;
[erfgenaam 1] ;
[erfgenaam 2] ;
[verzoekster] .
2.5.
[erflater] heeft bij testament van 4 maart 2020 over zijn nalatenschap beschikt en zijn echtgenote en zijn voornoemde kinderen, ieder voor een gelijk deel, als erfgenaam aangewezen, onder de bepaling dat de wettelijke verdeling van toepassing is. In het testament is tot executeur en afwikkelingsbewindvoerder benoemd [verzoekster] .
2.6.
[erflaatster] heeft bij testament van 4 maart 2020 over haar nalatenschap beschikt en haar echtgenoot en voornoemde kinderen, ieder voor een gelijk deel, als erfgenaam aangewezen. In het testament is tot executeur en afwikkelingsbewindvoerder benoemd [verzoekster] .
2.7.
[verzoekster] (hierna: de executeur) heeft de executeursbenoemingen in beide nalatenschappen aanvaard.
2.8.
De nalatenschappen van beide ouders zijn door [erfgenaam 1] , [erfgenaam 2] en [verzoekster] op 29 september 2022 beneficiair aanvaard.
2.9.
Op 9 juni 2022 is door Mantel & Voors notarissen een brief gestuurd waarin [verweerder] in algemene zin is geïnformeerd over de afwikkeling van de nalatenschappen en over het (beneficiair) aanvaarden of verwerpen van de nalatenschappen. [verweerder] heeft in een brief van 14 juni 2022 geantwoord dat hij met Mantel & Voors notarissen geen overeenkomst wenst aan te gaan.
2.10.
In een brief van 8 september 2022 van Mantel & Voors notarissen is [verweerder] gevraagd een keuze uit te brengen over het aanvaarden van de nalatenschappen en per brief van 28 september 2022 is dat nogmaals gevraagd.
2.11.
Op 13 oktober 2022 is door Mantel & Voors notarissen een brief naar [verweerder] gestuurd waarin melding wordt gemaakt van de beneficiaire aanvaarding door voornoemde erfgenamen en is hij gewezen op de gevolgen van het niet-uitbrengen van een keuze.
2.12.
[verweerder] heeft in een brief van 25 oktober 2022 aan Mantel & Voors notarissen herhaald dat hij geen overeenkomst wenst aan te gaan en verder dat hij van mening is dat Mantel & Voors notarissen zich mogelijk schuldig maakt aan het plegen van strafbare feiten.
3.Het verzoek
3.1.
De executeur verzoekt de kantonrechter aantekening in het boedelregister te houden van de beneficiaire aanvaarding van de nalatenschappen van [erflater] en [erflaatster] door [verweerder] dan wel hem een termijn te stellen voor het maken van een keuze tussen het zuiver aanvaarden, beneficiair aanvaarden of verwerpen van de nalatenschappen.
3.2.
De executeur voert ter onderbouwing aan dat [verweerder] , ondanks dat hem in meerdere brieven is verzocht een keuze te maken over de aanvaarding, verwerping of beneficiaire aanvaarding van de nalatenschappen, hij die keuze nog niet gemaakt heeft. Omdat zijn mede-erfgenamen beneficiair hebben aanvaard en [verweerder] niet binnen drie maanden nadat hij van de beneficiaire aanvaarding kennis heeft gekregen alsnog zuiver heeft aanvaard of verworpen, moet [verweerder] geacht worden eveneens de nalatenschappen beneficiair te hebben aanvaard.
3.3.
In het geval niet komt vast te staan dat [verweerder] kennis heeft gekregen van de beneficiaire aanvaarding door zijn mede-erfgenamen, dan verzoekt de executeur om [verweerder] een termijn te stellen waarbinnen hij alsnog zijn keuze dient te maken.
4.De beoordeling
4.1.
In artikel 4:192 lid 4 Burgerlijk Wetboek (BW) is bepaald dat een erfgenaam die nog geen keuze heeft uitgebracht, geacht wordt beneficiair te aanvaarden wanneer een of meer van zijn mede-erfgenamen door een verklaring beneficiair aanvaarden, tenzij hij alsnog de nalatenschap zuiver aanvaardt of verwerpt binnen drie maanden nadat hij van die beneficiaire aanvaarding door zijn mede-erfgenamen kennis heeft gekregen.
4.2.
Naar het oordeel van de kantonrechter blijkt uit de brief van 25 oktober 2022 van [verweerder] , in reactie op de brief van 13 oktober 2022 van Mantel & Voors notarissen voldoende dat [verweerder] op dat moment op de hoogte was van de beneficiaire aanvaarding van de nalatenschappen door zijn mede-erfgenamen. Omdat [verweerder] vervolgens niet binnen drie maanden daarna alsnog zuiver heeft aanvaard of verworpen, wordt [verweerder] geacht beide nalatenschappen beneficiair te aanvaarden. De kantonrechter zal aantekening van deze beneficiaire aanvaardingen laten maken in het boedelregister.
4.3.
Gelet op het voorgaande behoeft niet op het subsidiaire verzoek tot het stellen van een termijn te worden beslist.
5.De beslissing
De kantonrechter:
5.1.
verstaat dat [verweerder] de nalatenschap van [erflater] beneficiair heeft aanvaard;
5.2.
verstaat dat [verweerder] de nalatenschap van [erflaatster] beneficiair heeft aanvaard;
5.3.
draagt de griffier op aantekening van deze beneficiaire aanvaardingen te houden in het boedelregister.
Deze beschikking is gegeven door mr. S.W.S. Kiliç en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter