ECLI:NL:RBNHO:2023:3642

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
19 april 2023
Publicatiedatum
19 april 2023
Zaaknummer
10205506
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Incasso van een tandartsrekening met geschil over bijkomende kosten en proceskostenverdeling

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Noord-Holland op 19 april 2023, gaat het om de incasso van een tandartsrekening van € 16,00 door de eiseres, Infomedics B.V. De gedaagde partij, die in persoon procedeert, betwist de bijkomende kosten die aan de vordering zijn verbonden. De kantonrechter oordeelt dat de gedaagde partij de tandartsrekening van € 16,05 moet betalen, maar dat de bijkomende kosten niet zijn toegewezen omdat niet kan worden vastgesteld dat de gedaagde de kosteloze aanmaning heeft ontvangen. De kantonrechter wijst erop dat de gedaagde zonder voorafgaande waarschuwing is gedagvaard, wat betekent dat de proceskosten voor rekening van de eiseres komen. De proceskosten van de gedaagde worden op nihil begroot.

Het procesverloop begon met een dagvaarding van Infomedics op 31 oktober 2022, waarna de gedaagde mondeling heeft geantwoord. Infomedics heeft schriftelijk gereageerd, maar de gedaagde heeft betwist dat zij de aanmaningen heeft ontvangen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde de nota van de tandarts verschuldigd is, maar dat de eiseres onvoldoende bewijs heeft geleverd dat de gedaagde de 14-dagenbrief heeft ontvangen. Hierdoor zijn de buitengerechtelijke kosten afgewezen.

De beslissing van de kantonrechter is dat de gedaagde € 16,17 moet betalen aan Infomedics, vermeerderd met wettelijke rente, en dat de proceskosten voor rekening van Infomedics komen, die op nihil zijn vastgesteld. Dit vonnis is uitgesproken door mr. I.H. Lips in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknr./rolnr.: 10205506 \ CV EXPL 22-5454 IL
Uitspraakdatum: 19 april 2023
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
de besloten vennootschap
Infomedics B.V.
gevestigd te Almere
eiseres
verder te noemen: Infomedics
gemachtigde: Yards Deurwaardersdiensten B.V.
tegen
[gedaagde]
wonende te [woonplaats]
gedaagde
verder te noemen: [gedaagde]
procederend in persoon
De zaak in het kort
Deze zaak gaat om de incasso van een tandartsrekening van afgerond € 16,00. De gedaagde partij moet de rekening en de wettelijke rente betalen, maar maakt bezwaar tegen de bijkomende kosten. Ze krijgt gelijk, omdat niet kan worden vastgesteld dat ze de kosteloze aanmaning (14-dagenbrief) en andere brieven heeft ontvangen. Omdat er zonder voorafgaande waarschuwing (rauwelijks) is gedagvaard, komen de proceskosten voor rekening van de eisende partij. De proceskosten van de gedaagde partij worden in dit geval op nul begroot.

1.Het procesverloop

1.1.
Infomedics heeft bij dagvaarding van 31 oktober 2022 een vordering tegen [gedaagde] ingesteld. [gedaagde] heeft mondeling geantwoord (via [gedaagde] ).
1.2.
Infomedics heeft hierop schriftelijk gereageerd, waarna [gedaagde] een schriftelijke reactie heeft gegeven.

2.De feiten

2.1.
Infomedics heeft opdracht gekregen van Infomedics Finance B.V. om een vordering van een zorgaanbieder op [gedaagde] te incasseren (op basis van lastgeving).
2.2.
Het gaat om de nota van Tandheelkundig Centrum Van Dedem van 14 mei 2022 van € 16,05 op naam van [gedaagde] . Deze zorgaanbieder heeft de vordering op [gedaagde] overgedragen aan Infomedics Finance B.V. (via cessie).

3.Het geschil

3.1.
Infomedics vordert dat de kantonrechter [gedaagde] veroordeelt tot betaling van € 56,17.
3.2.
Infomedics legt aan de vordering ten grondslag – kort weergegeven – dat [gedaagde] de nota van € 16,15 moet betalen maar dat ondanks aanmaningen niet heeft gedaan. [gedaagde] is sinds het verstrijken van de betalingstermijn van de nota in verzuim en moet daarom de wettelijke rente betalen. Deze bedraagt tot 25 oktober 2022 € 0,12. [gedaagde] moet ook de buitengerechtelijke incassokosten van € 40,00 betalen.
3.3.
[gedaagde] betwist de vordering (gedeeltelijk). Zij voert aan – samengevat – dat ze verzekerd is en dacht dat de rekening via de verzekering vergoed was. Duckwort heeft geen brieven ontvangen, alleen de dagvaarding. Ze maakt daarom bezwaar tegen de kosten.

