Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Het procesverloop
2.Feiten
‘Het functieloon bedraagt € 14,77 bruto per dienstuur. Dit bedrag komt overeen met functieloonschaal D, trede 5 en is inclusief onkostenvergoeding.’
‘Het brutoloon bedraagt € 14,77 bruto per dienstuur. Dit bedrag komt overeen met functieloonschaal D, trede 5 en is inclusief onkostenvergoeding.’
‘Het brutoloon bedraagt € 2.363,01 conform de TLN-functieloonschaal per 01-07-2021 en gaat uit van een 40-urige werkweek.’
‘Het brutoloon bedraagt € 2.363,01 conform de TLN-functieloonschaal per 01-07-2021 en gaat uit van een 40-urige werkweek.’
3.De vordering
4.Het verweer
5.De tegenvordering en het verweer daartegen
6.De beoordeling
Beste George, Hierbij deel ik u mede dat ik mijn ontslag indien bij uw bedrijf. Dit, met inachtneming van mijn vrije dagen, per direct. Met vriendelijke groeten, [eiser]”. Volgens Leffelaar was deze brief het vervolg op de afspraak die zij had gemaakt met [eiser] dat hij zelf zijn arbeidsovereenkomst op zou zeggen. [eiser] heeft die afspraak betwist. Dat kan echter verder buiten beschouwing blijven vanwege het volgende. Na de tekst “
Met vriendelijke groeten” staat in de brief een handtekening. Gegeven de betwisting van [eiser] dat dat zijn handtekening is, is van belang het bepaalde in artikel 159 lid 2 Rv. Daarin staat dat een onderhandse akte (in dit geval de ontslagbrief) waarvan de ondertekening door de partij tegen welke zij dwingend bewijs zou opleveren (in dit geval [eiser]), stellig wordt ontkend, geen bewijs oplevert zolang niet bewezen is van wie de ondertekening afkomstig is. De kort geding procedure biedt echter geen ruimte voor bewijslevering. Deze brief kan dus niet dienen als onderbouwing van het betoog van Leffelaar dat [eiser] de arbeidsovereenkomst heeft opgezegd.