6.3Oordeel van de rechtbank
Bij de beslissing over de sancties die aan de verdachte moeten worden opgelegd, heeft de rechtbank zich laten leiden door de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, alsmede de persoon van de verdachte, zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
In het bijzonder heeft de rechtbank het volgende in aanmerking genomen.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan doodslag op zijn vader. Na een opmerking van zijn vader is de verdachte, die had geblowd en gedronken, in grote woede uitgebarsten en heeft hij zijn vader meermalen met een mes gestoken. Hierdoor heeft zijn vader ernstige steekverwondingen opgelopen in zijn buik en zijn rug. Na het steekincident is de vader door een ambulance naar het ziekenhuis vervoerd, geopereerd en op de intensive care behandeld. Na een periode van ruim twee weken, waarin de nabestaanden tussen hoop en vrees hebben geleefd, is de vader aan zijn verwondingen overleden.
Het opzettelijk nemen van het leven van een ander behoort tot de zwaarste strafbare feiten die het Wetboek van Strafrecht kent. Aan de nabestaanden wordt door een dergelijk gewelddadig feit onherstelbaar verdriet aangedaan. De weduwe en de dochter van het slachtoffer hebben gebruik gemaakt van hun spreekrecht en uitgesproken hoe zeer zij zijn geraakt door het verlies van hun vader en echtgenoot. Uit het dossier en de behandeling van de zaak op de zitting blijkt dat de verdachte zich niet kan herinneren wat er is gebeurd. Voor de nabestaanden kan dit het extra zwaar maken om het verlies te verwerken.
Met betrekking tot de persoon van de verdachte heeft de rechtbank in het bijzonder gelet op:
- het op naam van de verdachte staand strafblad (Uittreksel Justitiële Documentatie), van 13 februari 2023, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder voor een geweldsmisdrijf is veroordeeld.
- het over de verdachte uitgebrachte psychiatrisch rapport van 13 oktober 2022 van [naam 1], psychiater. Dit rapport houdt onder meer het volgende in:
Er is bij betrokkene sprake van een stoornis in het autistisch spectrum, ongespecificeerde psychotrauma- of stressorgerelateerde stoornis, een depressieve stoornis (gedeeltelijk in remissie) en een stoornis in het gebruik van alcohol en cannabis. Ten tijde van de tenlastegelegde feiten waren deze stoornissen aanwezig. Het is aannemelijk dat de stoornis in het autistisch spectrum, de depressie en de stoornis in het gebruik van cannabis en alcohol hebben doorgewerkt op het tenlastegelegde feit. Derhalve wordt geadviseerd om betrokkene het tenlastegelegde feit op zijn minst in verminderde mate toe te rekenen.
Zolang betrokkene in de huidige uitzichtloze situatie zit, zijn negatieve emoties met middelen en alcohol blijft dempen, niet actief op zoek gaat naar een oplossing en steeds geconfronteerd wordt met zijn beperkingen, wordt het recidiverisico matig tot hoog ingeschat.Gezien de ernst van de problematiek zal betrokkene eerst langdurig klinisch behandeld moeten worden. Na de klinische fase zou betrokkene verder ambulant behandeld kunnen worden vanuit een forensische FACT.Aangezien betrokkene niet eerder bekend is met agressie en bereid is om zich te laten behandelen, zou een voorwaardelijk kader te overwegen zijn. Echter, gezien de aard en de ernst van de tenlastegelegde feiten en de geconstateerde psychopathologie zou in beginsel het beveiligingsniveau en de geboden structuur van een FPK nodig zijn.
De behandeling zou plaats kunnen vinden in het kader van een TBS met voorwaarden. Betrokkene is gemotiveerd voor behandeling en bereid om zich aan de voorwaarden te houden.
Met de conclusie van dit rapport kan de rechtbank zich verenigen.
- het over de verdachte uitgebrachte psychologisch rapport gedateerd 19 oktober 2022 van [naam 2], GZ-psycholoog. Dit rapport houdt onder meer het volgende in:
Betrokkene is een 49-jarige man waarbij sprake is een autismespectrumstoornis, een andere gespecificeerde psychotrauma- of stressorgerelateerde stoornis en verslavingsproblematiek.Er lijkt sprake te zijn geweest van dermate ernstige oplopende spanning en frustratie dat dit in combinatie met middelengebruik heeft geleid tot enige bewustzijnsvernauwing en een primitieve wijze van reageren. Dit alles overziend en wegend, is er sprake (geweest) van een substantiële doorwerking van de autismespectrumstoornis, de andere gespecificeerde psychotrauma- of stressorgerelateerde stoornis en stoornissen in het gebruik van cannabis en alcohol in het ten laste gelegde. Geadviseerd wordt om betrokkene het ten laste gelegdein een verminderde mate toe te rekenen.Betrokkene heeft een gebrek aan inzicht in de risico’s tot gewelddadig gedrag, wat maakt dat hij niet alleen voor anderen maar ook voor zichzelf onvoorspelbaar kan zijn wat betreft zijn agressie. Het recidiverisico voor gewelddadig gedrag in algemene zin is moeilijk te voorspellen, maar wanneer betrokkene agressief wordt, kan het wel extreme gevolgen hebben.
Gelet op het feit dat er bij betrokkene sprake is van een doorwerking van de stoornissen in de het hem ten laste gelegde en het matig/hoge recidiverisico, kan er van behandelnoodzaak worden gesproken. De behandeling zou gerealiseerd kunnen worden vanuit een forensische setting zoals een Forensisch Psychiatrische Kliniek. Hierna zou hij gefaseerd terug kunnen keren naar de maatschappij en kunnen toe werken naar zelfstandig wonen en het zoeken van een baan/dag- besteding. Dit kan in een stevig en langdurig kader zodat hij goed gevolgd kan worden.
Wegens de ernst van het ten laste gelegde, de complexiteit van problematiek en matig/hoge risico op recidive is het van belang dat betrokkenes behandeling in een stevig kader wordt vormgegeven, in het kader van een TBS met voorwaarden. Indien betrokkene voornoemde voorwaarden (i.e. een opname op de Forensisch Psychiatrische Kliniek met een behandeltraject) niet zou naleven, kan omzetting van deze maatregel naar een TBS met dwangverpleging volgen. De verwachting van onderzoeker is echter dat betrokkene zich voor deze behandeling zal inzetten.
Met de conclusie van dit rapport kan de rechtbank zich verenigen.
- het over de verdachte uitgebrachte voorlichtingsrapport gedateerd 24 februari 2023 van
[naam 3]als reclasseringswerker verbonden aan
[naam 4].Dit rapport houdt onder meer het volgende in:
Conform de adviezen van de PJ-rapporteurs komt de reclassering ook tot het advies om de maatregel tbs met voorwaarden op te leggen. Omdat betrokkene bereid is mee te werken aan de voorgestelde bijzondere voorwaarden is er geen noodzaak tot de maatregel tbs met dwangverpleging.
Het risico op recidive wordt ingeschat als hoog.
Wij adviseren positief over tbs met voorwaarden met de onderstaande voorwaarden. De reclassering kan het toezicht hierop uitoefenen. Betrokkene heeft zich bereid verklaard tot medewerking aan de volgende voorwaarden:- Meewerken aan reclasseringstoezicht- Niet naar buitenland.- Opname in een zorginstelling- Ambulante behandeling- Begeleid wonen of maatschappelijke opvang- Drugs- en alcoholverbod- Meewerken aan schuldhulpverlening- Contactverbod met moeder van verdachte
Wij adviseren de dadelijke uitvoerbaarheid van de tbs met voorwaarden.
Bij een veroordeling tot tbs of (deels) onvoorwaardelijke gevangenisstraf adviseren wij een gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel (GVM, artikel 38z van het Wetboek van Strafrecht) op te leggen, zodat gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende voorwaarden toegepast kunnen worden na de tbs of gevangenisstraf.
Alles afwegende is de rechtbank van oordeel dat aan de verdachte een onvoorwaardelijke gevangenisstraf dient te worden opgelegd voor de duur van 5 jaren. Dat is, gelet op het navolgende en het bepaalde in artikel 38, derde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de maximale straf. Deze onvoorwaardelijke gevangenisstraf acht de rechtbank passend en geboden.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat aan de verdachte voorwaardelijke invrijheidstelling wordt verleend als bedoeld in artikel 6:2:10 van het Wetboek van Strafvordering (Sv).