Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.[eiser 1] ,
[eiser 2],
[eiser 3],
[eiser 4],
1.De procedure
- de dagvaarding;
- de conclusie van antwoord, tevens conclusie van eis in reconventie tevens houdende de incidentele vordering tot overlegging van stukken respectievelijk bescheiden;
- de incidentele conclusie van antwoord;
- het vonnis in incident van 21 september 2022;
- de conclusie van antwoord in reconventie;
2.De feiten
3.Het geschil
(i) de omvang van de nalatenschap van de moeder vaststelt op € 397.682,11 en daarbij bepaalt dat aan ieder der partijen afzonderlijk daarvan een bedrag van € 79.536,40 toekomt;
(ii) bepaalt dat de notaris gemachtigd is de respectieve erfdelen aan partijen uit te keren (onder aftrek van kosten en negatieve rente).
Hierbij komt dat [eiser 2] in het kader van de door hem af te leggen rekening en verantwoording over het door hem gevoerde bewind over het vermogen van de moeder heeft geweigerd de daarbij behorende aanvullende stukken aan [eiser 2] te verstrekken. Dit heeft tot gevolg gehad dat aan [eiser 2] nooit decharge is verleend over het door hem gevoerde bewind.
Voorts is van belang dat moeder na het overlijden van de vader haar hypotheek heeft verhoogd en [eiser 2] heeft redenen om aan te nemen dat dit geld door de moeder is gebruikt voor het doen van schenkingen en giften aan [eisers] .
Door het overlijden van de moeder is de vordering die partijen op haar hadden uit hoofde van de ouderlijke boedelverdeling opeisbaar geworden [1] . Het gezamenlijk aan partijen toekomende bedrag is € 163.108,33. De notaris heeft dit bedrag ten onrechte niet aan partijen uitgekeerd, maar dit in depot gehouden met als gevolg dat partijen vergoeding van negatieve rente verschuldigd werden. Dit alles aldus [eiser 2] .
(i) [eisers] veroordeelt tot betaling van een bedrag van € 302,50;
(ii) verklaart voor recht dat de door [eiser 2] gemaakte kosten die gemoeid zijn met het opvragen van bankrekeningafschriften en belastingaangiftes voor rekening van [eisers] komen;
(iii) [eisers] veroordeelt om een lijst met roerende zaken en inboedelgoederen van de moeder op te stellen en daarbij aan [eiser 2] de mogelijkheid te bieden om hieruit een keuze te maken en vervolgens [eisers] veroordeelt mee te werken aan de afgifte van de door [eiser 2] gekozen goederen;
(iv) [eisers] veroordeelt om de notaris de opdracht te geven om het saldo van de bankrekeningen van de moeder aan partijen over te maken;
(v) [eisers] veroordeelt om een toelichting te geven op de consumptieve uitgaven die de vader en de moeder hebben gedaan van de gelden die zij hebben verkregen door een verhoging van hun hypotheek met € 32.000,00;
(vi) de omvang van de nalatenschap vaststelt en een verdeling gelast.
vordering (i)
[eisers] hebben geweigerd om aan [eiser 2] de aangifte erfbelasting over de nalatenschap van vader te verstrekken. Dit terwijl zij daar wel over beschikten. [eiser 2] heeft deze daardoor zelf op moeten vragen en hiervoor kosten moeten maken ter hoogte van het gevorderde bedrag van € 302,50. [eisers] dienen deze kosten aan hem te vergoeden.
vordering (ii)
De weigering van [eisers] om [eiser 2] van de door hem verzochte informatie en bescheiden te voorzien, noodzaakt laatstgenoemde om de bankafschriften en belastingaangiftes zelf op te vragen. De hiermee gepaard gaande kosten behoren voor rekening van [eisers] te komen.
Ook de inboedelgoederen moeten nog worden verdeeld. Voor hiertoe kan worden overgegaan, moet hiervan eerst een lijst worden opgesteld.
[eisers] ontkennen van moeder schenkingen en giften te hebben ontvangen. [eiser 2] twijfelt aan deze ontkenning. Daarom vordert hij dat [eisers] ter onderbouwing van hun ontkenning worden veroordeeld om een toelichting te geven op de consumptieve bestedingen die moeder zou hebben gedaan door het aanwenden van de gelden die zij heeft verkregen door de hypotheekverhoging.
De notaris dient de door het overlijden van de moeder opeisbaar geworden vorderingen die zij hebben uit hoofde van de ouderlijke boedelverdeling, vermeerderd met rente aan partijen uit te betalen uit het bij de notaris in depot staande saldo.
Na ontvangst van alle door [eiser 2] opgevraagde informatie kan de omvang van de nalatenschap van de moeder worden vastgesteld, waarna tot verdeling kan worden overgegaan.
4.De beoordeling
in conventie4.6. In deze zaak draait het om de vraag hoe de nalatenschap van de moeder tussen partijen, zijnde de erfgenamen, moet worden verdeeld. De rechtbank overweegt als volgt.
De rechtbank begrijpt het betoog van [eiser 2] aldus dat een gedeelte van dit bedrag aan partijen reeds toekomt op grond van de vordering die partijen uit hoofde van de ouderlijke boedelverdeling hebben op de nalatenschap van de moeder. Voorts heeft de rechtbank begrepen dat [eiser 2] het er niet mee eens is dat de notaris deze vordering niet in een eerder stadium aan partijen heeft uitbetaald, maar in depot heeft gelaten, met doorberekening van extra kosten en negatieve rente als gevolg.
De vraag of [eiser 2] en [eisers] financieel nadeel ondervinden door de wijze van afwikkeling die de notaris heeft gekozen, valt buiten het bestek van deze verdelingsprocedure en hoeft hier niet te worden beantwoord.
Wat [eiser 2] hierover allemaal heeft aangevoerd, doet hierom niet af aan de toewijsbaarheid van de gevorderde vaststelling en verdeling van het zich onder de notaris bevindende saldo en hoeft voor het overige niet te worden besproken.
De rechtbank overweegt als volgt. Vast staat dat [eiser 2] de bankafschriften over de periode van 18 maanden voorafgaand aan het overlijden van de moeder heeft ontvangen. Deze stukken zijn aan hem door [eiser 2] verzonden per e-mail van 23 maart 2021 [7] . [eisers] stellen niet de beschikking te hebben over de overige bankafschriften. De rechtbank heeft geen aanleiding aan de juistheid hiervan te twijfelen. Dit geldt ook voor de stelling van [eisers] dat zij niet beschikken over de aangiftes inkomstenbelasting van de moeder in de jaren 2004-2021. Dit alles brengt mee dat er geen grond is om [eisers] gehouden te achten om de door [eiser 2] te maken kosten voor het opvragen van deze stukken te vergoeden. De vordering ligt voor afwijzing gereed.
De rechtbank overweegt als volgt. Zoals hiervoor in conventie is overwogen ziet de rechtbank geen aanleiding om de vaststelling van de omvang van de nalatenschap of de verdeling van het saldo tussen partijen uit te stellen in afwachting van nadere informatie. Voor het overige ligt de vordering voor afwijzing gereed bij gebrek aan belang omdat al in conventie is beslist over de omvang van de nalatenschap en de verdeling daarvan.
5.De beslissing
€ 397.682,11 en bepaalt dat aan ieder der partijen afzonderlijk daarvan een bedrag van
€ 79.536,40 toekomt,