4.De beoordeling

4.1.
Deze zaak gaat om de vraag of [gedaagde] de nota van de tandarts, de wettelijke rente en de buitengerechtelijke kosten aan Infomedics moet betalen.
[gedaagde] moet de nota van de tandarts betalen (€ 16,05)
4.2.
[gedaagde] heeft erkend dat ze de nota van de tandarts op zichzelf verschuldigd is. Volgens [gedaagde] is ze daarvoor verzekerd en wist ze niet dat haar verzekeraar de nota niet had betaald. Dit verweer kan [gedaagde] niet baten. De tandartsbehandeling is op naam en ten behoeve van [gedaagde] verricht. [gedaagde] is daarom - als contractspartij van de tandarts - zelf verantwoordelijk voor betaling van de nota. In haar schriftelijke verweer heeft [gedaagde] erkend dat ze de brief van Infomedics ontvangen heeft. De kantonrechter begrijpt dat [gedaagde] de nota van Infomedics van 14 mei 2022 bedoelt. Ze had deze nota niet alleen moeten doorsturen aan de verzekeraar, maar ook moeten betalen omdat deze op haar naam staat en daarin staat dat een deel al door de zorgverzekeraar is betaald. Dat [gedaagde] niet wist dat de verzekeraar de nota niet zou betalen of heeft betaald, komt voor haar risico. De kantonrechter zal dit deel van de vordering daarom toewijzen (€ 16,05).
[gedaagde] moet de wettelijke rente betalen (€ 0,12)
4.3.
Omdat [gedaagde] de nota heeft ontvangen maar niet op tijd heeft betaald, moet ze de wettelijke rente aan Infomedics vergoeden vanaf de datum van verzuim. [gedaagde] heeft geen verweer gevoerd tegen de door Infomedics genoemde fatale betalingstermijn van 30 dagen. De kantonrechter zal de wettelijke rente daarom toewijzen zoals gevorderd.
[gedaagde] hoeft de buitengerechtelijke kosten niet te betalen
4.4.
Infomedics maakt aanspraak op een vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten van € 40,00. Hiervoor is vereist, kort gezegd, dat Infomedics [gedaagde] kosteloos heeft aangemaand tot betaling binnen 14 dagen (de zogenoemde 14-dagenbrief). Zo’n aanmaning heeft pas werking als deze de schuldenaar ( [gedaagde] ) heeft bereikt. Infomedics draagt de stelplicht en eventueel bewijslast op dit punt.
4.5.
Naar aanleiding van het verweer van [gedaagde] dat ze geen brieven heeft ontvangen heeft Infomedics twee betalingsherinneringen van Infomedics en twee aanmaningen van CMIB Incasso Bureau overgelegd. Hiervan is alleen de brief van Infomedics van 23 juni 2022 aan te merken als een 14-dagenbrief. [gedaagde] heeft de ontvangst van deze brief bij antwoord betwist. De kantonrechter neemt aan dat [gedaagde] deze betwisting in haar nadere verweer heeft gehandhaafd. Daarin heeft [gedaagde] namelijk weliswaar erkend dat ze ‘the letter’ van Infomedics heeft ontvangen, maar hiermee bedoelt ze - naar de kantonrechter begrijpt - de rekening van Infomedics, omdat ze in dezelfde zin stelt dat ze ‘it’ (de brief) heeft doorgestuurd aan de verzekeraar voor betaling en vervolgens haar bezwaar tegen de kosten handhaaft omdat ze niet wist dat de rekening niet betaald was.
4.6.
Gelet op het verweer van [gedaagde] had het op de weg van Infomedics gelegen om nader (met stukken) te onderbouwen dat [gedaagde] de door haar verzonden 14-dagenbrief heeft ontvangen. Dat heeft Infomedics niet voldoende gedaan. De stelling van Infomedics dat ze alle brieven aan hetzelfde (woon)adres van [gedaagde] heeft gestuurd en geen enkele brief als onbestelbaar retour is ontvangen, is onvoldoende. Dit laat namelijk onverlet dat niet kan worden vastgesteld dat [gedaagde] de 14-dagenbrief heeft ontvangen. Dat de dagvaarding op hetzelfde adres is uitgebracht, is hierbij niet relevant, omdat de juistheid van het adres zelf niet ter discussie staat. Overigens lijkt Infomedics het verweer van [gedaagde] op dit punt verkeerd te lezen. [gedaagde] ontkent niet dat de producties bij de dagvaarding ontbreken, zoals Infomedics stelt, maar dat ze de brieven die zijn overgelegd heeft ontvangen.
4.7.
De kantonrechter zal de gevorderde vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten daarom - als onvoldoende onderbouwd - afwijzen.
De conclusie
4.8.
De conclusie is dat de kantonrechter de vordering van Infomedics zal toewijzen tot € 16,17.
De proceskosten komen voor rekening van Infomedics en worden begroot op nihil
4.9.
Met haar verweer dat ze geen brieven maar alleen een dagvaarding heeft ontvangen, voert [gedaagde] ook het verweer dat ze zonder voorafgaande waarschuwing (rauwelijks) is gedagvaard. Dit verweer ziet op de brief van Infomedics van 21 juli 2022 en de brieven van CMIB Incasso Bureau van 20 augustus en 15 september 2022. Voor dit verweer geldt hetzelfde als hiervoor: Infomedics heeft onvoldoende onderbouwd dat [gedaagde] de brieven heeft ontvangen. Dat alle brieven aan hetzelfde (woon)adres zijn gestuurd en geen enkele brief als onbestelbaar retour is ontvangen, is ook op dit onderdeel onvoldoende, omdat daarmee niet kan worden vastgesteld dat [gedaagde] de drie bewuste brieven heeft ontvangen. Hierbij weegt mee dat [gedaagde] hiervoor een mogelijke verklaring heeft gegeven. Volgens haar wordt de post soms verkeerd bezorgd op “Sterren 2 Block” in plaats van “Sterren 3 Block”.
4.10.
De kantonrechter gaat er daarom van uit dat [gedaagde] de brieven niet heeft ontvangen en dus zonder voorafgaande waarschuwing is gedagvaard. Dat betekent dat de proceskosten voor rekening van Infomedics komen. De kantonrechter vindt het redelijk om deze kosten aan de kant van [gedaagde] - in dit geval - op nul te begroten, omdat zij in persoon procedeert.

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling aan Infomedics van € 16,17, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 16,05 vanaf 25 oktober 2022 tot aan de dag van de gehele betaling;
5.2.
veroordeelt Infomedics tot betaling van de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant van [gedaagde] tot en met vandaag vaststelt op nihil;
5.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
5.4.
wijst de vordering voor het overige af.
Dit vonnis is gewezen door mr. I.H. Lips en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter