ECLI:NL:RBNHO:2023:3476

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
4 april 2023
Publicatiedatum
14 april 2023
Zaaknummer
C/15/338180 / FA RK 23-1413
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 4 april 2023 heeft de Rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem, een beschikking gegeven in een zaak betreffende de voortzetting van een crisismaatregel voor een betrokkene, geboren op een onbekende datum en woonachtig op een onbekende locatie. De officier van justitie had op 3 april 2023 een verzoek ingediend tot voortzetting van de crisismaatregel die op 1 april 2023 door de burgemeester van Haarlem was opgelegd. De rechtbank heeft de zaak behandeld in een mondelinge zitting op dezelfde dag, waarbij de betrokkene en zijn advocaat aanwezig waren, evenals een arts en een co-assistent. De officier van justitie was niet aanwezig.

De advocaat van de betrokkene heeft bezwaar gemaakt tegen de medische verklaring die was opgesteld door een onafhankelijke psychiater, omdat deze was gebaseerd op een onderzoek via beeldbellen en niet op een fysiek onderzoek. De rechtbank heeft echter vastgesteld dat, hoewel de psychiater summier heeft onderbouwd waarom voor beeldbellen is gekozen, de medische verklaring voldoet aan de zorgvuldigheidsvereisten. De rechtbank heeft overwogen dat de psychiater in een acute situatie handelde, waarbij de betrokkene verward op straat liep en een directe beoordeling noodzakelijk was.

De rechtbank heeft geconcludeerd dat er een onmiddellijke dreiging van ernstig nadeel voor de betrokkene of anderen bestond, veroorzaakt door een psychische stoornis, mogelijk verergerd door GHB-gebruik en slaapdeprivatie. De rechtbank heeft de machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel verleend, met een geldigheidsduur van drie weken, en heeft de noodzakelijke vormen van verplichte zorg vastgesteld, waaronder het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Familie en Jeugd
locatie Haarlem
Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel
zaak-/rekestnr.: C/15/338180 / FA RK 23-1413
beschikking van de enkelvoudige kamer van 4 april 2023,
naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot voortzetting van een crisismaatregel als bedoeld in artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg, ten aanzien van:
[betrokkene],
geboren op [geboortedatum] te [plaats] ,
wonende te [plaats] ,
thans verblijvende bij [verblijfplaats] ,
hierna: betrokkene,
advocaat mr. H. Blaauw, gevestigd te Haarlem.

1.Procedure

1.1.
Bij verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 3 april 2023, heeft de officier van justitie voortzetting verzocht van de door de burgemeester van de gemeente Haarlem op 1 april 2023 aan betrokkene opgelegde crisismaatregel.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • een afschrift van de beslissing tot het nemen van de crisismaatregel;
  • de medische verklaring van 1 april 2023;
- de politiemutaties.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 4 april 2023, in voornoemde accommodatie.
1.3.
Ter zitting heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- betrokkene, bijgestaan door zijn advocaat;
- [arts] , arts;
- [co-assistant] , co-assistant.
1.4.
De officier van justitie heeft aangegeven niet ter zitting te zullen verschijnen.

2.Beoordeling

2.1.1.
De advocaat van betrokkene heeft ter zitting als formeel bezwaar naar voren gebracht dat de medische verklaring is opgesteld zonder dat betrokkene fysiek is onderzocht door een psychiater. Betrokkene is namelijk op afstand via een beeldbelverbinding onderzocht. De advocaat van betrokkene stelt dat er omstandigheden kunnen bestaan waarin afgeweken kan worden van de hoofdregel dat een betrokkene fysiek moet worden onderzocht door een psychiater bij het opstellen van een medische verklaring, maar dat een dergelijke omstandigheid in dit geval niet aan de orde was. Nu de medische verklaring daarom niet voldoet aan de wettelijke vereisten, kan deze volgens de advocaat niet worden meegenomen bij de beoordeling van het verzoek van de officier van justitie. Dit betekent dat het verzoek van de officier van justitie onvoldoende is onderbouwd en daarom niet ontvankelijk moet worden verklaard danwel moet worden afgewezen.
2.1.2.
De rechtbank stelt vast dat de bij het verzoek gevoegde medische verklaring is gebaseerd op een onderzoek van betrokkene door een onafhankelijke psychiater, waarbij het medisch onderzoek heeft plaatsgevonden met behulp van een beeldbelverbinding. Ter onderbouwing hiervan heeft de onafhankelijk psychiater opgenomen “in het kader van efficiëntie”.
2.1.3.
De rechtbank overweegt dat de psychiater het in de Wvggz voor de diverse vormen van verplichte zorg voorgeschreven medische onderzoek in beginsel aldus dient te verrichten dat hij de betrokkene in een direct contact, dat wil zeggen in diens fysieke aanwezigheid, spreekt en observeert. Voorts houdt de toepasselijke rechtspraak in dat, indien een persoonlijk onderzoek redelijkerwijs niet mogelijk is, de psychiater in zijn medische verklaring zal moeten verantwoorden waarom onderzoek in fysieke aanwezigheid van de betrokkene redelijkerwijs niet mogelijk of niet verantwoord is, voor welk alternatief hij heeft gekozen, en op welke gronden hij tot de slotsom is gekomen dat de beoordeling betrouwbaar wordt geacht.
2.1.4.
De rechtbank moet beoordelen of de verzochte machtiging op grond van de medische verklaring kan worden verleend. Hoewel de onafhankelijk psychiater heel summier en onvoldoende heeft onderbouwd waarom voor beeldbellen is gekozen, volgt dit wel uit de overige inhoud van de medische verklaring. De beoordeling vond plaats in het weekend, buiten kantoortijd. Het ging om een acute situatie. Betrokkene liep verward op straat waarbij meerdere voertuigen hard op de rem moesten om hem te ontwijken. Betrokkene is toen beoordeeld door de onafhankelijk psychiater en is later op de afdeling herbeoordeeld door dezelfde psychiater. Uit de toelichting ter zitting van de arts heeft de rechtbank begrepen dat bij de herbeoordeling een arts en een verpleegkundige fysiek aanwezig zijn geweest bij betrokkene. De psychiater heeft hierbij zelf waargenomen dat betrokkene fors hallucinatoir gedrag vertoonde.
2.1.5.
De rechtbank is op grond van het voorgaande van oordeel dat bij de totstandkoming van de medische verklaring aan de zorgvuldigheidseisen is voldaan. Daarbij weegt de rechtbank mee dat het medisch onderzoek is verricht ten behoeve van het uitvaardigen van een crisismaatregel en dat die procedure -ook in het belang van betrokkene zelf- vergt dat met voortvarendheid een medische verklaring wordt opgesteld. De kwaliteit van de beoordeling heeft er niet onder geleden. De onafhankelijk psychiater kon op basis van zijn beoordeling en de aan hem gegeven informatie een goed onderbouwd besluit nemen. De rechtbank zal de medische verklaring daarom betrekken in de beoordeling van het verzoek en verwerpt het verweer van de advocaat.
2.2.
Uit de overgelegde stukken en het behandelde ter zitting is gebleken dat er een onmiddellijke dreiging van ernstig nadeel voor of van betrokkene of een ander is, te weten:
  • levensgevaar;
  • ernstig lichamelijk letsel;
  • ernstige psychische schade;
  • maatschappelijke teloorgang;
  • dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van een ander oproept.
2.3.
Het ernstige vermoeden bestaat dat dit nadeel wordt veroorzaakt door gedrag dat voortvloeit uit een psychische stoornis, te weten een psychotische stoornis, mogelijk geluxeerd door GHB-gebruik en slaapdeprivatie.
De crisissituatie is zo ernstig dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kan worden afgewacht.
2.4.
De rechtbank is van oordeel dat de volgende vormen van verplichte zorg nodig zijn om het nadeel af te wenden, te weten:
  • het toedienen van medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
  • het beperken van bewegingsvrijheid;
  • het insluiten van betrokkene;
  • het uitoefenen van toezicht op betrokkene;
  • onderzoek aan kleding of lichaam;
  • onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
  • het controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;
  • het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
  • opnemen in een accommodatie.
2.5.
De rechtbank is van oordeel dat aan de wettelijke voorwaarden voor afgifte van de machtiging met de hiervoor genoemde vormen van verplichte zorg wordt voldaan.
2.6.
Betrokkene verzet zich tegen voornoemde vormen van verplichte zorg.
2.7.
Gelet op het voorgaande zal een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel worden verleend, welke machtiging een geldigheidsduur heeft van drie weken na heden.

3.Beslissing

De rechtbank:
- verleent een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel ten aanzien van [betrokkene] , geboren op [geboortedatum] , [plaats] , met de vormen van verplichte zorg zoals hierboven onder 2.4. zijn genoemd;
- bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met
25 april 2023.
Deze beschikking is gegeven door mr. J. van Beek, rechter, in tegenwoordigheid van mr. N.S. van Lede – Terhaar sive Droste als griffier en in het openbaar uitgesproken op 4 april 2023.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 14 april 2023.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.